Ah, kapitalisme: de vernietigende kracht van de moderne tijd. Als het aankomt op de klimaatcrisis, schuift het kapitalisme steeds weer opnieuw de verantwoordelijkheid af op de consument. Wij zijn het die moeten overstappen op een shampoobar, investeren in herbruikbare scheermesjes en kiezen voor [vul hier alle plasticvrije alternatieven in]. Toegegeven, ik ben heel gevoelig voor duurzame marketing, maar ik ben het zó zat om het gevoel te krijgen dat klimaatverandering mijn schuld is.
Kapitalisme zal altijd op gespannen voet staan met duurzaamheid. Het is immers een systeem waarin alles draait om winst, en dat vertaalt zich niet zelden in arbeidsuitbuiting en beslissingen die nadelig zijn voor het milieu. In een
rapport uit 1987 definieerden de Verenigde Naties duurzaamheid als ‘ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen’. Maar het kapitalisme straft verantwoordelijkheid op de lange termijn juist af, waardeert concurrentie boven samenwerking en heeft veel politieke zeggenschap.
Koop nu je koopschaamte af!
In een geniale zet heeft het kapitalisme op de stijgende vraag naar duurzame alternatieven voor vervuilende producten gereageerd: door precies die duurzame producten te bieden. Hierdoor is in feite een verkeerde diagnose gesteld: niet kapitalisme, maar consumentisme wordt gezien als de oorzaak van alle problemen. Een rondje googelen vertelt je alles waar je je als consument aan zou moeten houden: we moeten meer met het openbaar vervoer reizen, biologische producten kopen en fast fashion mijden. Met andere woorden, de individuele consument moet de klimaatverandering tegengaan.
“
Het is het systeem dat moet veranderen, niet alleen de producten binnen dat systeem
Als we dat eenmaal zijn gaan geloven, zet het kapitalisme onze eco-angst om in handige producten die onze acute aanvallen van persoonlijke schuld verlichten. ‘Bewuste’ collecties, metalen rietjes, menstruatiecups en bamboe tandenborstels verleiden ons om meer spullen te kopen die een ‘milieuvriendelijke’ levensstijl impliceren in plaats van te koesteren wat we al bezitten. De waarheid is dat we ons niet een weg naar gerechtigheid of duurzaamheid kunnen consumeren. Het is het systeem dat moet veranderen, niet alleen de producten binnen dat systeem.
Maar daar denkt het kapitalisme anders over! Het kapitalistische systeem schuift de schuld ten onrechte en moedwillig af op de consument, en moedigt ons ondertussen aan om onnodige producten te kopen, zodat het kapitalisme zelf kan voortbestaan.
Systemische problemen vragen om systemische oplossingen
Als we anderen berispen en op hun levensstijl beoordelen, laten we ons meevoeren door een afleidend (en vaak klassegericht) verhaal dat het hebzuchtige kapitalisme direct in de kaart speelt. Zo ontplofte Twitter onlangs weer eens toen eerst winkelaars die in de rij voor de Primark stonden werden aangevallen, en daarna klanten die zich niet lieten afschrikken door Boohoo’s
sweatshopschandaal. Vervolgens richtten de toetsenbordridders hun woede op Depop-verkopers
1, die zich op grote schaal schuldig maakten aan het Depop-verkoper-vindt-tweedehands-item-en-verkoopt-het-voor-300x-prijsprincipe.
Ik ben de eerste om toe te geven dat ik deze onvrede deelde, dat het me frustreert en teleurstelt dat mijn vrienden en familie na het lezen van mijn artikelen nog steeds bij H&M shoppen. Maar zulke reacties zijn niet bevorderlijk en ze verleggen de schuld naar degenen die die schuld het minst verdienen. Het is zo’n verspilling van energie om anderen in hun doen en laten te willen controleren. Die energie zouden we moeten gebruiken om merken, regeringen en miljardairs te bestraffen voor het in stand houden van een industrie die de arbeidersklasse wereldwijd schaadt. Een systemisch probleem vereist systemische verandering.
“
De rijkste 10 procent van de mensen veroorzaakt de helft van alle CO2-uitstoot
Hoewel de strijd tegen de consumptie niet helemaal misplaatst is, is het afschuiven van de schuld dat zeker wel. Statistisch gezien zijn individuen onberispelijk. We kunnen consumenten niet onder druk zetten om hun leven te beteren als regeringen en bedrijven het niet opbrengen om mee te werken. In
de woorden van Martin Lukacs: ‘Terwijl wij druk bezig zijn onze persoonlijke levens te vergroenen, maken fossiele-brandstofbedrijven onze inspanningen ongedaan.’
Neem de klimaatcrisis. Die vereist radicale, grootschalige en langetermijnoplossingen. En wie kan daarbij beter vooroplopen dan ’s werelds
rijkste 10 procent van de wereldbevolking, die de helft van alle CO2-uitstoot veroorzaakt?! Of
de 100 bedrijven (zoals Shell en ExxonMobil) die sinds 1988 verantwoordelijk zijn voor 71 procent van de wereldwijde uitstoot? De armste 3,5 miljard mensen daarentegen vertegenwoordigen slechts een tiende.
Een voorbeeld uit de modewereld: de Britse multinational The Arcadia Group weigert nog altijd te betalen voor miljoenen reeds verwerkte of voltooide kledingbestellingen. Terwijl textielarbeiders in Bangladesh met hongersnood, werkloosheid en dakloosheid kampen, zeilt eigenaar en multimiljardair Philip Green op zijn jacht voorbij aan iedere verantwoordelijkheid. Ook de CEO van Urban Outfitters, Richard Hayne, weigert aan zijn
#PayUp-verplichting te voldoen, terwijl hij op een comfortabele nettowaarde van 1,4 miljard dollar zit. Bij initiatieven als
Lost Stock (‘Buy a Box, Support a Worker’) is het weer de consument die de last moet dragen. We kunnen degenen die direct verantwoordelijk zijn voor de geannuleerde bestellingen niet vrijuit laten gaan.
We zijn allemáál hypocriet
Dus, wat moeten we doen? Overschakelen naar een plantaardig dieet en fast fashion afschrijven zijn lovenswaardige keuzes, maar individuele acties zullen de klimaatcrisis niet oplossen. Wat overigens niet wil zeggen dat we onze ecologische voetafdruk niet zouden kunnen verkleinen zolang het kapitalisme haar schuld niet heeft afbetaald.
Het idee van ‘stemmen met de portemonnee’ – oftewel: de markt in de juiste richting sturen door middel van ons koopgedrag – is om nog een reden problematisch. Sommige stemmen zullen in zo’n ‘democratie’ altijd zwaarder wegen dan andere. Het is een privilege om buiten de geijkte winkelstraten te kunnen winkelen, maar het racisme en de vetfobie in de mode-industrie los je er niet mee op. En als we alleen luisterden naar diegenen die nog nooit iets in de Zara hebben gekocht of nog nooit een kledingstuk maar één keer hebben gedragen, zouden we het overgrote deel van de beweging uitsluiten.
“
We kunnen ons niet een weg naar gerechtigheid consumeren
Hoewel ik goed op de hoogte ben van ethische mode, ben ik ook maar een mens. Ook ik val voor greenwashing
2, ervaar mode-FOMO en een groot deel van mijn garderobe komt van Primark. We zijn allemáál hypocriet, maar dat mag ons er niet van weerhouden grotere veranderingen in de wereld te eisen.
Het is tijd om niet langer als consument te denken, maar als burger. We kunnen niet allemaal kiezen voor biologisch katoen of spaarzaamheid, maar we hebben een collectieve stem. We kunnen petities ondertekenen, merken aanspreken op social media, parlementsleden mailen, doneren aan fondsenwervers, #WhoMadeMyClothes gebruiken, campagnes onder de aandacht brengen, groen stemmen, flyers uitdelen, voor etalages protesteren en meer. Door als collectief op te treden en ons te bundelen kunnen we dingen bereiken die we met ons eigen consumptiegedrag (of persoonlijke boycots) nooit voor elkaar krijgen. De #PayUp-campagne heeft laten zien hoe krachtig zo’n digitale actie kan zijn.
We kunnen ons niet een weg naar gerechtigheid consumeren, maar wel verantwoording, transparantie, duurzaamheid en ethiek eisen. We kunnen onze rechten als burgers uitoefenen om degenen die de macht en het geld hebben onder druk te zetten om te handelen, nu meteen.