Hoewel links flink moest inleveren, is er een recordaantal Kamerleden met een migratieachtergrond de Kamer in gestemd. Met 28 Kamerleden heeft straks 19 procent van de Tweede Kamer een migratieachtergrond. Ter vergelijking: bij de vorige verkiezingen was dat met 15 Kamerleden nog maar 10 procent. De groei van het aandeel Kamerleden met een ‘migratieachtergrond’ – een term die overigens steeds vaker
ter discussie staat – overtreft zelfs de
voorspellingen van het onderzoeksinstituut Montesquieu.
23 van de politici met een migratieachtergrond (15 procent van de Kamer) heeft een niet-westerse afkomst 1. Volgens het CBS heeft van alle Nederlanders 14 procent een niet-westerse migratieachtergrond. Het aandeel Kamerleden met een niet-westerse migratieachtergrond ligt dus hoger.
Politieke representatie
Maar wat weegt eigenlijk zwaarder bij een goede representatie: partijkleur of achtergrond? Een GroenLinks-Kamerlid met een migratieachtergrond zal niet dezelfde punten agenderen als een VVD’er met een migratieachtergrond. “We zijn geen homogene groep, ik denk dat het belangrijk is om dat te benadrukken”, zegt Milka Yemane (kandidaat-Kamerlid GroenLinks) daarover. Samen met drie collega’s – Joan Nunnely (D66), Isaura Carrilho (DENK) en Fatihya Abdi (PvdA) – vormt zij de Dutch Squad, een partij-overstijgend collectief dat strijdt voor een inclusieve(re) Kamer.
Het idee dat een stem op iemand van kleur er automatisch toe leidt dat relevante issues voor mensen van kleur geagendeerd worden is te simpel, beaamt Abdi (PvdA). Toch is representatie op alle fronten belangrijk: “Als de politiek een betere afspiegeling is van de maatschappij – op alle lagen – kun je veel meer verschillende ervaringen uitwisselen. Dat maakt de kans groter dat je elkaar vindt. Dat is in elk geval onze hoop.”
Die hoop is ook wel ergens op gebaseerd. Carrilho (DENK): “Ik heb Zohair el Yassini van de VVD ook racisme, discriminatie en de positie van moslims in Nederland horen aankaarten. Maar als je kijkt naar de agendapunten van rechtse partijen, dan staan onderwerpen als het creëren van gelijke kansen voor alle mensen veel lager op de lijst dan bijvoorbeeld bij DENK of BIJ1, partijen die zich daar sterk op profileren. We zijn niet allemaal links. Maar tegelijkertijd hebben we gewoon een veel bredere representatie nodig.”
Er zitten straks vijf Afro-Caribische kandidaten in de Kamer: Jorien Wuite (D66), Habtamu De Hoop (PvdA), Sylvana Simons (BIJ1), Don Ceder (CU) en Raoul Boucke (D66) en Mariëlle Paul van de VVD. Nieuw verkozen Kauthar Bouchallikht (GroenLinks) is het eerste hijab-dragende Kamerlid in Nederland.
Bij de traditionelere partijen staat de witte man bovenaan
Liza Mügge, universitair hoofddocent politicologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), noemt de uitslag over de telefoon verrassend: er stemden meer mensen op extreemrechtse partijen dan ooit – PVV, FvD en JA21 kwamen samen op 28 zetels uit. Tegelijkertijd wordt de Kamer ook diverser dan ooit. En dat terwijl uit onderzoek blijkt dat politieke partijen die terughoudender denken over immigratie (‘zo min mogelijk’) en integratie (‘volledige assimilatie’), minder kandidaten met een niet-westerse migratie-achtergrond op hun kieslijst zetten. Bovendien plaatsen ze hen ook op lagere plekken op de lijst, blijkt uit onderzoek van Roos van der Zwan, die in 2018 aan de Radboud Universiteit promoveerde op de politieke representatie van etnische minderheden.
“De witte man staat bij de meer traditionele partijen bovenaan”, zegt Mügge. “Alleen bij de progressieve partijen, die een zo breed mogelijk electoraat willen aanspreken, is dat anders. Dat het Sylvana Simons is gelukt met een zetel in de Kamer te komen, in een periode van enorme versplintering, is echt een enorme prestatie. Het laat zien dat een grote groep mensen klaar is met het gebrek aan inclusie op machtige politieke posities, en met het gebrek aan aandacht voor racisme in de partijprogramma’s en de campagnes.”
Vergeleken met omringende landen leidt het Nederlandse meerpartijensysteem tot een betere representatie in het parlement, stelt Van der Zwan in haar onderzoek. Ook het feit dat je in Nederland als je stemt kunt kiezen uit een kandidatenlijst, draagt daaraan bij. Een kandidaat die ‘te laag’ op de lijst staat, kan met genoeg (voorkeurs)stemmen alsnog in de Kamer komen. Op die manier kwam bijvoorbeeld Bouchallikht namens GroenLinks de kamer in: haar partij behaalde 8 zetels, Bouchallikht stond op plaats 9 maar werd dankzij haar ruim 19.000 voorkeursstemmen toch verkozen.
Ook op rechts meer Kamerleden met een migratie-achtergrond
Dat de diversiteit in de Kamer ondanks het verlies op links toch toenam, heeft volgens Dutch Squad-lid Isaura Carrilho (DENK) met nog iets anders te maken: het grote aantal zetels dat één rechtse partij (de VVD) heeft gewonnen. “De VVD haalde 34 zetels binnen. Je kan het anno 2021 niet meer maken om 34 witte mensen boven aan je lijst te zetten. De kans dat er dan in één keer drie of vier mensen met een migratieachtergrond de kamer in komen wordt dus veel groter, al staan die doorgaans lager op de lijst.” Toch had ze het liever anders gezien: “Als linkse partijen ook 34 zetels zouden hebben gewonnen, dan hadden we de hele Kamer gekleurd.”
De cijfers bevestigen dat. Van de 34 zetels die naar de VVD gingen, gingen er 5 naar mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. D66 bracht met ‘slechts’ 24 zetels al 6 mensen met een niet-westerse migratieachtergrond de Kamer in. Hun relatieve aandeel op de kieslijst van D66 is niet alleen groter, de verkozen kandidaten met een niet-westerse migratieachtergrond stonden bij D66 ook hoger op de lijst (6, 10, 16, 17 en 20) dan bij de VVD (5, 15, 17, 22 en 26). Was D66 even groot geworden als de VVD, dan had de partij met 11 leden meer dan twee keer zoveel Kamerleden met een niet-westerse migratieachtergrond in de Kamer gekregen als de VVD nu.
Meer diversiteit leidt tot betere besluitvorming
Het gebrek aan representatie in de Kamer komt deels door ‘de implosie van de PvdA’, zoals UvA-politicoloog Mügge het zetelverlies bij de PvdA in de jaren tien noemt. “Van 1998 tot 2012, met uitzondering van 2002, leverde de PvdA veruit de meeste Kamerleden met een migratieachtergrond”, legt Mügge uit. “Dat heeft deels te maken met de van oudsher sterke feministische stroming binnen de arbeiderspartij. Zij hadden een sterk lokaal vertakt netwerk – het Multi Etnische Vrouwennetwerk – wat het makkelijker maakte voor vrouwen met een migratieachtergrond om zichtbaar te worden binnen de partij. Veel vrouwen met een migratieachtergrond konden op die beweging meesurfen.”
Maar toen de PvdA tussen 2010 en 2017 kiezers verloor, daalde ook het aantal vrouwelijke Kamerleden met een migratieachtergrond naar een recordlaagte sinds 1994, namelijk 3 procent van het totaal. Het aantal mannelijke Kamerleden met een migratieachtergrond steeg daarentegen naar een recordhoogte van 8 procent in dezelfde periode. Zij waren vooral van Turkse of Marokkaanse komaf.
“
Ook bínnen de groep Kamerleden met een migratieachtergrond is het nu diverser
Die trend is afgelopen verkiezingen gekeerd. Met de diversiteit bínnen de groep Kamerleden met een migratieachtergrond is het nu beter gesteld. Behalve de sociale rechtvaardigheid van een Kamer die een afspiegeling is van de maatschappij, heeft die breed gedragen representatie een belangrijke inhoudelijke functie, zegt Mügge. Meer diversiteit leidt volgens haar namelijk tot betere besluitvorming. “We weten uit wetenschappelijk onderzoek dat gemengde teams beter werk leveren. Ze presteren beter, onderwerpen worden vanuit verschillende perspectieven belicht. Ideeën komen vanuit persoonlijke ervaringen omhoog.”
Wat overigens níet betekent dat iemand met een Turkse of Surinaamse achtergrond alleen maar vanuit die achtergrond kan spreken; het gaat om de combinatie van ideeën. Mügge: “Zelfs als een Kamerlid zich niet expliciet uitspreekt over thema’s als racisme, maakt de aanwezigheid en de ervaringen van een Kamerlid met zo’n achtergrond in de Kamer al verschil.”
Hoe zorg je dat mensen ook blijven?
Het percentage Kamerleden met een niet-westerse migratie-achtergrond mag sinds 17 maart 2021 dan hoger liggen dan het aandeel Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond, het parlement is volgens de Dutch Squad nog niet representatief genoeg. Afgelopen regeringsperiode zat er geen énkel Kamerlid van Afro-Caribische afkomst in de Kamer, benadrukt Abdi (PvdA). “Zo bezien was de drempel heel erg laag. We komen van ver.”
“
Je wil niet dat mensen met een biculturele achtergrond binnen zes maanden weer buiten staan
De Dutch Squad blijft inzetten op meer diversiteit in alle politieke lagen. Op partijcongressen worden belangrijke keuzes gemaakt over wie er op de kieslijst komt en op welke plek. Partijen moeten er dus ook voor zorgen dat hun ledenbestand en bestuur divers is. De Dutch Squad kijkt daarom vast vooruit naar de Gemeenteraadsverkiezingen van 2022. “Het gaat ons er niet alleen om hoeveel mensen met een migratieachtergrond we de Kamer in krijgen, maar ook: hoe kunnen we die mensen blijvend ondersteunen?”, zegt Abdi.
Nunnely (D66) beaamt dat: “Je moet voorkomen dat mensen met een biculturele achtergrond binnen zes maanden weer buiten staan. Partijen moeten nú laten zien dat ze diversiteit, inclusiviteit en vooral representatie belangrijk vinden.”
Dit artikel verscheen eerder op OneWorld.nl op 31 maart 2021.