Eerlijke handel minder mondiaal?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Hugo von Meijenfeldt blogt wekelijks over zijn werkzaamheden als Coördinator Nationale Implementatie Global Goals.

Blog 11 – Het jaar 2015 heeft bewezen dat de mondiale agenda leeft. Multilaterale akkoorden over Disaster Risk Reduction, de nucleaire voorraden van Iran, Financing for Development, Agenda 2030 en het klimaat. De handelsliberalisatie op mondiaal (WTO) of regionaal (TTIP) niveau verloopt minder voorspoedig. Als je iets dieper duikt in de oorzaken van het succes van de eerste soort en tegenslag in de tweede soort valt het verschil meteen op: de handelsagenda is veel te smal.

Het is niet relevant of de winning van natuurlijke hulpbronnen leidt tot uitputting, arbeiders worden uitgebuit of het transport vervuilend is

De theorie van de vrijhandel luidt 'dat een product of dienst daar moet worden vervaardigd waar het comperatieve voordeel van de natuurlijke hulpbronnen, arbeid en kapitaal het grootst is'. Het is in deze theorie niet relevant of de winning van natuurlijke hulpbronnen leidt tot uitputting, arbeiders worden uitgebuit of het transport vervuilend is. Om dat te corrigeren mag er volgens de vrijhandelaren geen nationale politiek komen, want dat leidt tot kwalitatieve handelsblokkades aan de grens. Multilaterale verdragen op de genoemde terreinen mogen wel, want dan is er sprake van een level playing field, maar die zijn natuurlijk even complex.

Op zoek naar andere kostenreducties

Er is om een hele andere reden geen sprake van een level playing field. Juist de uitputting, uitbuiting en vervuiling leveren onterechte handelsvoordelen op, omdat ze niet in de prijzen van de producten en diensten worden doorberekend. Er zijn keurige methoden hoe dit moet (denk aan True Price). Als de arbeidskosten in ontwikkelingslanden, de transportkosten tussen de continenten en de saneringskosten in de ontwikkelde landen eerlijk zouden worden doorgerekend, stijgen de kosten zolang gekozen blijft worden voor de huidige mondiale handelsroutes. Daar zou de markt ongetwijfeld op reageren door andere kostenreducties te zoeken. Een voor de hand liggende is dat westerse bedrijven zelf efficiënter omgaan met water, energie en voedsel, en het langer in hun kringloop houden.

Het convenant voor duurzame kleding en textiel is een goed voorbeeld van de aanpak in de keten

In plaats van het doorrekenen van de kosten van uitputting, uitbuiting en vervuiling gaat het sneller als bedrijven er voor zorgen dat deze praktijken niet in hun keten voorkomen. Nederland geeft het goede voorbeeld van de aanpak in de keten, bijvoorbeeld met het convenant voor duurzame kleding en textiel, dat van kracht wordt zodra voldoende bedrijven zich daarbij aansluiten. Dan blijven er nog genoeg acceptabele comperatieve voordelen over voor het voeren van handel, zoals goede ligging van de zeehaven, vruchtbare gronden of goed getrainde arbeiders.

Verduurzamen van de handelsketen

Zowel het langer in de kringloop houden van water, energie en voedsel als het verduurzamen van de handelsketen heeft gevolgen voor het gesleep met goederen over de wereld. Een proces van regionalisering en lokalisering in ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen ligt voor de hand. Met een minister die Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in haar portefeuille heeft, kan Nederland goed op die trend inspelen. Als handel op die manier onder de brede Agenda 2030 (met name SDG 8 en SDG 12) wordt meegenomen, komt er vast weer schot in de handelsliberalisatie. Misschien zakt het volume een beetje, maar het wordt wel eerlijker.

Meer lezen van Hugo von Meijenfeldt? Bekijk hier zijn blogserie 'Werken met de Werelddoelen'.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons