De trend wordt veroorzaakt door de inkomsten uit advertenties, die voor veel grote websites als YouTube bepalend zijn voor hun marktwaarde. Die advertenties komen van westerse bedrijven en zijn vooral bestemd voor de rijke, dus westerse consumenten. Het aanbieden van filmpjes kost het moederbedrijf van YouTube, Google, echter veel geld, vooral technische opslagcapaciteit en bandbreedte. Adverteerders hebben niks aan een ‘pop-up’ die op het scherm verschijnt in Johannesburg, Blantyre of Lima, want die internetter kan hun producten toch niet betalen.
Die onrendabele regio’s kosten YouTube jaarlijks honderden miljoenen dollars, volgens financiële dienstverlener Credit Suisse. Diverse webbedrijven als YouTube, Flickr, Facebook en Myspace zijn al bezig hun diensten te beperken voor arme klanten. De Amerikaanse videosite Veoh heeft die stap al gezet: de filmpjes zijn niet langer te bezichtigen in diverse landen in Oost-Europa, Afrika en Azië.
Uitgeklede versie
Ook Facebook werkt aan een uitgeklede versie van haar diensten. In de VS heeft bet bedrijf 60 miljoen leden, daarbuiten liefst 140 miljoen. Die laatste groep drukt zwaar op de begroting, want iedereen mag nu filmpjes, foto’s en wat al uploaden. De tijd van een werkelijk mondiaal, open internet, zal snel voorbij zijn.
Bron: Trouw, New York Times
Dit artikel is met toestemming overgenomen van Globalisering.com