Afrika-correspondent Kees Broere droomt over echt geluk voor 'gelukszoekers'. "Ik zou willen dat het anders was, dat zij net als ik een zinnig en prettig leven over de grens konden hebben."
Ergens in Nederland schijnt een Ugandees rond te lopen. Al een jaar of tien. Soms duikt hij op in de media, bij een verhaal over vluchtelingen. De man wil politiek asiel, maar heeft nog altijd geen verblijfsvergunning gekregen. Ik heb niet de indruk dat hij erover piekert naar Uganda terug te gaan.
Interessant. Ik zou de man graag ontmoeten. Wat deed hem besluiten zijn land te verlaten? Ik neem aan dat hij geen homo is, want dan zou ook Nederland zijn angst voor vervolging wel begrijpen en had hij waarschijnlijk al lang asiel gekregen. Zou het kunnen dat hij in Nederland ‘gewoon’ een beter leven hoopt te vinden?
Ik zou willen dat het anders was, maar de grootste kans op geluk is in eigen land
Sheila Sitalsing zei het, zo herinner ik me, en anderen ongetwijfeld ook: We zijn allemaal gelukszoekers. De zoektocht bracht mijzelf naar onder meer Kenia. En de man uit Uganda dus naar Nederland. Voor ons beiden geldt waarschijnlijk ook (voor mij zeker wel) dat wij economische migranten zijn, al word ik soms tot de ‘expats’ gerekend en hij tot de ‘asielzoekers’.
Maar heeft ook mijn Ugandese collega het geluk gevonden? Ik heb daarover sterke twijfels. In de afgelopen pakweg acht jaar waarin ik mij bezig heb gehouden met economische migratie, ben ik heel veel mensen uit Afrika tegengekomen die mij vertelden dat zij in Europa gelukkig dachten te worden, maar eigenlijk nog nooit iemand voor wie dat ook daadwerkelijk zo gold.
Wie het beste voorheeft met Afrikaanse migranten die de gevaarlijke route door de Sahara en over de Middellandse Zee richting Europa nemen, en ik reken mijzelf daartoe, die moet erkennen dat de meesten van hen de grootste kans op het geluk in eigen land zullen vinden. Ik zou willen dat het anders was, dat zij net als ik een zinnig en prettig leven over de grens konden hebben. Maar hoe bitter wellicht ook de constatering: de werkelijkheid sluit zelden bij hun dromen aan.
Zou dat ook duidelijk zijn geweest voor de heren en enkele dames van de Afrikaanse en Europese Unie die laatst op Malta spraken over migratie? Europa wil zijn grenzen voor Afrikanen zo veel mogelijk sluiten; Afrikanen willen de financiële en intellectuele voordelen van migratie niet kwijtraken. Beide standpunten zijn in de eigen werkelijkheid verankerd. De vraag was waar die standpunten elkaar konden raken.
Voor een hervorming van het mondiaal bestuur is tegelijk ook een hervorming van Afrikaans bestuur hard nodig
De president van Niger kwam met een zinnige opmerking. Het geld dat de EU aan Afrika wil geven, is welkom, zo liet hij blijken, maar het probleem gaat verder dan euro’s en heeft ook te maken met ‘mondiaal bestuur’, met de vraag hoe de machtsverhoudingen in de wereld echt in elkaar steken. Volgens hem was het nodig ook te werken aan de hervorming van die verhoudingen, zoals aan eerlijkere handelsovereenkomsten.
Zeker. Maar wat hij niet zei, de president van Niger, is dat voor een hervorming van het mondiaal bestuur tegelijk ook een hervorming van Afrikaans bestuur hard nodig is. Het is begrijpelijk dat Afrika geld wil zien voor de oplossing van het migratieprobleem dat Europa nu ervaart. Het is terecht dat de president appelleert aan rechtvaardiger machtsverhoudingen. Maar wat zo opvallend ontbreekt in zijn woorden en die van andere Afrikaanse bestuurders is de vraag: Wat moeten wij zélf doen om onze jonge aspirant-migranten op andere gedachten te brengen en hun een toekomst in eigen land te bieden?
Ruimte bieden aan zelfkritiek dus. En vervolgens met de jongeren zelf en met andere maatschappelijk belanghebbenden serieus (en zonder te bezwijken aan de lokroep der corruptie) aan de slag om oplossingen te vinden – en die ook in de praktijk te brengen.
Naïeve gedachten? Misschien. Ik droom nog even verder.