Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
5 december is een belangrijk thema binnen ons multiculturele gezin, dat bestaat uit een vader, moeder, kind en een middelgrote hond. We wonen in een kleine, redelijk multiculturele gemeente in de provincie Groningen. Tegenover enige aardbevingsschade staat een oud huis op een groot perceel met een appelboom, genoeg plek voor een moestuin, een halve kinderboerderij én tuinfeesten waarop de hele familie ook buiten coronatijd al anderhalve meter afstand kon houden.
Maar rijd ik vanaf deze plek 15 minuten naar het noorden, oosten of zuiden, dan neemt die multiculturaliteit af, en het aanbod racistische stereotypen gedurende december toe. Op Facebook en Marktplaats kan ik bijvoorbeeld in een handomdraai de échte zwarte Piet inhuren, zodat het bij mij thuis ‘nog écht ouderwets gezellig kan worden’. En een aanzienlijk deel van de mensen in mijn omgeving denkt dat het N-woord prima in het dagelijkse vocabulaire past.
“
Op Facebook en Marktplaats kan ik in een handomdraai de 'echte' zwarte Piet inhuren
Met mijn zwarte dochter – het liefdevolle product van onze multiculturele samenleving – heb ik in deze contreien in december dus niets te zoeken. En dat doe ik dan ook niet. Maar of het genoeg is om haar te behoeden voor het zien van de racistische karikatuur van haar voorouders?
Vluchten voor de intocht
Toen de sinterklaasintocht over het water in onze gemeente vorig jaar niet doorging (door corona), voelde dat als een opluchting. We wonen namelijk aan het water en normaal gesproken vaart de boot vol dansende, zwart geschminkte witte mensen met afropruiken letterlijk voor onze voordeur langs. Omdat wij ons uiterste best doen onze dochter niet met dit racistische beeld van haar voorouders te confronteren, vluchten wij sinds wij hier wonen tijdens de intocht van huis. Dit jaar ging de intocht wel door en bleven we thuis. Op de boot die langs ons huis voer, stonden twee roetveegpieten; de rest van het gezelschap was nog altijd zwart geschminkt.
“
In ons plaatstelijke winkelcentrum verdween zwarte Piet uit de etalages
Mijn man en ik hebben op deze A-locatie wel eens een kritisch spandoek overwogen. Maar met een jonge, schoolgaande dochter en zwarte Piet als mascotte van extreemrechtse groeperingen, hebben we daar toch maar van afgezien. Ik houd het bij het aanschrijven van instanties. Zo nam ik de afgelopen jaren contact op met zowel de burgemeester als de winkeliersvereniging om mijn zorgen te uiten over de karikaturale figuur zwarte Piet.
Ik was waarschijnlijk niet de enige, want in het plaatselijke winkelcentrum is de versiering een jaar na die eerste mailwisseling (waarin de gemeente weliswaar begripvol was, maar geen stelling durfde nemen) aangepast en verdween zwarte Piet uit de etalages. En het college van burgemeester en wethouders bekende vorig jaar eindelijk kleur en gaf aan dat, indien er bij openbare intochten zwarte Pieten aanwezig zijn, de collegeleden niet beschikbaar zijn om de Sint welkom te heten.
Racisme is welkom, mijn kind niet
Ook buiten de decembermaanden beïnvloeden de racistische onderdelen van het Sinterklaasfeest onze keuzes. Zo overwogen we maar liefst vier basisscholen voor ons kind: twee openbare en twee christelijke. Uiteindelijk gingen we voor de openbare school, waar zwarte Piet geen plek meer heeft.
De aanpak van deze school zei ons iets over de mate waarin zij een fijne en veilige plek wil zijn voor álle kinderen. Onze dochter komt thuis met zelf geknutselde regenboogpieten, en teksten als ‘ook al ben ik zwart als roet, ik meen het tóch goed’ leert ze op school niet.
“
De deur staat in de praktijk niet voor alle kinderen open, wél voor racisme
Hadden we voor een van de andere scholen gekozen, dan zouden we onze dochter – net zoals we dat tijdens haar peuterspeelzaaltijd deden – op de dag van het sinterklaasbezoek thuis moeten houden. De twee christelijke basisscholen accepteerden deze ‘tussenoplossing’ overigens volledig, maar voor ons was het onacceptabel. Dat zwarte Piet binnen het christelijk onderwijs nog gewoon een plek mag hebben, vind ik ergens wel grappig: de deur staat in de praktijk dus níet voor alle kind’ren open, wél voor racisme. En heb uw naasten lief als uzelf leest blijkbaar vooral lekker weg.
Flinterdunne bubbel
Tijdens de televisie-uitzending van de nationale intocht vluchten we meestal met onze dochter naar het bos. Rond haar leeftijd kunnen we het aanbod aan sinterklaasprikkels nog reguleren. We spelen dan tikkertje, klimmen in bomen, en hebben een fijne ochtend. ’s Avonds mag ze een schoen zetten. Want als kinderen in de tv-uitzending worden opgeroepen hun schoen te zetten, wil ik niet dat mijn dochter de volgende dag de enige is ‘bij wie Sinterklaas niet langs is gekomen’.
“
Het magische van Sinterklaas biedt een onschuldige bubbel
Ik begrijp wel waarom ouders aan de betovering vasthouden; als ouder vind je het geweldig om je kind zo verrast en verrukt te zien. Ze springt een gat in de lucht als ze bijvoorbeeld een memoryspel uit haar pantoffel haalt. Dat brengt herinneringen terug aan mijn eigen jeugd, ik ben dan ook weer even kind. Het magische van Sinterklaas biedt een onschuldige bubbel waarin we onze kinderen graag grootbrengen.
Want zelf heb ik, als witte Nederlander, prachtige herinneringen aan de sinterklaasviering. Het samenzijn met familie, de magie van geklop op de deur en een zak vol cadeautjes vinden, warme chocolademelk drinken en pepernoten eten tot je buikpijn krijgt. Elementen die zonder een zwarte Piet en zelfs zonder een Sinterklaas nog altijd overeind kunnen blijven. Natuurlijk is het jammer dat de muren van die bubbel zo flinterdun blijken te zijn, maar dat is niet de schuld van de mensen die de bubbel doorprikken.
Kinderdag?
We vieren als gezin meestal met mijn ouders Sinterklaas. Vorig jaar hoefde er geen Piet op de deur te kloppen, want mijn dochter vond een van de geheime schuilplaatsen van de cadeaus. waarna ik opbiechtte dat Sinterklaas al zo oud is, dat hij ons heeft gevraagd om met zijn geld cadeautjes voor elkaar te halen. Toen ze zag dat ik namens Sinterklaas een eenhoorn voor haar had gekocht, riep ze: ‘Wauw, goed gedaan mama!’ En dat vond ik, met het oog op mijn snelle reactie terwijl ik het zweet van mijn voorhoofd depte, eigenlijk ook wel.
Hoe we de komende jaren 5 december vorm gaan geven, weet ik nog niet. Met de bittere bijsmaak die ik maar moeilijk van mij af kan schudden, bestaat de kans dat we er de komende jaren langzaamaan van afstappen.
“
Waarom geen ‘kinderdag’ zoals in Suriname op 5 december gevierd wordt?
In plaats daarvan zouden we kunnen gaan voor ‘kinderdag’ zoals dat ook in Suriname op 5 december gevierd wordt. Een jaarlijks moment waarop kinderen extra in de watten worden gelegd en je leuke dingen onderneemt. Naast dat we onze dochter dan een mooi cadeau geven waarvoor een fantasiefiguur niet met de eer strijkt, zouden we eveneens met haar kunnen nadenken over hoe we een aantal andere kinderen óók een leuke dag kunnen bezorgen. Een beetje minder commercie dus, en een beetje meer naastenliefde.
Als Pakjesavond achter de rug is, hebben we 364 dagen de tijd om als gezin uit te vinden hoe we 5 december voortaan zullen invullen. Ik kijk er nu al naar uit.
Een eerdere versie van dit stuk verscheen op OneWorld.nl op 4 december 2020.