Om te zorgen dat iedereen in de toekomst voldoende, duurzaam en gezond voedsel heeft, moet het voedselsysteem worden aangepast volgens het kabinet. Moet de overheid zorgen voor de aanpassing of doet het bedrijfsleven dat? Ruerd Ruben ging op zoek naar het antwoord.
Zin
De claim
Het kabinet vindt dat aanpassingen in het voedselsysteem nodig zijn om ook op de lange termijn voldoende, duurzaam en gezond voedsel te garanderen, zowel in Nederland als in de wereld.
Persbericht kabinetsreactie WRR-advies Voedselbeleid, 30 oktober 2015
Op het eerste gezicht een uitspraak waar weinig debat over valt te voeren. Moeten we streven naar gezond voedsel voor iedereen? Natuurlijk. Van voedingswetenschapper Jaap Seidell hebben we geleerd dat het niet al te best gesteld is met het voedingspatroon van de gemiddelde Nederlander: te weinig verse groenten, te veel sluipsuikers en ‘lege calorieën’. De vraag is of goed eten stimuleren een taak van de overheid is. Het kabinet heeft na een jaar dubben besloten van wel. De regering maakt nu afspraken met de levensmiddelenindustrie om de hoeveelheden zout en verzadigd vet in levensmiddelen te beperken. Ook gaat men innovaties in de zeewierteelt en andere gezonde alternatieven voor vlees ondersteunen.
Onzin
Volgens Marc Jansen, directeur van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, is alle inmenging van de overheid ‘overbodig’: bedrijven in de voedselketen nemen al lang hun verantwoordelijkheid. Verduurzaming kan alleen door de wens van de consument komen. De overheid geeft al gezondheidsrichtlijnen voor voeding die het risico op bijvoorbeeld diabetes en hart- en vaatziekten verkleinen. Deze informatie is door het Voedingscentrum vertaald in een nieuwe Schijf van Vijf. Daarin is het advies: meer plantaardige en minder dierlijke producten.
Conclusie
Het was voor het kabinet moeilijk om de juiste balans te vinden tussen de meer sociaal-democratische nadruk op publieke sturing en de meer liberale kijk op de vrije consumentenkeuze. Het is nodig dat de overheid enige sturing geeft. Ook al zijn bedrijven gemotiveerd om voedsel gezonder te maken, het gaat alsnog langzaam. Vooral voor armere groepen is het niet voldoende om alleen maar een ‘gezonde keuze’ te bieden, ongezond eten moet ook onaantrekkelijk gemaakt worden. Wat dat laatste betreft lijkt het kabinet nog een vrij liberale koers te varen. We zien vooralsnog niets concreet terug van de meer robuuste maatregelen die de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid voorstelde, zoals een hogere btw-heffi ng op ongezond voedsel om de productie van duurzaam en gezond voedsel te stimuleren.
December 2015