Behandel Afrika als één land, waar het heet en stoffig is met kuddes dieren en lange, dunne mensen die verhongeren. Of waar het juist heet en vochtig is met heel korte mensen die apenhersenen eten. Vergeet vooral niet te vermelden dat je verliefd bent geworden op het continent. Een paar 'tips' van Binyavanga Wainaina (Kenia, 1971) in zijn essay 'How to write about Africa' uit 2005, het Groene Boekje van hoe je níet moet schrijven over Afrika.
Na het lezen van Wainaina's tips voor westerse auteurs die over Afrika schrijven, kunnen we nooit meer onbevangen een brullende leeuw, ondergaande zon, nachtclub Tropicana of wijze oude man opvoeren, bang als we zijn om een nieuwe Out of Africa of The White Massai te schrijven.
Want een cliché sluipt er zo in. Zelf ben ik ook niet onschuldig. Na mij eerste reportagereis, naar Benin, schreef ik een achter-de-schermen-verhaal voor het personeelsblad van Buitenlandse Zaken. Mijn reisverslag opende met het beeld van mezelf bovenaan de vliegtuigtrap, waar ik de warmte 'als een klamme paardendeken tegen mijn gezicht voelde slaan'. Collega's plagen mij er nog steeds mee.
Jeugd in Kenia
Ik was daarom benieuwd of het Wainaina, inmiddels universitair docent in de VS, gelukt is zich aan zijn eigen voorschriften te houden bij het schrijven van 'One day I will write about this place', waarin hij terugblikt op zijn jeugd in Kenia en studententijd in Zuid-Afrika.
Wainaina is inderdaad niet te betrappen op archetypen als de Naakte Krijger, Loyale Bediende of Wijze Oude Man (recent nog opgedoken in David van Reybroucks Congo). Ook zit er niemand te vergaderen onder een baobabboom.
Wainaina beschrijft liefdevol het dagelijks leven van het middenklassegezin in een Keniaanse provinciehoofdstad. Het zijn de jaren tachtig, waarin jongens hetzelfde kapsel willen, net als Ray Parker Jr ('Ghostbusters'), meisjes schoudervulling dragen en moeders Ludlum en Danielle Steel lezen. De daaropvolgende kostschooljaren, met puisten en prefecten die de jonge Binyavanga dwarszitten, lezen als een jongensboekversie van Pitty op kostschool.
Het zijn de onderwerpen die westerse schrijvers volgens Wainaina links laten liggen: gewone huiselijke scènes, liefde tussen Afrikanen, Afrikanen die grappen met elkaar maken, Afrikaanse schrijvers of intellectuelen, schoolkinderen die niet lijden aan Ebola of het slachtoffer worden van vrouwenbesnijdenis.
100 jaar hetzelfde verhaal
Per mail laat Wainaina weten dat het hem geen enkele moeite kostte om niet in zijn eigen val te trappen. 'Dat komt omdat ik geen koloniale relatie heb met Afrika. Afrika is mijn thuis. Zelfs als ik het zou proberen, zou het moeilijk zijn om zo dom en simplistisch te werk te gaan als westerse media, die al meer dan honderd jaar hetzelfde verhaal verspreiden. Want dat is het verhaal dat hen goed uitkomt. Ik vertel het verhaal dat mij goed uitkomt.'
Die koloniale relatie zit Europeanen in de weg bij het schrijven over Afrika, denkt Wainaina. Hij vertelt over een bezoek aan het Afrika Museum in het Belgische Tervuren. 'Dat is nog steeds voor veel Belgen de eerste kennismaking met Afrika en tegelijkertijd een koloniaal monument waar België trots op is. Ik ging er weg met de gedachte dat België gekoloniseerd blijft door Afrika. Zolang ze Afrika blijven representeren als een mix van slagtanden, maskers en artefacten, hoeft België ook zijn eigen identiteit niet opnieuw uit te vinden.'
Het boek werpt ook een ander licht op het fenomeen celebrity-ontwikkelingswerker. Bob Geldof is door de ogen van de dertienjarige Binyavanga een 'vuile blanke man met wilde ogen die wordt gekroond tot de koning van Ethiopië' en die ervoor zorgt dat 'blanke mensen voedsel en tranen en blijheid gooien naar naakte, kronkelende Afrikanen.'
Pity Power
Wainaina noemt ontwikkelingshulp Pity Power. 'Want het gaat meer over macht dan over het streven naar een betere wereld. Het maakt duidelijk dat het Europa niet lukt om zijn relatie met Afrika te herzien. Daarom hebben veel Afrikanen meer met China's gespierde aanpak.'
Nog even terug naar Wainaina's essay, dat opent met: 'Gebruik altijd de woorden Afrika, donker of safari in je titel.' Ironisch genoeg is de Nederlandse versie van 'One Day I will write about this place', de titel 'Op een dag zal ik schrijven over Afrika' gekregen.
Wainaina's reactie via de mail is beleefd, zijn oordeel mild: 'Ik heb geen problemen met de Nederlandse titel. Het is een interpretatie waar ik sympathiek tegenover sta. Bovendien, het gaat om wat je leest tussen de voor- en achterflap, en dat verhaal is complex en genuanceerd.'
Gelukkig, dan zal hij mij mijn uitglijder met de vliegtuigtrap en de paardendeken ook wel vergeven.
Dit artikel verscheen eerder op de Volkskrant Afrikablog.