Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Hoe moeilijk kan het zijn om een filmavond in een bioscoop te organiseren? Vier jaar geleden was dat nog praktisch onmogelijk in Sudan – en toch zetten vier oude filmmakers hun zinnen op het heropenen van een vervallen bioscoop. Dat ze hierdoor in het vizier van de veiligheidsdiensten kwamen en zelfs arrestatie riskeerden, hield ze niet tegen. Regisseur Suhaib Gasmelbari (40), die in Frankrijk aan de filmacademie studeerde, raakte zo geïnspireerd door hun vastberadenheid dat hij besloot er zelf een film over te maken. In
Talking about Trees legt hij vast waarom deze vier bevriende gepensioneerde filmmakers alles op alles zetten om in elk geval één film af te spelen in een oude bioscoop in Khartoum, en zo de filmcultuur in leven te houden.
In veel scènes blikken de vier mannen nostalgisch terug op de tijd dat ze nog openlijk films konden maken – vóór de militaire coup van 1989. In dat jaar kwam Omar al-Bashir aan de macht, en zou daar dertig jaar blijven en elke vorm van kunst en expressie hardhandig neerslaan. Ook deze regisseurs werden ontslagen, gearresteerd of verbannen. In Talking about Trees spelen ze hun eigen trauma’s na, en nemen die op met een smartphone. Zo gaat één van hen op een vieze wc zitten waar het water op zijn hoofd druppelt; zo werd hij na zijn arrestatie in de jaren 90 urenlang opgesloten.
“
Na dertig jaar is er eindelijk weer wat artistieke vrijheid in Sudan
Het maken van Talking about Trees was een flinke uitdaging, en dat de film af is én zelfs in Sudan wordt gedraaid, spreekt boekdelen: er is, sinds de revolutie die in 2018 begon (zie kader), eindelijk weer wat artistieke vrijheid in het land. Maar waar moet je beginnen als artiest die dertig jaar lang niet mocht werken? Of als je, zoals Gasmelbari, een filmmaker bent die in zijn hele jeugd niet een keer een bioscoop bezocht?
Terug van nooit weggeweest
Gasmelbari laat zich, net als veel jonge Sudanese artiesten, inspireren door de laatste generatie die wél artistieke vrijheid had. In de jaren 60 en 70 bruiste de Sudanese film-, muziek- en kunstindustrie. “Film was populairder dan voetbal”, vertelt hij. Tijdens zijn studie in Frankrijk verdiepte hij zich in de Sudanese cinema, en werd hij ‘verliefd’ op de politiek beladen films van vóór de coup.
“
Machthebbers zijn bang voor kunst; daarmee kunnen Sudanezen hun eigen geschiedenis vastleggen
Eenmaal terug in Sudan na zijn opleiding, kwam hij in aanraking met de vier mannen, de regisseurs van dezelfde films waar hij zo van onder de indruk was. Hoewel het heropenen van de bioscoop toen nog slechts een pril idee was, hadden de vier wel al een aantal kleinschalige filmavonden georganiseerd. Tijdens een van die avonden raakte Gasmelbari opnieuw geïnspireerd door hun vastberadenheid. “Er stond een harde wind die avond, dus twee van hen stonden op, gingen elk aan één kant van het scherm zitten om het vast te houden. Ze bleven zo zitten en lachten nerveus terwijl het publiek van de film genoot. Dat was voor mij een les in verzet. Toen ik hoorde dat ze de bioscoop wilden heropenen, wist ik dat ik daar een film over wilde maken.”
De Sudanese revolutie
Als gevolg van een economische crisis gingen Sudanezen in december 2018 in verschillende steden de straat op. De bevolking protesteerde niet alleen tegen de stijgende voedselprijzen; ze eisten ook het aftreden van president Omar al-Bashir. Tijdens een militaire staatsgreep in april dit jaar werd hij afgezet.
Daarop volgde een periode van voortdurende protesten tegen de generaals die de macht overnamen, die met hard geweld werden neergeslagen. Momenteel is een overgangsregering aan de macht, maar er vinden nog steeds protesten plaats tegen de overblijfselen van het regime.
Gasmelbari is niet de enige artiest die zijn kunst ziet als een vorm van verzet, en zich daarbij laat inspireren door de vorige generatie.
Tijdens de protesten van dit jaar speelde kunst en muziek een belangrijke rol: muren en wegen stonden vol met graffiti en muurschilderingen, vaak geïnspireerd door wereldberoemde Sudanese artiesten uit de jaren 60 en 70, zoals
Kamala Ishag en het kunstcollectief
The Khartoum School. Ook de
concerten die tijdens recente demonstraties werden gehouden, deden denken aan Sudanese orkesten uit de jaren 60 en 70. Nog steeds worden de muren vol geschilderd met de gezichten van jonge demonstranten die slachtoffers zijn geworden van recent geweld.
Met regelmaat verven de veiligheidsdiensten de muren weer wit, waarna er binnen een paar weken een nieuw werk te bewonderen is.
Kunst als verzet
Waarom zijn machthebbers zo bang voor een film, concert of een muurschildering? “Ze willen de herinnering van het Sudanese volk wissen,” zegt Gasmelbari. “Dat willen ze vervangen door hun eigen propaganda, hun totalitaire idee van hoe de staat eruit moet zien. Na de coup van 1989 werd de televisie in één nacht een propagandamiddel.” Door middel van kunst kunnen Sudanezen juist hun eigen geschiedenis vastleggen én tegelijk
aandacht vragen voor hun situatie. Zo bereikt
Talking about Trees een mijlpaal: in de film geven de autoriteiten voor het eerst in decennia toe dat de filmindustrie niet alleen om administratieve redenen is platgelegd, maar dat er politieke redenen achter zitten. Ook nu
roepen artiesten elkaar en de buitenwereld op om hun werk zoveel mogelijk te delen en het dit keer goed te bewaren, zodat hun herinnering niet wordt uitgewist.
“
We moeten altijd blijven praten over kunst – het is een vorm van verzet tegen alles wat haat zaait
Gasmelbari koos er heel bewust voor om alle scènes waarin de crew actief wordt tegengewerkt of zelfs bedreigd door de autoriteiten, niet expliciet te laten zien: hij wil het regime die eer niet geven. In plaats daarvan zit de film vol met humor, vriendschap en optimisme. Als blijkt dat de mannen bij het ministerie van Nationale Veiligheid toestemming moeten vragen voor hun filmscreening reageren ze niet boos of bang, maar kijken ze elkaar met een geniepige glimlach aan: ‘
Here comes trouble.’ Gasmelbari: “Het verhaal moest trouw blijven aan
hun manier om met de situatie om te gaan. Ik zie het als een symbolische overwinning om een film te maken die om de karakters en de kunst draait, en níet om het regime.”
Kunst in tijden van onderdrukking is in feite altíjd een vorm van verzet – daarop wijst ook de titel van de film, Talking about Trees. Het refereert naar een gedicht van de Duitse schrijver Bertolt Brecht, geschreven in oorlogstijd: What kind of times are these, when talking about trees is almost a crime, because it implies silence about so many horrors? Gasmelbari: “Alle artiesten ervaren zo’n innerlijke strijd als ze onder repressie werken. Mag ik me wel bezig houden met films, kunst of muziek, terwijl er de meest vreselijke dingen gebeuren? Maar we moeten júist altijd blijven praten over kunst, over alles wat mooi is. Het is een symbolisch verzet tegen alles dat haat zaait.”
Talking about Trees is op 24 november om 16:00 te zien als deel van het International Documentary Festival (IDFA) in de Brakke Grond, Amsterdam. OneWorld-hoofdredacteur Seada Nourhussen leidt na de film een Q&A-sessie met regisseur Suhaib Gasmelbari.