De Colombiaanse regering voert vredesgesprekken met de FARC. Een ontwikkeling die maar moeilijk te verteren is voor nabestaande Rafael Ochoa. Eerst vermoordde de FARC zijn neef Luis. Later werd Luis‘ vader door paramilitairen omgebracht.
Van boerenbeweging naar terreurorganisatie
De FARC (Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia) ontstond uit boerenzelfverdedigingsgroepen die sinds de jaren ’40 streden voor eerlijker verdeling van grond. In 1964 werd de beweging opgericht als militaire vleugel van de Colombiaanse communistische partij. De politiek-militaire FARC, die zich marxistisch-leninistisch noemt, wilde de regering omverwerpen en een communistisch landsbestuur instellen. Vanaf het begin waren grootgrondbezitters doelwit van ontvoeringen en afpersingen.Vanuit het oerwoud
De FARC telde tussen de 9.000 en15.000 leden (van wie tussen de 20 en 30 procent jongeren onder de 18) en opereerde vooral vanuit de zuidoostelijke oerwouden en de vlaktes aan de voet van de Andes. Ook kinderen werden en worden gerekruteerd, soms al vanaf acht jaar, als soldaten en informanten. Werkwijze van de rebellen: bomaanslagen op regeringsgebouwen plegen en politieagenten, militairen en burgers aanvallen. Aan inkomsten komt de FARC via de drugshandel, waarin zij zich in de jaren ’80 begaven – waarop een officiële afsplitsing van de communistische partij volgde – en door de ontvoeringen. De bekendste ontvoering, die van presidentskandidate Ingrid Betancourt, vond in 2002 plaats. De VN, VS en de EU beschouwen de FARC als een terroristische organisatie.Paramilitairen
Een andere partij in het Colombiaanse conflict zijn de (rechtse) paramilitaire groepen. Die ontstonden in de jaren tachtig als privélegers van drugsbendes en veeboeren. Ze moesten aanvankelijk linkse guerrillero’s bestrijden, maar raakten in de loop der jaren betrokken bij drugshandel, afpersingen en ontvoeringen.Vredesbesprekingen
De laatste jaren taant de macht van de FARC; in 2008 kwamen enkele FARC-leiders om en ontstond een massaal volksprotest tegen de beweging. Ook lijken steeds meer FARC-rebellen zich over te geven. Begin 2012 begon het Colombiaanse leger met steun van de VS een nieuw offensief. De FARC zelf had gezegd te stoppen met het ontvoeren van militairen en politieagenten, maar doodde in maart 2012 nog elf militairen. In augustus 2012 kondigde president Juan Manuel Santos aan vredesonderhandelingen te beginnen met de FARC en tegelijkertijd met militaire operaties druk op de rebellen te houden. De FARC-delegatie, onder wie de Nederlandse Tanja Nijmeijer, voert sinds november op Cuba besprekingen met de Colombiaanse regering. In november 2013 moeten de besprekingen zijn afgerond, eist de president.De regering in Colombia schat het aantal binnenlandse vluchtelingen als gevolg van het conflict op drie miljoen, hulporganisaties houden het op vijf miljoen
Platteland
Voor Rafael Ochoa is de moord op twee van zijn familieleden typerend voor hoe het eraan toe gaat op het Colombiaanse platteland. “Wie bezit heeft op het platteland krijgt vroeg of laat te maken met gewapende groepen, of ze nou van links of van rechts komen.“
Vrijkopen
In Frontino, een dorp ten noorden van Medellín, ontvoerde de FARC in 2001 zes mannen. Àlvaro Ochoa was een van hen. Hij was de 22-jarige zoon van Luis Ochoa, en Luis was de oom van Rafael Ochoa (44). “De dorpsbewoners konden vier van de zes ontvoerde mannen vrijkopen“, vertelt Ochoa. En de twee andere jongemannen? “Die heeft de FARC vermoord.“
Strategisch gebied
Àlvaro was een van die twee vermoorde mannen, hoewel zijn vader Luis wél voor hem wilde betalen. Het is nooit helemaal duidelijk geworden waarom het misliep. Maar de actie van de FARC was de druppel voor Luis Ochoa, nadat de guerrilleros eerder ´beschermingsgeld ´ eisten, boerderijen in de buurt claimden en drugslaboratoria opzetten. “Mijn oom was een rijke veeboer en bezat meerdere fincas (boerderijen) in de buurt van Frontino, een strategisch gebied voor smokkelaars. Wie deze regio controleert, heeft ook de weg naar de kust in handen. Daarom was de FARC heer en meester geworden in het gebied. Politie en leger waren er jarenlang in geen velden of wegen te bekennen. Mijn oom besloot dat er iets moest gebeuren. Hij zocht contact met de paramilitairen, die tegen een vergoeding wel wilden uitzoeken wie er achter de ontvoeringen zaten. De para‘s speurden de FARC-mannen op en liquideerden hen.“
Bandieten
Wat eerst de oplossing van het probleem leek, werd letterlijk het begin van het einde voor Luis Ochoa. Rafael Ochoa: “Om bandieten te bestrijden, moet je je wel inlaten met andere bandieten. De para´s vertrokken niet, maar verhoogden langzaam de prijs voor hun ´beschermingswerk´. In 2005, toen de regering begon met de demobilisatie van de paramilitairen, wilde mijn oom dat de para`s hun wapens zouden neerleggen. Die dachten daar anders over en hebben uiteindelijk in 2008 ook mijn oom vermoord. Paramilitairen wachtten hem langs de weg op, trokken hem uit zijn auto en schoten hem in koelen bloede dood. “
Vrede op papier
Ochoa is sceptisch over de vredesgesprekken. “Ook al komt er vrede op papier, dat betekent nog niet dat iedereen de wapens neerlegt. Veel FARC-strijders stappen waarschijnlijk over naar criminele bendes. Maar we moeten de gesprekken een kans geven. Colombia kan niet verder op deze weg van geweld.“
Amnestie voor FARC-leden
Slachtoffers van FARC-geweld hebben zich verenigd in organisaties zoals Pais Libre. Deze ngo‘s zijn kritisch over de vredesbesprekingen. Ze zijn bang, dat de Colombiaanse regering in ruil voor vrede te grote compromissen sluit en een amnestiewet voor FARC-strijders aanneemt. En dat, terwijl er volgens organisaties Pais Libre nog steeds honderden Colombianen worden vermist.
Geen visum voor Cuba
Om de vredesonderhandelingen te volgen, wilde Pais Libre waarnemers naar Cuba sturen. Volgens Clara Rojas, woordvoerdster van Pais Libre en zelf jarenlang gegijzeld geweest, wilden de moeders van verdwenen kinderen rechtstreeks aan de FARC vragen waar hun zoons of dochters gebleven zijn. De Cubaanse regering weigerde hen visa te verstrekken.