Terwijl de bikini’s en boerkini’s weer opgeborgen worden in de winterkoffers, kijkt onderzoeker Corina Duijndam terug op een zomer die begon met de aanslag in Nice en eindigde met het Franse boerkiniverbod.
Begin september publiceerden de Vrije Universiteit en het WODC (Ministerie Veiligheid en Justitie) een rapport dat laat zien dat maatregelen als dit verbod ervoor zorgen dat juist Frankrijk belangrijk doelwit is van extremisten.
Het controversiële verbod op de boerkini, dat onder andere is ingevoerd om terroristische aanslagen tegen te gaan, zal dan ook een tegenovergesteld effect hebben
2012. Mohammed Merah vermoord zeven mensen in Toulouse en Montauban. Als wraak op het verbod op de niqab, zo stelt hij. Vier jaar later, op 14 juli 2016, rijdt Lahouaiej-Bouhlel op de boulevard van Nice 84 mensen dood. Niet lang daarna verbieden 32 kustgemeenten het dragen van de boerkini. Staan deze gebeurtenissen los van elkaar? Nee. Het zijn voorbeelden van een neerwaarts spiraal waar Frankrijk middenin zit. Het controversiële verbod op de boerkini, dat onder andere is ingevoerd om terroristische aanslagen tegen te gaan, zal dan ook een tegenovergesteld effect hebben.
Frankrijk is één van de belangrijkste vijanden
Begin september publiceerden de Vrije Universiteit en het WODC (Ministerie Veiligheid en Justitie) het rapport ‘Bedreigde identiteiten, de wisselwerking tussen anti-islambewegingen en de radicale islam’. Het beschrijft dat Frankrijk in de afgelopen twee jaar niet voor niets acht keer slachtoffer is geweest van radicaalislamitisch geïnspireerde aanslagen, waarbij in totaal bijna 240 mensen het leven lieten. Voor radicaalislamitische groeperingen geldt Frankrijk namelijk als een van de belangrijkste vijanden. Zo noemde Al Qaida Frankrijk in 2006 ‘de moeder van alle ziektes’. En op een Jemenitische website was, na de verwoesting van een pijpleiding van het Franse Total te lezen: ‘“verlaat ons land, en stop met het belachelijk maken van onze religie”.
Waar komt deze vijandigheid vandaan? Het rapport citeert een aantal Franse radicalisme-experts, die stellen dat Frankrijks volharding in ‘laïcité’ een van de belangrijkste redenen is dat Frankrijk als ‘hoofdopponent’ wordt gezien. Om dit te begrijpen is het nodig dieper in te gaan op dit Franse concept ‘laïcité’ en de manier waarop het steeds meer tegen moslims wordt gebruikt.
De scheiding tussen staat en religie
Laïcité werd in 1905 vastgelegd in de wet: de scheiding tussen staat en religie, en een publiek domein dat (officieel!) vrij is van religie. Haar oorsprong ligt in de Franse revolutie in 1789, toen men de macht van de katholieke kerk en adel wilde inperken, en een gelijke samenleving nastreefde, onder het devies ‘Liberté, egalité, fraternité’.
Gesluierde nonnen werden begin vorige eeuw met harde hand van openbare plekken verwijderd door het Franse leger
Gesluierde nonnen werden begin vorige eeuw met harde hand van openbare plekken verwijderd door het Franse leger. Het was aanvankelijk een ideaal van links, maar dit veranderde met de ‘hoofddoekjesaffaire’ in 1989: drie meisjes werd de toegang tot school geweigerd omdat ze een hoofddoek droegen. Het zou het begin zijn van het verbod op het dragen van religieuze symbolen op de openbare school. Vanaf dat moment zagen ook Sarkozy’s partij, de UMP, en vervolgens het Front National het belang van laïcité.
Hiermee werd het steeds meer gebruikt om specifiek de zichtbaarheid en aanwezigheid van de islam aan banden te leggen. Islamdeskundige Oliver Roy spreekt van ‘laïcisme’: laïcité enkel voor moslims. Zo heeft Frankrijk 8500 katholieke en zevenhonderd joodse, grotendeels door de overheid gesubsidieerde scholen, terwijl er tot 2006 maar één islamitische school was, na acht jaar van onderhandeling.
‘Je baard is don’t laïk, je hoofddoek is don’t laïk, je geloof is don’t laïk’, zijn de veelzeggende, en kritische woorden van rapper Médine in het nummer ‘Don’t laïk’. Médine is een belangrijke stem van jongeren in de buitenwijken. In een verklaring na het uitkomen van het nummer – hij werd beschuldigd van anti-laïque uitspraken – stelde hij vóór laïcité te zijn. Als het consequent zou worden toegepast.
Een nieuw dieptepunt
Het verbod op de boerkini, dat volgens voorstanders in lijn is met de principes van ‘laïcité’, is een nieuw dieptepunt in het rijtje. Ondanks een negatieve uitspraak van de Raad van State ondersteunen veel politici het verbod, waaronder premier Valls.
Zo heeft Frankrijk twee krachten die elkaar versterken. Aan de ene kant zorgen de aanslagen ervoor dat anti-islamsentimenten toenemen. Samen met het ‘laïcité-beginsel’ zorgt dit voor een relatief brede steun voor maatregelen als het boerkiniverbod. Het laïcisme normaliseert. Het vijandbeeld wordt daarbij opgerekt van extremistische moslims tot álle moslims.
‘Gewone burgers’ nemen steeds meer het heft in eigen hand, en het aantal anti-moslimdaden stijgt
Een woordvoerder van de gemeente Cannes stelde dat de boerkini ‘trouw uitdrukt aan terroristische bewegingen die oorlog tegen ons voeren’. ‘Gewone burgers’ nemen steeds meer het heft in eigen hand, en het aantal anti-moslimdaden stijgt. In 2015 werden 905 meldingen gedaan, met daarvan 55 mishandelingen, een enkele keer tot de dood aan toe. Een aantal weken geleden nog werden twee islamitische vrouwen met hoofddoek geweigerd in een Parijs’ restaurant. Net als de filmpjes van de aanslagen circuleren ook deze filmpjes van anti-moslimacties, maar dan niet op de mainstreamkanalen. Zij worden als dankbaar bewijs gebruikt door extremisten om aan te tonen dat Frankrijk het op moslims heeft gemunt.
Koren op de molen van extremisten
Aan de andere kant zijn deze ontwikkelingen dus koren op de molen van de extremisten die zieltjes winnen met dergelijke ‘bewijzen’ van het anti-moslimklimaat in Frankrijk. Het heeft hen inderdaad geen windeieren gelegd: Frankrijk heeft van Europa het grootste aantal jongeren dat naar Syrië is uitgereisd, namelijk rond de 1700 (cijfers uit 2015). En teruggekeerde jongemannen waren verantwoordelijk voor een deel van de aanslagen.
Het zijn twee opponenten die elkaar in de tang houden, en hierdoor beide radicaliseren: de uitwassen van radicale islam en anti-islam. Ze trekken een toenemend aantal mensen mee naar beneden, en de twee vijandbeelden strekken zich uit over een steeds groter deel van de bevolking. Het lijkt er niet op dat Frankrijk iets doet om dit spiraal te doorbreken. Het dieptepunt is dus nog lang niet bereikt.
Corina Duijndam is een van de onderzoekers van de Vrije Universiteit die meewerkten aan het WODC-rapport ‘Bedreigde identiteiten: De wisselwerking tussen anti-islambewegingen en de radicale islam’ (2016). Haar boek ‘De gekleurde werkelijkheid. Jonge moslims tussen uitersten’, over jongeren in buitenwijken van Frankrijk en Nederland kwam dit jaar uit (Querido 2016).