“Een dader kan slachtoffer zijn en omgekeerd. In het proces tegen de staat sta ik de nabestaanden bij van twee Molukse treinkapers, die in 1977 bij De Punt door mariniers zijn doodgeschoten. Voor het publiek zijn de kapers de daders. Het verwijt is dat ik van hen slachtoffers maak door de mariniers te betichten van buitensporig geweld. Maar zoals in het VN-verdrag al sinds 1948 is bepaald, heeft ieder mens rechten, ook na de dood.
Of ik nu daders of slachtoffers bijsta: ik moet er wel iets bij voelen. In dit geval gaat het om fundamentele rechten waarvan ik echt vind dat we die moeten respecteren. Zou het louter gaan om materiële zaken, dan was ik nooit in actie gekomen.
Het feit dat de kapers eerst dader waren, speelt natuurlijk mee in het eindoordeel van de rechter. Of ik teleurgesteld was toen hij in juli de eis afwees? O! Nóu! Pfff, dat is een understatement. Ik heb het totaal niet zien aankomen. Ik vind dat als iemand in zijn eigen bloed aan je voeten ligt, je diegene niet moet dood-schieten. De rechtbank zegt eigenlijk dat je een marinier, die in een split second handelt, die ruimte moet laten. Anders kan hij zijn werk niet doen. Dat vind ik niet. We gaan in beroep.”
“Ieder mens heeft rechten, ook na de dood
“Als wij verliezen, verliezen we ook echt. Dat hoort bij dit soort langlopende zaken. En toch is er in dezen winst. Niemand wist wat er in die trein is gebeurd, en dat weten we nu wel. Er zijn geluidsbanden boven tafel gekomen waarvan we niet wisten dat die er waren. Daar gaat het om: de waarheid boven tafel krijgen. Als advocaat moet je hart voor de zaak hebben. Het is niet dat je er een zaak mee wint of verliest, maar je verliest wel ánders.”
“Ik doe met mijn hart altijd mijn uiterste best om het hoofd mee te krijgen. Denk je dat bij een rechter het hoofd voorgaat? Tuurlijk niet. Een rechterlijke uitspraak is ook een overtuiging, die doe je ook met je hart. Het gaat niet om optellen, aftrekken, streep eronder. Het is geen wiskunde.”
“Wat voor mensen belangrijk is, verschilt per zaak. De weduwen van Rawagede (hun mannen zijn in 1947 geëxecuteerd door Nederlandse militairen tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië, red.) hadden zich wel verzoend met hun lot en wilden helemaal niet dat de daders strafrechtelijk zouden worden vervolgd, als dat al had gekund. Zij wilden een excuus van de Nederlandse overheid. De Bosnische vrouwen (nabestaanden van de vermoorde moslimmannen die Dutchbat had moeten beschermen in 1995, red.) konden niet vergeven, die wilden de commandant van Dutchbat achter de tralies.”
“Zoiets heb ik onlangs bij de hand gehad. Ik heb de zaak teruggegeven. Ik kan het niet, ik wil zo niet leven. Natuurlijk, we moeten het kantoor overeind houden: niets gaat voor niets, maar je moet je ziel niet verkopen voor geld. Als dat je drijfveer is, dan is het einde in zicht. Dan is je motivatie om ’s ochtends je bed uit te komen niet goed.
Per dag komen zeker vijf zaken binnen van mensen die in de problemen zitten, en geen geld hebben. Wij kunnen die zaken niet allemaal doen. Maar dan doet waarschijnlijk niemand het. Wat gaat er met die mensen gebeuren? Daar denk ik vaak aan.”
Meijer Wichmann Penning. Voor schadeloosstellingen aan oorlogsslachtoffers richtte ze de Nuhanovic Foundation op. Zegveld is getrouwd en heeft twee dochters.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand