De Pools-Belarussische grensstreek oogt in Green Border (2023, eind maart te zien op het Movies That Matter Festival) als een weelderige, groene omgeving. Het is een dunbevolkt gebied met valleien vol bomen. Een potentieel vakantieoord, lijkt de politiek geëngageerde Poolse filmmaker Agnieszka Holland (1948, vooral bekend van historische drama’s over de Holocaust) heel even te suggereren, met een shot in vogelvluchtperspectief.
Maar na de korte, in kleur gefilmde proloog, gaat het beeld prompt over op zwart-wit. De bosrijke beelden krijgen een andere, gruwelijke lading: de groene grens uit de titel van Hollands nieuwste film is namelijk het toneel van een geopolitieke strijd waarin vluchtelingen fungeren als de speelbal van machtswellustige, gewetenloze politici.
OneWorld geeft kaarten weg!
OneWorld geeft een beperkt aantal vrijkaarten weg voor de vertoning Green Border, te zien op het Movies That Matter Festival in Den Haag op 23, 26, 28 en 30 maart. Mail om twee codes te winnen naar winnen@oneworld.nl. Wie het eerst komt, het eerst maalt! Je kunt zelf kiezen op welke dag je naar deze film wilt.
Onheil
Het verhaal van Green Border, gebaseerd op de echte verhalen van vluchtelingen, begint bij het zeskoppige gezin van de Syrische Bashir (Jalal Altawil) en bij de Afghaanse tolk Leila (Behi Djanati Atai). Zij zijn vluchtelingen die in 2021 vanuit Turkije naar de Belarussische hoofdstad Minsk vliegen. Tijdens de vlucht leren de passagiers elkaar kennen. Als het vliegtuig de landing inzet, drukt een stewardess alle reizigers een roos in hun hand, als een gastvrij presentje, maar op de luchthaven blijkt hoezeer de vluchtelingen aan hun lot zijn overgeleverd. Bashir heeft vóór de vlucht via mensenhandelaren nog wel een busje geregeld waarmee zijn gezin naar Polen moet worden gegidst; Leila mag met hen mee reizen.
Bij een checkpoint, op enkele kilometers van de Poolse grens, ontstaat een akelige situatie: Belarussische grenswachten (die ook een slaatje proberen te slaan uit de irreguliere migratie) eisen ook geld. Leila betaalt ze 300 dollar. Even later belandt het gezelschap – inmiddels lopend door een moerassig niemandsland met prikkeldraad – dan toch in Polen, na als beesten te zijn weggejaagd door de Belarussische grenswachten. ‘We zijn in de EU en we hebben het overleefd!’ schreeuwt Leila. Maar een close-up van een regendruppel fungeert als een onheilsteken. Er komt slecht weer aan en de vluchtelingen moeten nog een eind: Bashirs gezin wil naar Zweden. In bedachtzame shots toont Holland hoe de hoofdpersonen dicht op elkaar moeten zitten om elkaar warm te houden.
De vluchtelingen hebben het in alle opzichten moeilijk. Zo lijdt Bashirs vader aan een soort loopgravenvoet en is er een groot tekort aan water: elke keer als de vluchtelingen grenswachten treffen, vragen ze als eerste om water, maar zijn ze doelwit van de spot van de sadistische grenswachten. Als Leila een Poolse boer treft, geeft die haar wél water, maar zodra ze hem de rug toekeert, pakt hij zijn telefoon. De Afghaanse vermoedt het ergste. Even later zijn Poolse grenswachten in de verte te horen.
Recensie gaat verder onder de foto.
Spiegels
Green Border draait om de wijze waarop Belarus sinds 2021 – uit woede over Europese sancties – vluchtelingen uit Afrika en het Midden-Oosten met valse beloftes naar de Poolse grens loodst op aangeven van president Loekasjenko. Vanuit steden als Bagdad, Damascus en Istanbul worden sinds dat jaar voor bodemprijzen vluchten naar Minsk aangeboden. De vluchtelingen wordt voorgespiegeld dat ze vanuit de Belarussische hoofdstad eenvoudig de Europese Unie kunnen betreden. Maar in dat grensgebied wacht, zoals Holland onomwonden toont in haar film, een figuurlijke gevangenis in een niemandsland. Door Belarussische grenswachten om te kopen kom je in Polen; maar de Polen sturen iedereen met zogeheten pushbacks, waarin bruut geweld niet wordt geschuwd, weer terug.
Dat is ook te zien in Green Border, nadat Leila contact legt met de boer en de grenswachten die hij oproept het gezelschap te pakken krijgt. Wat in zulke scènes vooral opvalt, is hoe racistisch de Poolse én Belarussische grenswachten zijn, en hoe sadistisch ze de vluchtelingen behandelen. Bijvoorbeeld door glas in een waterfles te doen of door mensen in hekken vol prikkeldraad te duwen. In het tweede hoofdstuk van Green Border (de film is opgedeeld in vier hoofdstukken) is te zien waar die haat (onder meer) vandaan komt. De Poolse grenswacht Jan (Tomasz Wiosok) krijgt tijdens instructielessen van zijn baas te horen dat vluchtelingen ‘kogels’ zijn en dat één fout van een grenscontroleur over zes maanden zo kan resulteren in een bomaanslag in Warschau.
Gaandeweg begint Jan toch aan dat verhaal te twijfelen. Het dringt tot hem door dat hij medeplichtig is aan de akeligheden bij de grens. Tegelijkertijd toont Holland activisten die dag en nacht en met gevaar voor eigen leven proberen vluchtelingen te helpen. Psycholoog Julia (Maja Ostaszewska), die een woning heeft in de grensstreek, maakt voor hen van haar woning een soort uitvalsbasis, van waaruit de activisten richting de grens kunnen om medische zorg, eten en drinken aan vluchtelingen aan te bieden.
Zo begint in de film het tij zich te keren; met een soort bewustwording bij de kijker tot gevolg. De personages beginnen zich, als spiegels voor de kijker, langzaam te realiseren welke rol ze spelen en welke rol ze zouden kunnen spelen. Green Border is in die zin niet uitsluitend een traumatische film, maar ook een zeer confronterende film.
Dagelijkse realiteit
Tijdens verkiezingen je stem uitbrengen is niet genoeg, lijkt Hollands devies: activisme is nodig als je met onrecht wordt geconfronteerd. Het is wat dat betreft – en dat is een trieste gewaarwording – geen verrassing dat Holland sinds de première op het filmfestival van Venetië vorig jaar (toen haar film werd bekroond met de Grote Juryprijs, een soort bronzen medaille op het festival) moet worden beveiligd. De cineast wordt bedreigd, misschien wel omdat haar film de Poolse medeplichtigheid aan het conflict zo trefzeker blootlegt. Die medeplichtigheid geldt overigens ook voor de EU en voor de nationale parlementen. Bovendien is Green Border geen terugblik op een tragedie: de praktijken uit de film zijn nog steeds gaande.
Er zijn sinds 2021 tot nu toe naar schatting zo’n vijftig mensen omgekomen in de grensstreek, hoewel er naar verluidt zo’n driehonderd mensen vermist worden. Een op de tien vluchtelingen die de overstap waagt, raakt zodanig gewond of onderkoeld dat die in het ziekenhuis belandt. In die zin past de transitie van kleur naar zwart-wit in de openingsscène van de film goed bij dit pregnante thema: we leven in een tijd waarin we moeten kiezen en waarin je om die reden soms juist de tegenstellingen scherper in beeld moet brengen. Die scherpzinnige benadering leverde Holland overigens geen windeieren op: Green Border won op het afgelopen IFFR (Internationaal Filmfestival Rotterdam) de publieksprijs.
Dat betekent dat het drama resoneert bij een groot publiek. Misschien is dat wel het bijzonderste aan Hollands film: dat ze een zwaar onderwerp in een vorm heeft gegoten die voor iedereen begrijpelijk is.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand