Global Goal 9
Innovatie en duurzame infrastructuur
Bij infrastructuur moeten we denken aan transport, wegen, irrigatie, energie en informatie-, en communicatietechnologie. Om verbeteringen aan te brengen in onderwijs, gezondheidszorg of het drinkwater, is infrastructuur noodzakelijk. Zonder wegen of transport is het voor kinderen uit afgelegen dorpen bijvoorbeeld veel moeilijker om naar school te gaan. In veel ontwikkelingslanden ontbreekt deze fundamentele infrastructuur.
Zonder infrastructuur is het moeilijker om een baan te krijgen, zaken te doen, informatie te ontvangen en brood te halen. Oftewel, door een betere infrastructuur is het makkelijker om andere doelen te bereiken en gaat de levenskwaliteit omhoog.
Technolische vooruitgang
Om dit te bereiken is er technologische vooruitgang nodig. Daarnaast hebben we vooruitgang nodig om doelen over klimaat en duurzame energie te bereiken. Industrialisatie en innovatie zijn binnen dit doel dus ook van belang. Zonder technologie en innovatie zal er geen industrialisatie komen en zonder industrialisatie komt er geen ontwikkeling, stellen de Verenigde Naties.
Internet
Naast duurzaam en inclusief, moet infrastructuur in 2030 voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn. Duurzame en inclusieve industrialisatie moet voor meer banen zorgen en het moet het BNP verhogen. In 2020 moeten ook de minst ontwikkelde landen toegang hebben tot internet en er moet meer onderzoek komen naar technologie binnen de industriële sector.
Officiële omschrijving van Global Goal en targets
Global Goal 9: Bouw veerkrachtige infrastructuur, bevorder inclusieve en duurzame industrialisering en stimuleer innovatie
9.1 Ontwikkelen van kwalitatieve, betrouwbare, duurzame en veerkrachtige infrastructuur, met inbegrip van regionale en grensoverschrijdende infrastructuur, ter ondersteuning van de economische ontwikkeling en het menselijk welzijn, met klemtoon op een betaalbare en billijke toegang voor iedereen.
9.2 Bevorderen van inclusieve en duurzame industrialisering en, tegen 2030, het aandeel in de werkgelegenheid en het bruto binnenlands product van de industrie aanzienlijk doen toenemen, in overeenstemming met de nationale omstandigheden, en dat aandeel verdubbelen in de minst ontwikkelde landen.
9.3 De toegang vergroten van kleinschalige industriële en andere ondernemingen, in het bijzonder in de ontwikkelingslanden, tot financiële diensten, inclusief betaalbare kredietverlening, alsook hun integratie in waardeketens en markten.
9.4 Tegen 2030 de infrastructuur moderniseren en industrieën aanpassen om hen duurzaam te maken, waarbij de focus ligt op een grotere doeltreffendheid bij het gebruik van hulpbronnen en van schonere en milieuvriendelijke technologieën en industriële processen, waarbij alle landen de nodige actie ondernemen volgens hun eigen respectieve mogelijkheden.
9.5 Verbeteren van het wetenschappelijk onderzoek, moderniseren van de technologische capaciteiten van industriesectoren in alle landen, in het bijzonder in ontwikkelingslanden, waarbij ook tegen 2030 innovatie wordt aangemoedigd en op aanzienlijke wijze het aantal onderzoeks- en ontwikkelingswerkers per miljoen inwoners wordt verhoogd en waarbij ook meer wordt uitgegeven aan publiek en privaat onderzoek en ontwikkeling.
9.a De duurzame en veerkrachtige ontwikkeling van infrastructuur mogelijk maken in ontwikkelingslanden aan de hand van extra financiële, technologische en technische steun aan Afrikaanse landen, de minst ontwikkelde landen, de door land ingesloten ontwikkelingslanden en de kleine eilandstaten.
9.b Ondersteunen van de binnenlandse technologische ontwikkeling, onderzoek en innovatie in ontwikkelingslanden, ook door een gunstig beleidsklimaat te garanderen voor, onder andere, industriële diversificatie en waardetoevoeging aan handelsproducten.
9.c In aanzienlijke mate de toegang verhogen tot informatie- en communicatietechnologie en streven naar het verschaffen van universele en betaalbare toegang tot internet in de minst ontwikkelde landen tegen 2020.