Update 28 juni
Dit artikel verscheen op OneWorld.nl op maandag 24 juni. Woensdagmiddag bracht het NiNsee, dat de nationale slavernijherdenking organiseert, naar buiten dat het de uitnodiging voor Martin Bosma had ingetrokken. Een opgeluchte Esajas: “Op Keti Koti horen niet problematische politici centraal te staan, maar Zwarte gemeenschappen en culturen. Ik ben trots op de mensen en organisaties die voor elkaar hebben gekregen dat de uitnodiging is ingetrokken, maar ik hoop wel dat het gesprek na 1 juli niet ophoudt.”
Een jaar na de historische excuses van koning Willem-Alexander, lijkt het erop dat een extreemrechtse Kamervoorzitter (die de racistische ‘omvolkingstheorie’ aanhangt) een krans gaat leggen op de herdenking van het slavernijverleden bij het nationaal monument in het Amsterdamse Oosterpark. Ondanks felle kritiek vanuit de Zwarte gemeenschap heeft organisator NiNsee de uitnodiging aan Martin Bosma nog niet ingetrokken. Een ‘klap in het gezicht’ van Zwarte gemeenschappen, vinden al 20.000 petitie-ondertekenaars. Want wat is een slavernijherdenking waard als die tegelijkertijd een podium biedt aan mensen die racistisch gedachtegoed belichamen?
Ontstaan uit protest
Toen koning Willem-Alexander op 1 juli 2023 excuses aanbood voor de rol van het koningshuis in de slavernij, begon ook het ‘Herdenkingsjaar slavernijverleden’, waarin extra aandacht zou gaan naar het verleden en de erfenis van de slavernij. Maar dat herdenkingsjaar werd overschaduwd door politieke poppenkast: een paar dagen na Keti Koti viel het kabinet nadat minister Yeşilgöz had gelogen over asielzoekersaantallen, in november werd de meest rechtse Tweede Kamer sinds de Tweede Wereldoorlog gekozen en een maand later werd PVV’er Martin Bosma Voorzitter van het ‘huis der democratie’.
Dit zorgde voor een dilemma bij het NiNsee, want die nodigt de voorzitter van de Tweede Kamer elk jaar uit om een krans te leggen op de herdenking van het slavernijverleden. Maar Bosma sprak zich herhaaldelijk uit tegen de herdenking en tegen Zwarte activisten. Hij noemde slavenopstandleider Tula een ‘racistische moordenaar’, vindt diversiteitsbeleid een vorm van ‘anti-blank racisme’ en is aanhanger van racistische omvolkingstheorieën. Toch vermeed het NiNsee de confrontatie en nodigde het Bosma uit. ‘De herdenking op 1 juli is niet alleen een ceremonie, maar ook een moment van bezinning en bewustwording’, aldus de organisatie in een statement. Na de petitie stelde het instituut haar positie wel enigszins bij door te stellen dat Bosma eerst excuses moet maken, maar de uitnodiging staat nog steeds open.
Het NiNsee lijkt te vergeten dat zijn bestaan is voortgekomen uit een lange geschiedenis van protest en emancipatiebeweging vanuit Surinaamse, Caribische en Afrikaanse gemeenschappen. Vooral vanaf de jaren 50 werd 1 juli een belangrijk moment van samenkomst en strijd van die gemeenschappen. Zo organiseerde Vereniging Ons Suriname (VOS) in 1952 een ‘emancipatieherdenking’ waar de Surinaamse jurist en latere politicus Eddy Bruma al over de onafhankelijkheid van Suriname sprak. Activist Otto Huiswoud sprak er over de Afrikaanse geschiedenis en cultuur. In 1962 eiste een collectief van Surinaamse organisaties tijdens het ‘emancipatiefeest’ in hotel Krasnapolsky dat Suriname per 1 juli 1962 onafhankelijk moest zijn. Een jaar later vond de eerste Bigi Spikri protestmars plaats in het centrum van Amsterdam, met spandoeken waarop stond ‘Keti Koti Fri Moe De’ (verbroken ketenen, vrijheid moet er zijn) en ‘Vrijheid voor de Onderdrukten’.
Door geen stelling te nemen tegen de aanwezigheid van een extreemrechtse politicus, verliest het NiNsee bovendien haar eigen geloofwaardigheid bij een deel van haar achterban: nakomelingen van tot slaafgemaakte mensen. Die hebben alle reden tot zorg over het aanstaande PVV-kabinet: in 2013 zette het door de PVV gedoogde kabinet-Rutte I de Rijkssubsidie van het NiNsee stop (opent in pdf). Een onkritische houding tegenover het aankomende extreemrechtse kabinet zal alleen maar bijdragen aan de normalisering en intensivering van racisme in de samenleving.
Geen structureel herstel
Op 1 juli 2023 vroeg koning Willem-Alexander om vergiffenis en zei in houterig Sranantongo: ‘A ten kon drai’, de tijd is veranderd. De tijden zijn inderdaad veranderd, maar niet in positieve zin. Er zijn enkele positieve ontwikkelingen geweest in het ‘herdenkingsjaar’. Zo was er de officiële rehabilitatie van Tula, duizenden mensen namen in het hele koninkrijk deel aan educatieve activiteiten zoals exposities, lezingen en debatten en er komt een fonds van 200 miljoen dat deels in beleidsmaatregelen wordt geïnvesteerd. Structurele herstelmaatregelen zijn echter niet aangekondigd.
Een dag nadat we de slavernij herdenken wordt zelfs een kabinet gepresenteerd met extreemrechts en racistisch gedachtegoed. De winst van de PVV en het Kamervoorzitterschap van Bosma laten zien dat extreemrechtse ideeën steeds ‘normaler’ worden. En dat terwijl institutioneel racisme al diep verankerd was in de maatschappij. Een Staatscommissie die onderzoek deed naar racisme en discriminatie, stelde dat eind 2023 opnieuw vast in bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, de sport, de zorg en bij de politie.
Sinds oktober is er ook steeds meer aandacht en bewustzijn voor de mensenrechtenschendingen, apartheid en genocide in Palestina, net als voor mensenrechtenschendingen in Congo, Sudan en Ethiopië. Rutte bood in december 2022 weliswaar excuses voor misdaden tegen de menselijkheid tijdens de slavernij maar deze excuses verloren hun waarde toen het kabinet ondanks een rechterlijke uitspraak doorging met het militair en politiek steunen van de mensenrechtenschendingen van Palestijnen door Israël.
Als nakomeling van tot slaaf gemaakte mensen zie ik het verband tussen hoe mijn voorouders werden ontmenselijkt en de manier waarop de mensenrechten van Arabische en Afrikaanse mensen in het heden worden geschonden. Keti Koti is een dag waarop we als nakomelingen stilstaan bij het leed van onze voorouders en hun verzet, om lessen te trekken voor het heden en de toekomst. ‘Onze vrijheid is incompleet zonder de vrijheid van andere onderdrukte groepen’, zei Angela Davis, en we mogen ‘excuses’ en herdenkingen niet laten misbruiken als rookgordijn voor koloniaal geweld.
We kunnen onze voorouders eren door stelling te nemen tegen extreemrechts in Nederland en door onze solidariteit te (blijven) tonen met wie vandaag de dag lijdt onder koloniaal geweld, ontmenselijking en mensenrechtenschendingen. Het NiNsee zou daaraan kunnen bijdragen door Bosma maandag de toegang te weigeren tot de herdenking.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand