Goede doelen-organisaties kunnen beter geen geld op straat inzamelen. Volgens een onderzoek van de Vrije Universiteit is dat de duurste manier – oftewel een methode relatief veel kost en weinig oplevert.
Straatwervers beloven donateurs in spe doorgaans dat 75 cent van iedere euro bij het goede doel terecht komt. In werkelijk is dat veel minder, ontdekte René Bekkers van de werkgroep Filantropische Studies van de VU. Bellen en online werving brengen veel meer op.
Het bedrag van 75 cent per euro dat wervers noemen is niet willekeurig. Van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) moeten goede doelen hun kosten van fondsenwerving onder de 25 procent van de inkomsten houden. Niet altijd wordt aan deze norm voldaan, maar dat wordt door straatwervers er niet bij gezegd.
Volgens onderzoeker Bekkers kost het 80 euro om één straatdonateur te werven; gemiddeld doneert deze jaarlijks 60 euro. Omgerekend moeten straatdonateurs vijf jaar en vier maanden lid blijven om aan de norm te voldoen. In het eerste jaar – en vaak nog langer – dragen straatdonateurs niets bij aan het goede doel. Straatdonateurs blijven doorgaans niet lang lid van een goede doelen-organisatie.
Het probleem is extra actueel nu straatwerving sterk in opkomst is, een onbedoeld effect van het Bel-me-nietregister. Goede doelen-organisaties vinden het aantrekkelijk omdat straatwervers in korte tijd veel donateurs kunnen binnenhalen. Jaarlijks worden ongeveer 400 duizend mensen op straat of aan huis geworven – meer dan twee keer zoveel als vijf jaar geleden. Straatwerving wordt onder burgers overigens – na telemarketing – de irritantste wervingsmethode genoemd.