Stel: ‘s ochtends trek je de deur achter je dicht van een appartement waarvoor je geen huur of hypotheek betaalt. Je trekt een sprintje naar het metrostation, waar geen poortjes staan. Daar check je je socials, via het gratis internet. Je stapt uit bij de Vrije Universiteit, waarbij ‘Vrije’ staat voor: vrij van betaling. Je loopt langs de kassaloze kantine, waar je zonder te betalen een gezond ontbijtje haalt. Klinkt goed? Dit zou een ochtend kunnen zijn in een samenleving met universele basisvoorzieningen.
Het concept Universal Basic Services (UBS) is het geesteskind van de Britse onderzoeker Andrew Percy. Hij is directeur van het Social Prosperity Network – onderdeel van University College London – dat onderzoek doet naar UBS. In 2020 verscheen het boek The Case for Universal Basic Services, dat hij schreef met Anna Coote, die deel uitmaakt van de Britse denktank New Economics Foundation. Percy doet onderzoek naar de haalbaarheid van gratis collectieve voorzieningen voor iedereen, zoals huisvesting, gezond eten, zorg, onderwijs, energie, internet, vervoer en juridische bijstand.
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond de verzorgingsstaat zoals we die nu kennen: sociale zekerheid (uitkeringen), goed onderwijs en goede gezondheidszorg beschouwde men als cruciaal om de Europese economieën te laten groeien en mensen optimaal te laten meedoen. Dat we de kosten daarvoor gezamenlijk dragen, vinden we inmiddels normaal. Maar Percy wil veel verder gaan: we moeten op een radicaal andere manier kijken naar welvaart en welzijn. Een dak boven je hoofd, eten op je bord en goede zorg houden je veilig en gezond; toegang tot onderwijs, vervoer en internet zorgen ervoor dat je meer kansen hebt om te ondernemen en je te ontplooien. Terwijl in onze huidige samenleving geld essentieel is. Mensen die een dak boven hun hoofd hebben, betalen daar zelf voor, mensen die zichzelf voeden, kopen dat eten zelf.
In onze verzorgingsstaat ben je verplicht te solliciteren als je een bijstandsuitkering ontvangt, en moet je binnen een bepaalde tijd een diploma halen als je een deel van je studiefinanciering als gift wil houden. Bij UBS is geld geen voorwaarde; voor de burgers zijn basisvoorzieningen gratis en onvoorwaardelijk. Er staat geen verplichting tegenover je gratis huis of je gratis opleiding.
Door UBS is het niet langer een kwestie van sociaaleconomische kansen of je een huis hebt, en of je vervoer, voedsel of zorg kunt betalen. “Basisvoorzieningen gaan ongelijkheid tegen omdat ze relatief meer waard zijn voor mensen met een laag inkomen”, stelt Coote. Percy noemt zijn ideaal niet antikapitalistisch: het is niet zijn bedoeling om het kapitalistische systeem – waarin geld wordt geïnvesteerd met de verwachting winst te maken – af te schaffen. “Geld blijft een middel van beloning, maar het geleidelijk invoeren van gratis voorzieningen maakt mensen minder afhankelijk van geld.”
Meer mentale ruimte
Een bijkomend voordeel is dat UBS een cruciale rol kunnen spelen bij het aanpakken van collectieve crises, zoals de klimaatcrisis. Als mensen zich minder zorgen hoeven te maken om hun bestaanszekerheid, ontstaat er meer mentale ruimte voor collectieve problemen. Het klimaatbeleid kan dan meer aandacht krijgen, maar bijvoorbeeld ook problemen waar minderheden tegenaan lopen, zoals racisme en sociale uitsluiting. Bovendien: als er minder focus ligt op winst maken, is er meer ruimte om diensten zo duurzaam mogelijk in te richten.
Basisinkomen vs. basisvoorzieningen
Universele basisvoorzieningen zijn niet hetzelfde als het universele basisinkomen: een vast inkomen dat iedere burger van de overheid krijgt, zonder tegenprestatie. Waar het basisinkomen universeel is en voor iedereen evenveel waard, zijn basisvoorzieningen relatief meer waard voor mensen met een laag inkomen. Uit onderzoek van de Organisatie
voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) blijkt dat arme mensen met een basisinkomen driekwart daarvan direct aan hun basisvoorzieningen betalen, in tegenstelling tot rijke mensen.
Percy en Coote schatten dat gratis basisvoorzieningen met ons huidige westerse bruto binnenlands product (bbp) makkelijk te betalen zijn van belastinggeld. De kosten komen neer op zo’n 4,3 procent van het gemiddelde bbp van landen die aangesloten zijn bij de OESO (veelal westerse landen, maar ook Turkije, Mexico, Colombia en Zuid-Korea). Dat percentage bestaat volgens Percy en Coote uit de volgende kosten: transport 0,4 procent, informatie en communicatie 0,6 procent, zorg en onderwijs 2,8 procent en huisvesting 0,5 procent van het bbp.
Volgens het Centraal Planbureau was in 2023 het bbp van Nederland 1017,8 miljard euro. Om gratis basisvoorzieningen voor alle Nederlanders te kunnen financieren, is volgens de berekeningen van Percy en Coote dus 43,7 miljard euro nodig. Aart Gerritsen die als econoom verbonden is aan de Erasmus School of Economics, acht 43,7 miljard te laag. “Als je UBS alleen aan volwassenen geeft, (14 miljoen mensen) kom je op 3121 euro per persoon per jaar. Ter vergelijking: de bijstandsuitkering, geen vetpot, bedraagt voor een alleenstaande zo’n 15.406 euro per jaar. En als mensen niet meer hoeven werken om hun leven te betalen, zullen ze waarschijnlijk minder werken. Maar ze moeten voor UBS wel meer belastinginkomsten opleveren.”
Percy begrijpt deze redenering, maar legt uit dat de kosten in zijn berekeningen niet gebaseerd zijn op marktprijzen, maar op productiekosten. “De sociale huurwoning waar ik woon, [in London, red.] is 70 jaar oud en heeft een marktwaarde van 2000 pond per maand. Maar als je de bouwkosten verrekent met de huur die de duizend huurders 70 jaar lang hebben betaald, dan kom je op een eerlijke prijs uit van 15 pond per maand. Wij kijken naar de werkelijke kosten die nodig zijn om een basisdienst te leveren.” Volgens Percy moet de overheid in een samenleving met UBS niet de particuliere huursector financieren.
Eindeloos veel mogelijkheden
De UBS zijn een collectieve verantwoordelijkheid, stelt Percy. De overheid hoeft niet alle diensten zelf te leveren, maar wel randvoorwaarden opstellen. Het credo is dat het algemeen belang voorop staat, niet de winstmotieven.
Zolang aan die regel wordt voldaan, kan elke dienstverlener op een eigen manier te werk gaan. “De mogelijkheden zijn eindeloos”, zegt Percy. “Voor voedsel kun je denken aan een gratis supermarkt, schoolmaaltijden, buurtkeukens of een landelijk maaltijddistributiesysteem, zoals al bestaat voor ouderen.” Percy is vooral voorstander van het delen van welvaart en voorzieningen. “Ik woon in een appartementencomplex met duizend andere mensen. Heb ik een eigen stofzuiger nodig? We kunnen er ook per verdieping een delen.”
Idealiter heeft iedereen wereldwijd recht om voorzien te zijn in diens basisbehoeften, maar volgens Percy is het UBS-systeem vooralsnog gericht op de westerse wereld. “Een voorwaarde is dat er al infrastructuur bestaat. Het is lastig in te voeren in een land waar bijvoorbeeld oorlog is.” Vooralsnog speelt het idee van UBS vooral in het Verenigd Koninkrijk en de linkse Labourpartij omarmde het onder Jeremy Corbyn gedeeltelijk, maar de nieuwe premier Starmer heeft nog niet laten blijken interesse te hebben in het systeem.
Er zijn geen initiatieven of experimenten bekend met een heel pakket gratis voorzieningen. In Nederland maakt een aantal organisaties en individuen zich wel hard voor bepaalde voorzieningen. Zo zet Ouders & Onderwijs zich in voor gratis laptops voor scholieren en het afschaffen van de ouderbijdrage. “Kinderen mogen niet buitengesloten worden als ouders de ouderbijdrage niet kunnen betalen, maar dat gebeurt wel”, zegt Lobke Vlaming van Ouders & Onderwijs. “Dat levert kansenongelijkheid op.” Uiteindelijk zou onderwijs gratis moeten zijn, vindt ze.
Peter Gualterus geeft met zijn organisatie Blije Buren gratis voedsel aan iedereen die het nodig heeft. Anders dan bij de voedselbank hoef je bij Blije Buren niet met bankafschriften aan te tonen dat je hulpbehoevend bent – dezelfde onvoorwaardelijkheid die bij de UBS-gedachte hoort. “Ik vertrouw erop dat mensen met geld niet bij mij komen”, zegt Gualterus. Hij helpt voornamelijk mensen in de bijstand en zonder vaste woonplaats. Bij supermarkten, bakkerijen en groenteboeren haalt hij allerlei voedingsmiddelen op. Blije Buren komt wekelijks op dertig verschillende plekken in Amsterdam. Daar gaan vrijwilligers gaan rond met kratten en iedereen haalt er iets uit, zoals jus d’orange, spruiten, rookworsten, plantaardige boter, krieltjes en zakken brood. Het effect van zijn voedselverstrekking? “Het geeft mensen rust.”
Springplank naar welvaart
Terug naar de Universele Basisvoorzieningen. Godfried Engbersen, hoogleraar sociologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, noemt het idee ‘sympathiek’, maar plaatst er wel kanttekeningen bij. Een samenleving met UBS moet ertoe leiden dat mensen minder zorgen hebben over hun basale behoeften en meer ruimte om zich te ontplooien en te gaan ondernemen. Engbersen, die al sinds de jaren 80 onderzoek doet naar armoede, heeft daar zijn twijfels over. “Ik denk dat UBS dat niet waarmaakt voor de kwetsbaarste groepen: laaggeletterde mensen met een laag inkomen en een klein netwerk.” Financieel kapitaal is niet het enige wat nodig is om te groeien en bloeien, je hebt ook sociaal en cultureel kapitaal nodig: kennis, vaardigheden, en mensen die iets voor je kunnen betekenen.
Voor groepen die niet zoveel geld hebben, maar wel een netwerk en een diploma, werkt UBS wel als springplank naar meer welvaart, stelt Engbersen. “Dat zag je tijdens de grote economische crisis van de jaren 80. Nederland had toen een relatief genereus bijstandssysteem, wat voor jongeren een soort basisinkomen was. Zij konden zonder betaald werk allerlei activiteiten ontwikkelen in bijvoorbeeld de kraakscene, en in de cultuur- en muziekwereld.” Toen de economie aantrok, vonden velen daardoor direct een reguliere baan.
Econoom Gerritsen vindt de basisvoorzieningen ook een sympathiek idee, maar niet realistisch. Het is volgens hem al heel lastig is om kleine veranderingen door te voeren in het belastingstelsel. “Economen schreeuwen al jaren dat het toeslagenstelsel eenvoudiger moet. Maar een nieuw systeem opzetten blijkt heel moeilijk.”
Het economische systeem hoeft niet van de ene op de andere dag drastisch op de schop, benadrukt Coote: “UBS klinkt misschien als een groot en radicaal idee, maar het is juist heel pragmatisch. Gemeenten kunnen het stapsgewijs invoeren en vervolgens langzaam verbeteren.” Percy sluit zich daarbij aan: “Laten we beginnen met gratis buspasjes, gratis onderwijs en lunch voor scholieren. How about that?”
Een langere versie van dit artikel verscheen in maart 2024 in OneWorld Magazine.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand