Er lijkt een taboe te rusten op het betrekken van lokale overheden bij internationale noodhulp. Dat stelde Yvon Jerome, burgemeester van Carrefour, een van de steden in stedelijke conglomeratie rond de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince, tijdens de openingssessie van de WACAP armoedebestrijdingsconferentie, afgelopen woensdag. Zijn collega Muscadin Jason van Port-au-Prince voegde daaraan toe dat hij nauwelijks betrokken wordt bij de grote donorconferentie die de UNDP op 23 maart organiseert in verband met de aardbeving van 12 januari. “Terwijl wij, de lokale overheden, onze steden het beste kennen en het dichtst bij de mensen staan.” Op de conferentie, georganiseerd door VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP en de gemeente Rotterdam, werden strategieën besproken om mondiale problemen op lokaal en regionaal niveau aan te pakken.
Rotterdamse ervaring voor Haïti
Decentralisatie van internationale samenwerking kreeg door de opmerkingen van de Haïtiaanse burgemeesters extra aandacht op de bijeenkomst, die gistermiddag werd afgesloten. Met twee andere burgemeesters van steden in groot-Port-au-Prince waren Jason en Jerome eregasten van het Forum èn van ontvangende burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam. Met hem bespraken de vier mogelijkheden tot samenwerking. Aboutaleb opperde de mogelijkheid om de ruime ervaring die Rotterdam heeft met wederopbouw en stadsontwikkeling aan de Haïtianen ter beschikking te stellen. Vlak voor de afsluiting van het Forum gisterochtend werd nog een speciale sessie ingeruimd waarin de Haïtianen hun voornaamste problemen en hulpvragen konden presenteren. Belangstellenden konden direct intekenen om hun praktische hulp aan te bieden.
Groene steden
Volgens de Haïtiaanse burgemeesters kwam de aardbeving op een moment dat de Haïtiaanse overheid begonnen was aan een moeizaam proces van decentralisatie. De elf gemeenten die deel uitmaken van de hoofdstedelijke regio sloegen na de ramp de handen ineen. “Gezamenlijk onderhouden wij contact met hulporganisaties en met onze tweelingsteden.” Jason en zijn collega´s zien de wederopbouw als een kans. “We moeten erbij stilstaan hoe het komt dat de gevolgen van de ramp zo desastreus zijn geweest. Vóór de aardbeving was de situatie al rampzalig. Port-au-Prince is berekend op 300.000 inwoners, maar er wonen er drie miljoen. Bouwen we alles binnen een half jaar opnieuw op, dan zijn we bij een volgende ramp direct terug bij af. In plaats daarvan willen we een ontwikkelingsplan maken, waarbij ook steden betrokken worden die niet door de aardbeving getroffen zijn, maar waar honderdduizenden vluchtelingen wonen. Het zou goed als die in nieuwe, groene steden kunnen wonen.”
India: energie op platteland Voor Ventakatesh Sarda, student Sustainable Energy and Technologies aan de Universiteit van Delft, is de WACAP-conferentie dé kans om partners te vinden voor projecten die hij eerst in zijn thuisland India en later in andere landen in Azië en Afrika wil uitvoeren. “Rurale gebieden in India hebben vaak geen energie. Veel mensen trekken daarom naar de stad. Ik wil projecten opzetten voor duurzame energievoorziening, met goedkope, lokale materialen. Dat is goed voor de ontwikkeling van het platteland, zodat mensen daar een toekomst kunnen opbouwen.” Sarda heeft zijn idee aan verschillende bezoekers van het Forum voorgelegd, onder wie mensen van de UNDP. “Zij reageerden enthousiast. Ik ben ervan overtuigd dat de contacten die ik hier leg de uitvoering van mijn plannen dichterbij brengt.” Suriname: drinkwater en sanitatiie Dominicaanse Republiek: Wapens vs. basisvoorzieningen Foto’s: Anke Welten – OneWorld |