Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Volgens de
Schone Kleren Campagne betaalt H&M haar arbeiders nog altijd een hongerloon. Zo verdienen de arbeiders in Bangladesh 87 dollar per maand. Dat is iets meer dan het vastgestelde minimumloon in het land, maar nog steeds maar een schijntje van wat een leefbaar loon hoort te zijn. Het ligt zelfs ruim een dollar lager dan de armoedegrens, zegt Tara Scally van de Schone Kleren Campagne: die is namelijk vastgesteld op 88,10 dollar.
Doordat de arbeiders structureel worden onderbetaald, is ondervoeding onder textielarbeiders en hun kinderen een groot probleem. Ook zorgen de lage lonen ervoor dat er structureel wordt overgewerkt en werken ze kinderarbeid in de hand.
Niet transparant
Die problemen zijn niet nieuw, integendeel. En H&M weet dat als geen ander. Vijf jaar geleden deed het bedrijf dan ook de belofte in 2018 80% van haar arbeiders, 850.000 in totaal, van een leefbaar loon te voorzien. Die belofte werd echter al snel verbroken. Scally: “Kort na de presentatie van de beloftes voor een leefbaar loon, veranderde H&M haar formulering. De belofte om alle arbeiders een leefbaar loon uit te betalen veranderde in de ambitie om ‘mechanismen’ te implementeren die het mogelijk zouden maken om 80 procent van de arbeiders een leefbaar loon te betalen.”
Om wat voor mechanismen het gaat, is volgens Scally niet duidelijk. H&M laat in een reactie weten dat zij ‘wil dat hun leveranciers hun werknemers goede arbeidsomstandigheden en een rechtvaardig loon aanbieden’. Hun doel voor 2018 is om democratisch gekozen werknemersvertegenwoordigers en verbeterde loonbeheersystemen te implementeren bij leveranciers die in totaal 50 procent van hun totale productvolume vertegenwoordigen. ‘Dit werk loopt volgens plan’, aldus H&M.
“
Zolang we geen resultaten zien, blijft er twijfel
Mooie woorden, maar concrete plannen en resultaten zijn nergens te vinden, zegt Scally. “Zodoende gingen we ons afvragen of het niet een publiciteitsstunt is, of dat H&M echt bezig is met het verbeteren van de lonen. Zolang we geen resultaten zien, blijft er twijfel.” Ze is ook kritisch over het feit dat de Zweedse modegigant eerst heel stellig was – ‘we gaan een leefbaar loon betalen’ – en dat vervolgens steeds meer afzwakte. “Dan ga je toch twijfelen wat H&M precies nastreeft.”
Concurrentiepositie
Leefbare lonen zijn niet alleen voor H&M een ‘heikel punt’. Bijna geen enkel groot modebedrijf betaalt haar arbeiders momenteel een leefbaar loon. Vaak is dat omdat in veel productielanden, denk aan Bangladesh, India en Pakistan, het minimumloon ver onder het leefbare loon ligt,
zo bleek uit een eerder bericht van OneWorld. En waarom doen deze landen dat? Omdat ze bang zijn anders hun concurrentiepositie te verliezen.
Scally: “Een land als Bangladesh is voor 85 procent van haar export afhankelijk van de textielindustrie. Zo lang merken niet laten weten bereid zijn om meer te betalen, gaat dat minimumloon echt niet omhoog. Die landen zijn veel te bang om orders en inkomsten te missen.”
“
Wat verstaat H&M onder een leefbaar loon? Dat maakt zij niet duidelijk
In het
Sustainability Report, waarnaar H&M verwijst als reactie op het persbericht van de SKC, staat dat zij op verschillende niveaus werkt om haar doel te bereiken, en dus ook gesprekken voert met de industrie en de overheid. Maar waar die gesprekken over gaan en of die überhaupt plaatsvinden: daarover blijft het stil. “Als H&M garandeert niet te vertrekken wanneer zij hogere lonen moeten betalen, schept dat veel meer ruimte voor de overheid om betere keuzes te maken”, aldus Scally.
Volgens Scally moeten merken als H&M zich hier veel nadrukkelijker over uitspreken. “Ten eerste moeten ze duidelijk maken wat ze verstaan onder een leefbaar loon; laten zien hoe ze dat berekend hebben, en aangeven bereid zijn dat te betalen.”
Repressie tegen vakbonden
In 2016 gingen arbeiders in Ashulia, Bangladesh de straat op om
te eisen voor een hoger loon. Hierbij zaten ook arbeiders die werkten voor H&M. De regering heeft toen hardhandig opgetreden, en heeft zelfs een aantal vakbondsleiders gevangen gezet. H&M en een aantal andere merken zijn daarop in actie gekomen. Zo
trokken ze zich uiteindelijk terug van een grote kledingtop in Bangladesh, georganiseerd door de BGMEA, een orgaan van de industrie dat de 4500 kledingfabrieken in het land vertegenwoordigt, waarmee ze lieten zien de repressie tegen de vakbonden niet te tolereren. Een goed en duidelijk signaal aan de overheid, vindt Scally. Maar of ze daarna iets hebben gedaan met de roep van de arbeiders om een hoger loon is haar niet duidelijk. “Dit was juist het moment voor bedrijven om duidelijk te maken waarvoor ze staan.”
Nog een lange weg te gaan
Of H&M de belofte kan waarmaken die zij in 2013 heeft gedaan? Daarover bestaat bij Scally geen twijfel. “Als H&M haar reclamebudget van één jaar zou vrijmaken, zou zij haar arbeiders in Cambodja 6.5 jaar een leefbaar loon kunnen betalen! En als de voormalige CEO van het bedrijf, Stefan Persson, met zijn vermogen van 19,9 miljard alle arbeiders die voor H&M in Bangladesh werken dertig jaar lang van een leefbaar loon kan voorzien, dan gaat het niet meer om de vraag of H&M het kan waarmaken maar of ze het willen waarmaken.”
Leefbare lonen in de kledingindustrie hebben nog een lange weg te gaan, schreef OneWorld eerder. En dat blijkt maar weer. Dat het niet gemakkelijk is, zoals H&M ook duidelijk maakt in haar sustainability report, ontkent niemand. Maar of de noodzaak en de wil er oprecht is bij kledingbedrijven, valt te betwijfelen. Want wanneer je, zoals H&M zegt, al twee decennia bezig bent te werken aan een leefbaar loon, maar nu nog steeds je arbeiders onder de armoedegrens betaalt, is het de vraag waar je prioriteiten liggen.