In een bruin café komen de leden van de lokale energiecoöperatie van Bres Breda bijeen. Oprichter Jan Schouw komt met een projectiescherm en laptop onder zijn arm binnenlopen. Tijdens de algemene ledenvergadering worden de financiële resultaten van 2016 en de begroting van 2017 besproken. Koffie en thee staan klaar in thermoskannen in de hoek terwijl de leden binnendruppelen. Voorzitter Ad Bijma opent de avond: “Wat fijn dat het volle bak is en dat terwijl er ook voetbal op tv is!” Zo’n vijftig mensen hebben zich in de zaal verzameld, voornamelijk mannen van boven de 50 jaar.
De impact van energiecoöperaties valt niet uit te drukken in CO2
Verduurzaming van de leefomgeving
Bres heeft als doel om de energietransitie in Breda te versnellen. Het heeft onder andere twee collectieve zon-projecten opgezet, helpt bewoners hun huizen energiezuiniger te maken en wil windmolens langs de snelweg realiseren. Dat is typerend voor lokale energiecoöperaties: die zijn er op gericht om de directe leefomgeving te verduurzamen door middel van energieopwekking, -besparing en -levering. Een coöperatie wordt bestuurd en gefinancierd door haar leden. In deze ondernemingsvorm bestaat geen winstoogmerk en besluiten de leden democratisch over de winstbestemming. Bijvoorbeeld: de inkomsten uit de verkoop van stroom uit een gedeelde windturbine kunnen geïnvesteerd worden in een elektrische buurtauto.
Burgers betrekken bij transitie
In totaal heeft Bres 1850 ton CO2 bespaard en heeft sinds haar oprichting 3,6 miljoen euro geïnvesteerd in duurzame energie en energiebesparing. Maar de impact van energiecoöperaties valt niet uit te drukken in CO2, vindt Siward Zomer. Hij is directeur van ODE Decentraal, een belangenvereniging van duurzame energieproducenten en –consumenten die de energievoorziening wil democratiseren: “Als je alleen kijkt naar energieopwekking is dat te weinig voor de klimaatdoelstellingen. We betrekken namelijk ook burgers bij de transitie en creëren draagvlak voor duurzame projecten.” De overheid ziet dat lokaal energie opwekken alleen op deze manier werkt, volgens Zomer: “Wanneer er geen rekening wordt gehouden met bewoners in de omgeving, is er ook veel meer weerstand. Dit omdat ze niet meeprofiteren van de verandering.” Daarom wil de belangenvereniging dat het nieuwe kabinet de Omgevingswet uitbreidt. Omwonenden moeten dan meer zeggenschap krijgen bij grote zon- of windprojecten. “Die zeggenschap kan het beste worden vormgegeven in een coöperatie. Dat maakt energiecoöperaties relevanter.”
Hoe werkt een coöperatie?Bres wordt bestuurd door een mix van vrijwilligers uit allerlei politieke windrichtingen. “Het thema duurzaamheid verbindt ons”, zegt voorzitter Ad Bijma. In totaal zijn er twintig vrijwilligers die zich dagelijks inzetten voor de coöperatie. Zo gaat er iemand langs de deuren om warmtescans te maken opzoek naar warmte lekken in woningen. De 136 leden kunnen van deze en andere services genieten om hun woningen energiezuiniger te maken. Zij bepalen het beleid van de coöperatie en betalen contributie. Maar het is ook mogelijk om slechts bij een wind- en of zonneproject aan te sluiten; zo’n 500 mensen zijn betrokken als obligatiehouder. Soms huurt de coöperatie een professional op projectbasis in.
Niet alleen moeder aarde redden
Bres oprichter Jan Schouw heeft altijd een fascinatie voor natuur gehad en leerde tijdens zijn studie biologie wat de consequenties zijn van de opwarming van de aarde: “Veel voedselkringlopen zijn ernstig verstoord geraakt.” Hij begon Bres in 2014 omdat hij vond dat er in Breda te weinig gedaan werd om klimaatverandering tegen te gaan. “Er werd oeverloos veel gepraat, maar niemand die iets wilde ondernemen. Tegelijkertijd werden grote energieleveranciers zoals Essent aan het buitenland verkocht. Ik realiseerde me dat die grote afstand voor minder grip op mijn energievoorziening zou zorgen.”
De risicomijdende opstelling van de gemeente vertraagt de energietransitie
Veel leden hebben een vergelijkbare drijfveer. “De meesten willen niet alleen moeder aarde redden, maar vinden het ook financieel interessant. Bij ons kun je als obligatiehouder van een zonproject 3,5 procent rente krijgen, dat is meer dan bij de bank”, vertelt Schouw. “Daarbij betaalt Breda jaarlijks miljoenen euro’s aan energiekosten aan multinationals. Dat geld zouden we beter in de regionale economie kunnen stoppen.” Ook de techniek achter het verduurzamen van de woning speelt een rol, vertelt een lid: “Het is een leuke uitdaging om steeds energiezuiniger te leven, zonder comfort te hoeven opgeven.” Volgens Anne Marieke Schwencke, onderzoeker van Lokale Energiemonitor 2016, komt dit doordat bewoners bewust worden van wat energie eigenlijk is. Ze benadrukt dat het bij coöperaties niet altijd draait om ‘liefdadigheid’: “Maar er gaat ook gewoon flink wat geld in om. Anders dan bij gewone ondernemingen niet voor eigen gewin maar met als doel de regio te stimuleren.”
Geen kapitaal, wel kosten
Tijdens de ALV op de regenachtige donderdagavond toont Schouw een foto op het projectiescherm. Op de foto is een dak te zien waar bijna duizend zonnepanelen op worden geïnstalleerd. “Na ruim twee jaar is eindelijk de bouw op de bibliotheek Zonneveste begonnen.” In de zaal wordt geklapt. De intekening op het zonnepark zat binnen 62 uur vol. Toch kwam het project maar langzaam op gang. Schouw verontschuldigt zich: hij legt uit dat de gemeente eerst het dak wilde renoveren, en “er waren wat technische mankementen bij de veiligheidsbedrading.”
Voorzitter Ad Bijma onderstreept dit probleem: “Omdat we een organisatie zijn zonder winstoogmerk hebben we vaak de financiële middelen niet om in kansrijke projecten te springen.” Coöperaties hebben namelijk vaak maar een project tegelijk lopen, legt Zomer uit: “Dat maakt de projecten erg risicovol om in te investeren. Dus je kunt je leden geen voorfinanciering laten doen.” Daardoor hebben coöperaties in de periode dat ze een nieuw project willen opzetten nog geen kapitaal, maar maken al wel kosten. “Er is een professionele deskundige nodig die met projectontwikkelaars en gemeenten overweg kan”, zegt Bijma. Subsidies bieden daarbij geen uitkomst, “want die verleent de gemeente alleen wanneer alles al zeker is.” De risicomijdende opstelling van de gemeente vertraagt de energietransitie, vindt Bijma.
Coöperaties in NederlandNederland kent ruim 300 energiecoöperaties, samen met ongeveer 50 duizend leden, zo meldt de Lokale Energiemonitor 2016. Anne Marieke Schwencke voerde dit onderzoek uit in opdracht van HIER Opgewekt, een kennisplatform voor lokale energie-initiatieven. Ze onderscheidt drie soorten energiecoöperaties: grote windcoöperaties (die sinds eind vorige eeuw bestaan), een-projectcoöperaties (zoals een voetbalvereniging met zonnepanelen) en lokale energiecoöperaties, zoals Bres.
“Dit type initiatief met een brede doelstelling, zoals Bres, is sinds 2007 snel gegroeid, zowel in aantal als in omvang”, vertelt Schwencke. “Vorig jaar kwamen er 51 coöperaties bij, terwijl er 10 jaar geleden maar twaalf waren.” Driekwart van alle lokale coöperaties is na 2013 opgericht en dus twee tot drie jaar actief. Van al het vermogen uit windturbines op land wordt 3 procent coöperatief opgewekt. Bij zonprojecten is dat 1 procent, aldus Schwencke.
“Zowel de Rijksoverheid als lokale overheden willen dat coöperaties een grotere rol gaan spelen in de energietransitie”, stelt ook Zomer. “Maar een structurele ondersteuning van hun werk komt maar mondjesmaat op gang.” Daarom lobbyt ODE Decentraal bij verschillende ministeries om budget vrij te maken. Zodat de kosten die coöperaties maken in de periode voorafgaand een nieuw project kunnen afdekken. “Afgelopen oktober is hiervoor een extra maatregel in het energieakkoord opgenomen”, zegt Zomer.
Vrijwilligerswerk is risicofactor
Schouw steekt zo’n 32 uur per week in Bres. Naar eigen zeggen begint het uit de hand te lopen. Dit omdat hij daarnaast nog twee ondernemingen onderhoudt. Soms kan hij zichzelf een vergoeding uitkeren, “maar het meeste werk is vrijwillig.”
Eerst geloofden we nog in het neoliberale idee dat marktpartijen de transitie naar duurzame energie zouden oppakken
Het werk van vrijwilligers bij lokale energiecoöperaties eist veel “geduld en doorzettingsvermogen”, zegt onderzoeker Schwencke. “Een risico dat daarbij komt kijken is dat coöperaties na een jaar slapend worden in plaats van opschalen,” volgens Carina Wiekens, hoogleraar aan Hanzehogeschool. “Vrijwilligers kunnen er tegenop zien om weer aan de slag te moeten gaan met een nieuw project en weer nieuwe leden te moeten werven.” Dit vrijwilligerswerk blijkt hierdoor veelal te zijn weggelegd voor gepensioneerden, want die hebben over het algemeen meer tijd, kapitaal en werkervaring. Alhoewel anderen het wellicht ietwat amateuristisch vinden lijken, mogen we het werk niet onderschatten, vindt Schwencke. “Het zijn vaak mensen die ook professioneel bezig zijn met duurzame techniek. Bovendien is de sector aan het professionaliseren.” Er ontstaan allerlei samenwerkingsverbanden, zodat coöperaties onderling elkaar kunnen helpen met het realiseren van nieuwe projecten.
Maatschappelijke meerwaarde
Voorzitter Bijma voorziet een florerende toekomst voor Bres: “Over drie jaar willen we onafhankelijk en zelfstandig kunnen opereren. Dat kan middels een nieuw windmolenproject.” Tot die tijd wil hij dat de gemeente hun initiatief ondersteunt door middel van een gelijkwaardige partnerovereenkomst; ze werken immers samen voor een groter doel.
Zomer denkt dat coöperaties in de toekomst een sleutelrol krijgen in de energievoorziening. “Twintig jaar geleden geloofden we nog in het neoliberale idee dat marktpartijen de transitie naar duurzame energie zouden oppakken. Maar partijen moeten niet alleen kunnen concurreren op commercieel vlak, maar moeten ook een gemeenschap creëren waar burgers zeggenschap krijgen en meeprofiteren van de winst. Dat is waar we naartoe gaan.”
Schouw voegt daaraan toe: “Bovendien creëren we vertrouwen, maatschappelijke meerwaarde, draagvlak, inspirerende burgernetwerken, stimuleren we de regionale economie en bedenken we creatieve oplossingen. Dat tilt de energietransitie naar een hoger niveau.”