We ‘vieren’ 15 maart de verjaardag van de Syrische revolutie. Nou ja vieren, misschien wordt deze datum ooit gezien als het startschot voor een betere tijd, maar inmiddels kun je door de scherven de Syrische staat amper meer ontdekken. Eenzelfde puinhoop is het in buurland Irak. De twee puinhopen samen zijn de vruchtbare grond waarop één staat wel kon groeien: IS, de Islamitische Staat.
Maar ook in die staat is, om het in bouwtermen te zeggen, het pannenbier wel gedronken: het felicitatiemoment voor bouwvakkers wanneer het hoogste punt is bereikt en de dakpannen erop kunnen. Al gaat een vergelijking tussen IS en iets met alcohol uiteraard mank, maar IS laat zich sowieso steeds moeizamer met een normale maatschappij vergelijken.
De pannen worden langzamerhand van het dak van de Islamitische Staat geschoten
En dat nu is ook precies de zwakte van de beweging. IS probeert immers om een normale staat te zijn, maar dat lukt steeds minder. IS heeft namelijk zowel last van zichzelf als van de aanvallen door de internationale coalitie en lokale troepen. Ondanks de beloftes van trouw aan IS door groepen in Libië of Nigeria, groeit IS niet meer op de plek waar het zijn hoogste ambities probeert waar te maken. De pannen worden langzamerhand van het dak van de Islamitische Staat geschoten.
De bombardementen op Kobane, en nu ook de aanval op Tikrit kosten de terreurgroep steeds meer strijders, die individueel wellicht de martelaarsdood als hoogste doel ambiëren, maar die ervoor zorgen dat IS terrein moet prijsgeven. Bovendien nemen hierdoor de spanningen tussen IS en lokale bevolking in het gebied steeds meer toe.
Gedwongen rekrutering
Zo probeert IS het verlies aan strijders te compenseren door steeds meer lokale mensen gedwongen te rekruteren. Daarbij richt het zich ook vaak op kinderen in de tienerleeftijd of jonger. Dat gebeurt niet altijd met toestemming van hun families, wat weer conflicten oplevert met de lokale stammen. Terwijl de kracht van IS juist afhangt van een goede band met de lokale bevolking.
IS bleek op het gebied van gruwelijkheid tot alles in staat
De steeds erger wordende gruwelen zijn een ander probleem, dat IS zelf heeft veroorzaakt. Zoals een soennitische inwoner van de Iraakse stad Ramadi vorig jaar al tegen mij zei: “We verwelkomen IS, als hulp in de strijd tegen de sjiitische overheid. Maar als ze zich idioot gaan gedragen, met onthoofdingen en andere extreme uitingen, zullen we hen verjagen.” Deze inwoner hoefde het afgelopen jaar niet erg lang te wachten om te zien dat wat hij vreesde, uitkwam. IS bleek op het gebied van gruwelijkheid tot alles in staat. Recent liet IS zelfs een jonge tiener een ‘spion’ doodschieten. Het blijven praktijken waarmee de gemiddelde Syriër of Irakees niets heeft. Tussen het lokale conservatieve soennitische geloof en het bizarre einde der tijden-extremisme van IS gaapt een diep ravijn.
Sinds de Islamitische Staat wordt aangevallen functioneert die staat bovendien steeds slechter. Het is moeilijker goederen te transporteren in het gebied en de prijzen van brood en benzine zijn snel gestegen.
Inwoners die de ellende willen ontvluchten, lukt dat steeds moeilijker. AP bericht dat sommige inwoners van Mosul een verklaring moeten ondertekenen dat als ze na twee weken niet zijn teruggekeerd in de stad, hun bezittingen in handen van IS komen. IS is bang dat zich in Mosul hetzelfde scenario kan afspelen als in Kobane. Daar waren bijna alle inwoners gevlucht, waarna de stad met grof geschut kon worden heroverd.
Het blijft onduidelijk in hoeverre het verlies aan strijders, door dood of desertie, wordt gecompenseerd door nieuwe aanwas
Steeds meer deserteurs
Inmiddels komen er ook steeds meer berichten over deserteurs: IS-strijders die overlopen naar andere groepen of gedesillusioneerd huiswaarts keren. Er zouden al deserteurs zijn doodgeschoten door IS. Toch zijn de exacte getallen die hiervan in de (sociale) media opduiken, niet per se betrouwbaar. Het is een bekend propaganda-middel om over de vijand te vertellen dat iedereen er vandoor wil. Zulke berichten hebben als enig doel twijfel te zaaien onder de vijandelijke strijders en juist desertie te veroorzaken.
Intussen blijft ook onduidelijk in hoeverre het verlies aan strijders, door dood of desertie, wordt gecompenseerd door nieuwe aanwas. Ook al worden er internationaal steeds meer maatregelen genomen tegen Syriëgangers, het is nog steeds niet ingewikkeld om vanuit Turkije de Islamitische Staat binnen te wandelen. De pannen worden nu misschien van het dak van IS gebombardeerd, de staat blijft aantrekkingskracht uitoefenen op mensen van buiten.
De oorlog wordt niet gewonnen in Irak
Als het de coalitie van internationale en lokale troepen lukt om IS in ieder geval in Irak aan het rennen te krijgen is de oorlog nog lang niet gewonnen. Als IS-strijders vluchten doen ze dat in de richting van Syrië, waar de Syrische Koerden eigenlijk de enige, maar veel te beperkte, partner op de grond zijn voor de coalitie.
Als die Syrische koerden wel versterkt worden met betrouwbare partners kan langzaam het IS-bouwwerk echt instorten. Maar in een chaotische post-IS periode, met afrekeningen tussen sjiieten, alawieten en soennieten, zal de beweging nog steeds met aanvallen en aanslagen van zich laten horen. In zo’n situatie is IS eigenlijk de enige die dat toch zal zien als reden voor een feestje: ook al wordt dat dan gevierd zonder vaste woon- of verblijfplaats.