Haar TikToks bereiken vaak honderdduizenden jongeren en op Twitter is ze niet te beroerd de strijd aan te binden met journalisten en kranten die in haar ogen de mist in gaan. Marieke Kuypers (27) is een geboren factchecker, iets wat ze besefte na haar studie Film- en Literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden. Voor haar master Mediastudies liep ze stage bij NOS op 3, waar ze daarna bleef werken op de socialmedia-redactie. Op eigen titel begon ze factcheck-video’s te maken op TikTok, waar ze inmiddels bijna honderdduizend volgers heeft .
Waakzaam voor misinformatie
In haar filmpjes ontkracht Kuypers populaire spookverhalen over uiteenlopende onderwerpen: van wat er in ons voedsel zit tot complottheorieën over vaccins en lockdowns. In korte tijd groeide ze uit tot een autoriteit op het gebied van nepnieuws en (internet)complotten. Ze verscheen in BBC News en kreeg haar eigen rubriek bij het KRO-NCRV-programma Pointer. Haar frustratie met misleidende verhalen richt zich twee jaar na de pandemie steeds vaker op de nieuwsmedia zelf.
Dat legt ze uit. Journalisten hebben hun best gedaan om complottheorieën over corona buiten de kranten en journaals te houden, zegt Kuypers, maar hun aandacht voor misinformatie verslapt nu dezelfde netwerken van ‘complotinfluencers’ nieuwe content nodig hebben. “De Covid-ontkenners hadden een groot publiek tijdens de pandemie. Dat is ingezakt, dus gaan ze over op andere onderwerpen, zoals ‘woke’ en trans mensen. Het is belangrijk dat journalisten waakzaam blijven voor misinformatie, ook als het niet meer over corona gaat.”
Kuypers hekelt recentelijk vooral hoe grote, landelijke media als De Volkskrant en NRC ruimte bieden aan alarmistische verhalen over trans personen en transzorg, zonder duidelijk te maken waar die verhalen vandaan komen en voldoende context te bieden. Ze publiceert regelmatig commentaar en factchecks op haar Twitter-profiel, waarin ze wijst op misleidende formuleringen, weggelaten informatie en stemmingmakerij bij grote media.
Transfobie
Zo verwijst ze tijdens dit interview vaak naar een invloedrijk artikel in de Volkskrant (februari 2023) over de mogelijke gevaren van de Nederlandse aanpak in transgenderzorg, waarbij minderjarigen puberteitsremmers krijgen voorgeschreven voordat ze een geslachtsoperatie kunnen ondergaan. In het artikel wordt veel aandacht besteed aan mensen die spijt hebben van hun transitie. Het roept de vraag op of puberteitsremmers op jonge leeftijd wel verantwoord zijn voor de snelgroeiende groep jonge mensen die in transitie willen.
Concurrent NRC publiceerde meerdere opiniestukken en interviews met ‘genderkritische’ mensen als de inmiddels ontslagen UvA-medewerker Laurens Buijs en de Britse filosofe en afgetreden hoogleraar Kathleen Stock, die stellen dat biologische sekse en genderidentiteit onlosmakelijk verbonden zijn en zelfidentificatie in twijfel trekken. Zo verwoordt Stock haar vermeende zorgen over ‘mannen’ die plekken als vrouwentoiletten, blijf-van-mijn-lijfhuizen en vrouwengevangenissen zouden terroriseren na hun officiële geslacht te hebben veranderd, en vindt Buijs dat non-binaire jongeren vooral heel erg in de war zijn.
Hoe berichtten media daarover? Kuypers: “Media opereren vanuit het frame dat de toename in trans mensen zorgelijk is. Vervolgens wordt er gedaan alsof de geciteerde bezwaren tegen transzorg en zelfbeschikking op natuurlijke wijze zijn ontstaan. Maar vaak wordt niet genoeg context geboden om te begrijpen dat die zorgen regelmatig beginnen bij anti-trans lobbyorganisaties.”
Ze vervolgt: “In het artikel van de Volkskrant uit februari wordt bijvoorbeeld een internationale groep wetenschappers geciteerd die in werkelijkheid een anti-trans lobbygroep is van zo’n veertien mensen, van wie veel niet eens gespecialiseerd zijn in transgenderzorg. Die context wordt niet geboden en kritiek die de krant erop wijst weggewuifd.” Toen belangenorganisaties als Transgender Netwerk Nederland (TNN) bij de krant aan de bel trokken over het artikel, kreeg TNN te horen dat de verslaggevers hun werk ‘serieus hadden genomen’ en de ombudsman geen verdere actie nodig achtte.
De in de krant geciteerde zorgen over spijtoptanten en puberteitsremmers zijn volgens Kuypers ook overtrokken en eenzijdig. Het aantal mensen dat spijt krijgt van hun transitie, benadrukt ze, ligt in de praktijk rond de 1 procent. Kuypers: “Wat ook volledig ontbreekt zijn de risico’s van het niet gebruiken van puberteitsremmers. De risico’s die trans personen lopen als ze niet geholpen worden zijn vele malen groter, maar daar gaat het stuk niet over.”
Waarom worden zulke artikelen dan geplaatst? “Ik denk dat veel journalisten een beetje blind zijn voor hun eigen positie. Verhalen over trans mensen zijn bijvoorbeeld vaak geschreven vanuit een cisgender perspectief.” En Kuypers ziet dat de journalistiek zich beroept op neutraliteit. “Er wordt een beetje gedaan alsof kranten alleen maar weergeven wat de discussie is, in plaats van dat ze die discussie zelf mede vormen. Als jij zestien artikelen publiceert over het gevaar van ‘woke’, biedt je mensen een mal om nieuwe informatie in te passen. Opeens zijn veel mensen bang voor ‘woke’, maar onderbouwen kunnen ze hun angsten meestal niet. De journalistiek ontkent vaak haar eigen rol in het publieke debat.”
Interview gaat verder na de foto.
Insecten in chocoladerepen
Kuypers’ factcheckliefde kwam tot bloei als socialmedia-redacteur bij de NOS. Daar werd ze geconfronteerd met veel verwarring en onzin. “Jongeren zeiden dat onze verslaggeving niet klopte, vroegen zich af waarom we het nieuws op een bepaalde manier hadden gebracht of vroegen ons of verhalen die ze tegen waren gekomen wel klopten. Om daar antwoord op te kunnen geven moest ik zelf gaan checken, en dat bleek ik erg leuk te vinden om te doen.”
Ze begon in 2021 op eigen titel TikTok-filmpjes te maken over insecten in chocoladerepen en de gevaren van cola zero. “Ik wilde gaan factchecken op de plek waar de onzin ook verspreid werd. Mijn video’s kregen honderdduizenden views. Ik kon aan de reacties zien dat jongeren bang waren gemaakt door de spookverhalen die rondgingen, en dat als je dat rechtzet mensen daar dankbaar voor zijn.”
Al snel gaan Kuypers’ filmpjes en de vragen in haar DM’s niet meer over snoep, maar over vaccinaties, QR-codes en het World Economic Forum. Om complottheorieën te weerleggen gebruikt Kuypers dezelfde, toegankelijke stijl als in haar andere video’s. Ze gaat terug naar de bron, laat het bewijs zien en benoemt welke motieven en strategieën er zijn om mensen te misleiden. “De misleidende kernargumenten die worden gebruikt zijn vaak hetzelfde bij kleine dingetjes en de grotere onderwerpen.”
In navolging van haar video’s op TikTok maakte Kuypers een webserie over desinformatie voor het KRO-NCRV-programma Pointer en gaat ze binnenkort aan de slag voor het factcheckinitiatief van de Universiteit Leiden. Factchecks op eigen titel publiceert Kuypers steeds vaker op Twitter, omdat dat nu eenmaal de plek is waar journalisten te bereiken zijn.
“Factchecken heeft iets detectiveachtigs,” legt Kuypers uit. “Ik houd ervan om iets uit te zoeken, bronnen na te kijken, en echt op zoek te gaan naar het harde bewijs.” Ze kan haar verbazing en frustratie nauwelijks verhullen als ze praat over collega-journalisten die minder doorwrocht te werk gaan, vooral als het gaat om kwetsbare minderheden. Opnieuw over het Volkskrant-artikel: “Er zijn veel trans mensen die dezelfde kritiek uiten als ik, maar niet serieus genomen worden omdat ze trans zijn en daardoor als activist of subjectief worden gezien. Dat slaat natuurlijk nergens op.”
Fortuyn-trauma
Kuypers vermoedt dat redacties banger zijn om als bevooroordeeld gezien te worden dan om het daadwerkelijk te zijn. Daardoor voelen ze de verantwoordelijkheid om ‘beide kanten’ van het verhaal te belichten, ook als één van die kanten zich beroept op drogredenen en anekdotisch bewijs en de ander op wetenschappelijke consensus en de belangen van een gemarginaliseerde groep. Het uitsluiten van conservatieve kritiek, denkt ze, maakt redacties kwetsbaar voor het verwijt vooringenomen te zijn, of nog erger: links.
“Dat is ook nog steeds het Fortuyn-trauma dat veel journalisten hebben. Ze zijn bang om weer een signaal uit de samenleving te missen en mensen van zich te vervreemden.” In de nasleep van de moord op Pim Fortuyn ontving de Nederlandse journalistiek sterke verwijten. Media zouden Fortuyn hebben gedemoniseerd, zijn achterban niet serieus hebben genomen en bijgedragen hebben aan het vijandige klimaat dat Fortuyn uiteindelijk fataal zou zijn geworden.
Het electorale succes van de Lijst Pim Fortuyn (LPF) werd door veel journalisten lang onderschat. Sindsdien hebben de meeste Nederlandse media hun houding tegenover populisme en conservatisme sterk veranderd, zien ook wetenschappers: een dergelijke conservatieve onderstroom moest een gelijkwaardige plek krijgen in de media, en niet meer worden weggehoond of genegeerd zoals in de jaren 80 en 90 nog gebruikelijk was.
Journalisten beroepen zich volgens Kuypers heel selectief op professionele neutraliteit. “Ik denk dat ze er oprecht van overtuigd zijn dat ze een slecht beeld geven van de stemming in het land als de stereotiepe ‘gewone man’ zich niet in de berichtgeving kan herkennen.” Dat leidt volgens Kuypers ook tot terughoudendheid met progressieve onderwerpen. “Boze reacties van conservatieve kijkers hebben invloed op wat journalisten produceren. Ik merkte ook bij de NOS dat ze niet te veel over lhbt’ers of andere ‘woke’ onderwerpen wilden publiceren, omdat het dan overkomt alsof de omroep zelf ‘woke is’, en dat mocht niet.”
Waar het in de kern over gaat, aldus Kuypers: “Over de vraag waar we nog een gerechtvaardigd verschil van mening over kunnen hebben en debat over kunnen voeren. Dat hangt volledig af van je eigen positionering. Journalisten kunnen activistisch zijn en doen dat ook regelmatig: ze nemen het op voor de vrijheid van meningsuiting, voor mensen die slachtoffer zijn geworden van de toeslagenaffaire. Ze doen aan onderzoeksjournalistiek om problemen aan de kaak te stellen. Ze zijn trots als hun werk tot Kamervragen leidt. Er zijn ook bezorgde Kamervragen gesteld door de SGP na het verhaal over transzorg van de Volkskrant. Maar als ik journalisten daarop wijs staat het ineens los van hun werk en informeren ze alleen maar.”
”Natuurlijk”, benadrukt Kuypers tot slot, “werken bij grote media veel goede journalisten en worden er goede verhalen gemaakt. Maar als opiniekaternen vol onzin staan en in artikelen soms de wens onpartijdig over te komen boven feitelijkheid gaat, gaat de glans er wel een beetje af. Journalistieke objectiviteit is een theaterspel. Je kunt meespelen in dat spel, maar ik heb uiteindelijk besloten dat niet te willen. Daarmee accepteer ik het risico dat ik niet meer in de media kan werken, denk ik. Of niet bij hele traditionele media.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand