Sindsdien is de tolk Nederlandse Gebarentaal (NGT2) niet meer weg te denken van de nieuwspagina’s en social media. Na de vele ‘hamsteren’-gifjes, een uitgebreide Wikipediapagina en een stijgend animo voor de opleiding tot gebarentolk, kan niemand meer om haar heen. Nederland heeft Sluis in het hart gesloten.
“De dovengemeenschap schrijft geschiedenis, niet Irma
Sluis’ nuchtere houding wordt geprezen en ze wordt gezien als stabiel lichtpunt in deze chaotische tijden. Die nuchterheid is niet meer dan terecht: het platform waar ze op staat, is niet het hare, maar dat van dove en slechthorende Nederlanders. De dovengemeenschap schrijft geschiedenis, niet zij.
Toch lijkt het vooral de tolk die centraal wordt gesteld, en – ironisch genoeg – de dovengemeenschap die wordt vergeten. Bij de tramaanslag in Utrecht vorig jaar maart, ontstond ook al commotie over informatiegebrek voor dove en slechthorende Utrechters. Desondanks werd helemaal aan het begin van de coronacrisis deze groep opnieuw vergeten.
De uitsluiting van de dovengemeenschap wordt nu heel zichtbaar, maar kent een lange en wrede geschiedenis. Gebarentaal was van 1890 tot 1980 in het onderwijs verboden. De gedachte hierachter: dove en slechthorende mensen zouden beter in de maatschappij integreren wanneer ze zich beperkten tot orale communicatie zoals liplezen en praten zoals ‘horenden’ dit doen. 3
Met dit verbod werden dove onderwijzers vervangen door horende onderwijzers, die leerlingen soms lijfelijk bestraften wanneer zij gebaren gebruikten. Ondanks het verbod spraken leerlingen met elkáár wel via gebaren. Doordat er toen vijf ‘dovenscholen’ waren – alle internaten – ontstonden er verschillende dialecten, die nu langzaam aan het verdwijnen zijn.
Geen officiële taal
Nederland loopt wat dit betreft achter op bijvoorbeeld Zweden, waar de Zweedse Gebarentaal (ZGT) sinds 1981 bij wet erkend is, en je ZGT kunt kiezen als ‘vreemde taal’ in het ‘normale’ onderwijs. Ook Nieuw-Zeeland erkent de New Zealand Sign Language (NZSL) als derde officiële landstaal, naast Engels en Maori, en in Papoea-Nieuw-Guinea is Papua New Guinean Sign Language (PNGSL) de vierde officiële landstaal.
Sinds 1998 lobbyt de dovengemeenschap, onder meer via de organisatie Dovenschap, voor een betere maatschappelijke positie van dove en slechthorende Nederlanders. Ze strijden vooral voor de officiële erkenning van Nederlandse Gebarentaal, maar ook voor inclusieve informatievoorziening en beleidsvorming.
“De Nederlandse Gebarentaal is geen erkende taal, en bestaat officieel dus niet
Dove en slechthorende Nederlanders zouden echter in de wet moeten worden verankerd, niet Irma Sluis. En in plaats van een verandering van de Mediawet te koppelen aan het ‘fantastische voorbeeld Irma’ in de woorden van ChristenUnie-kamerlid Van der Graaf, zouden dove en slechthorende mensen zelf in beeld moeten komen. Want nog steeds wordt er veel te weinig naar hen geluisterd.
Hoe kun je liplezen door een mondkapje?
Mijn moeder werkt als schoonmaakster bij verschillende mensen die zorgafhankelijk zijn. Het schoonmaakbedrijf waarvoor ze werkt stelde geen mondkapjes beschikbaar, maar haar collega heeft er een voor haar gemaakt. Eentje waarbij helaas haar al beperkte communicatiemogelijkheden volledig wegvallen. Is dit voorlopig haar realiteit?
“Wanneer de thuiszorgmedewerker met mijn vader moet communiceren, gaat het mondkapje af
Ik kan me voorstellen dat het moeilijk is om transparante mondkapjes te eisen. Maar het gaat om gelijke rechten op communicatie; daar zou je nooit op moeten inleveren. Stel dat je maandenlang niet met je collega’s kunt praten, terwijl zij dat onderling wel kunnen. En hoe kun je een arts of verpleegkundige begrijpen, nu bij ziekenhuisbezoeken geen tolk Nederlandse Gebarentaal meer mee mag en ziekenhuispersoneel verplicht een mondkapje draagt?
Voor deze laatste situatie bedacht de zelf doof geboren, Castricumse Roos Wattel een oplossing: een aanwijskaart waarmee een dove of slechthorende patiënt kan laten weten wat er nodig is.
“Kwetsbare mensen raken van slag door dichte mondkapjes
Maar deze particuliere initiatieven maken niet goed dat er niet gewoon mondkapjes beschikbaar zijn voor álle essentiële beroepsmensen, dus ook aangepaste mondkapjes voor zowel dove en slechthorende mensen, als voor de mensen met wie zij werken.
“Het 'Irma-effect' liet vooral zien hoe weinig vanzelfsprekend de inclusie van de dovengemeenschap in Nederland is
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.nl op 29 mei 2020.
- Doventolk is geen inclusieve term, omdat het impliceert dat Nederlandse Gebarentaal geen echte taal is. Een gebarentolk tolkt van Nederlandse taal naar Nederlandse Gebarentaal, en doet dat niet enkel voor dove mensen, maar ook voor slechthorende, horende en doofblinde mensen. ↩︎
- Gebarentaal is niet-universeel. Dit betekent dat ieder land zijn eigen gebarentaal heeft. ↩︎
- Dit idee, dat het onderwijs aan dove leerlingen vooral bestaat uit gesproken taal door het gebruik van liplezen , spraak, en het nabootsen van de mond, wordt ook wel oralisme genoemd. ↩︎
- De Mediawet is in 2008 ingevoerd en omvat regels en eisen voor Nederlandse radio- en tv-omroepen, die onder andere zorgen voor veelzijdigheid van de media. ↩︎