Van de bijna miljoen Syrische kinderen in de schoolgaande leeftijd, gaan er 230.000 naar tijdelijke scholen waar het lesaanbod beperkt is. 370.000 kinderen zijn nog niet opgenomen in het systeem, blijkt uit de cijfers van het Turkse ministerie van Onderwijs. Ook het aanbod van gezondheidszorg is beperkt. Behandeling van bijvoorbeeld een chronische ziekte moeten Syriërs zelf betalen.
Aan werk komen is het grootste probleem binnen de ‘tijdelijke bescherming’, die de meeste Syriërs kregen van de overheid. Van de twee miljoen Syriërs in de werkende leeftijd, heeft slechts 1 procent een werkvergunning. De meeste Syriërs werken illegaal. “Zij vullen banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, voor nog geen twee dollar per dag. Dit zorgt voor uitbuiting. Kinderen in fabrieken, seizoenarbeiders die als slaven in hutjes op het land gehouden worden: schrijnende verhalen die realiteit zijn voor Syriërs in Turkije. In november kwam een arts uit Aleppo nog om bij een explosie in een kledingfabriek in de Turkse stad Bursa.”
Met de inval in Afrin opende Turkije in januari een nieuw hoofdstuk in het conflict in Syrië. Het doel van de operatie is om Syriërs terug te laten keren naar hun land, maar het einde van het conflict lijkt nog lang niet in zicht.
“In 2017 waagden 12.395 Syriërs, ondanks de EU-Turkije-deal, de oversteek van Turkije naar de Griekse eilanden.
Dit artikel is tot stand gekomen met de Lira Startsubsidie voor jonge journalisten.
Integreren moet je zelf doen
“Laatst sprak ik een meisje aan bij de kapper die haren opveegde. Ze was Syrisch en tien jaar oud. Dat breekt mijn hart.
Afgelopen jaar kreeg ze twee kinderen, Fatima (13 maanden) en Mohammed (2 maanden). “Ik ben niet van plan om te stoppen met studeren, in welke fase van mijn leven ik ook zit”, zegt Khaijda, terwijl ze haar dochter voedt. “Als moeder vind ik het belangrijk dat ik mijn kinderen kan opvoeden vanuit kennis. Als je als moeder niet kunt lezen en schrijven, krijgen je kinderen een achterstand op school.” Khaijda omschrijft zichzelf als een geëmancipeerde vrouw. “Als ik niet kook, eten we ’s avonds kebab. Mijn man studeert in het weekend, ik doordeweeks. We hebben de taken verdeeld.”
Volgens Khaijda hangt integratie van jezelf af. “Turkse basisscholen zijn toegankelijk voor Syrische kinderen, maar veel ouders laten hun kind uit nood werken.” Kinderarbeid is in Gaziantep een groot probleem. “Ik zie dagelijks kinderen werken. Jongens die afval verzamelen op straat, meisjes die werken als schoonmaakster. Laatst sprak ik een meisje aan bij de kapper die haren opveegde. Ze was Syrisch en tien jaar oud. Dat breekt mijn hart.”
Toch zijn er volgens de studente voldoende mogelijkheden in Turkije om rond te komen. Via hulpprogramma’s van Turkse hulporganisaties bijvoorbeeld. “Maar Syriërs willen niet in de rij staan voor een voedselpakket, daar zijn ze te trots voor. Ze werken dan liever voor weinig geld.”
Khaijda heeft nooit overwogen naar Europa te gaan. Ze wil terug naar Syrië. “Ik wil dat mijn kinderen op straat kunnen buitenspelen, zonder angst voor een bom op hun hoofd. We willen ons land weer opbouwen,” zegt ze stellig.
Ondernemer tegen wil en dank
“Turken kijken naar uiterlijk. Als je onverzorgd bent, staat dat voor armoede en willen ze geen zaken doen. Ik ben daarom altijd goedgekleed.
Turkije verdient goed aan Syriërs, zegt Feras. “Waar je ook heengaat in Turkije, je ziet Syriërs werken. Maar Turken zijn niet blij met ons. Syriërs accepteren een laag salaris, waardoor Turken moeilijker aan een baan komen. ‘Voor jou tien Syriërs’, zeggen werkgevers.” Zijn succes dankt hij aan eerlijk en professioneel zijn, en de cultuur doorgronden. “Turken kijken naar uiterlijk. Als je onverzorgd bent, staat dat voor armoede en willen ze geen zaken doen. Ik ben daarom altijd goedgekleed.” Hij lacht: “Ze moeten denken: die vent slaapt op een bed met geld.”
Feras’ oma is Turks, dus hij heeft als een van de weinige Syriërs een Turks paspoort. Dat maakt het leven voor hem gemakkelijker. “Me hier thuisvoelen was voor mij niet moeilijk. Mensen hebben dezelfde geschiedenis, ideeën en cultuur. Voor Syrische mensen is Turkije een goede mix tussen Oost en West.” Feras spreekt vloeiend Arabisch, Engels en Turks, en leert nu Russisch. “Ik spreek straks alle toekomsttalen van Syrie”. Hij ziet een goede toekomst voor zichzelf in Turkije. Maar als het kan, gaat hij terug naar Syrië. “Ik wil daar dokter worden.”
Geen dokter die kan helpen
“Drie keer probeerde ze met haar moeder per boot naar de Griekse eilanden te gaan.
Nour spreekt vloeiend Turks. Ze kan haar rechtenstudie afmaken in Turkije, maar dan moet ze eerst geopereerd worden. De basiszorg waar Nour als vluchteling toe veroordeeld is, is niet gespecialiseerd genoeg om te achterhalen wat het probleem is. “Ik ben meerdere keren in het ziekenhuis geweest. Ze willen me bij uitzondering eenmalig gratis opereren. Maar hoe kun je me opereren als je niet weet wat er aan de hand is?” Daarom wil ze weg uit Turkije. Drie keer probeerde ze met haar moeder per boot naar de Griekse eilanden te gaan. Twee keer zonk de boot en werden ze door de kustwacht teruggebracht naar Turks vasteland. De laatste poging werd gedwarsboomd door de net gesloten EU-Turkije-deal. “We konden de boot niet op, de zee was vol met surveillance”, vertelt Nour. Ze is nog steeds geïrriteerd als ze aan deze laatste poging denkt: “Zonde van het geld.”
Alle hoop is nu gericht op Canada. Daar kun je met vijf gezinnen een Syrische familie adopteren en over laten komen, een uniek vluchtelingenhervestigingsprogramma. Nour en haar familie zijn ‘geadopteerd’ door een Canadese kerk. “In november heb ik een interview gehad op de Canadese ambassade in Ankara. Ik hoop zo snel mogelijk op het vliegtuig te stappen”, besluit Nour. En anders? “Dan stap ik weer op de boot.”
Dit artikel is tot stand gekomen met de Lira Startsubsidie voor jonge journalisten van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand