Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld.
Word abonnee
Update 16 maart 2020
Vanaf vandaag worden nieuwe asielzoekers niet meer toegelaten tot de asielopvang in Nederland. Vanwege de corona-uitbraak heeft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid besloten om het landelijke aanmeldcentrum voor asielzoekers in het Groningse Ter Apel te sluiten. De maatregel geldt in elk geval tot 6 april, en in de tussentijd zullen nieuwe asielzoekers verblijven in een noodopvang. Het is nog niet bekend waar die opvang komt, maar mensen zullen waarschijnlijk in tenten en paviljoens worden overgebracht. Er lijkt de laatste tijd een lichte toename in het aantal nieuwe asielaanvragen: vorige week meldden zich in totaal 634 mensen uit uiteenlopende landen bij Ter Apel; de week ervoor waren dat er 573.
Het loket van de IND blijft alleen open voor spoedzaken. Nieuwe asielzoekers kunnen dus geen asielaanvraag doen; lopende asielaanvragen zullen hierdoor nog langer duren. Als een asielaanvraag te lang duurt, kunnen asielzoekers normaal gesproken aanspraak maken op regelingen zoals een dwangsom. Maar in dit geval is er sprake van overmacht, volgens Grapperhaus – ook deze regeling vervalt dus.
De Turkse president Erdoğan had er al meermaals mee gedreigd: hij zou Syrische vluchtelingen niet meer tegenhouden aan de grens met Europa. Op 27 februari voegde hij de daad bij het woord. Duizenden mensen probeerden de oversteek naar Griekenland te maken, maar de grens aan de Griekse kant bleef – op bevel van de nieuwe rechtse regering aldaar – dicht. In een strook niemandsland liepen de migranten vast.
Ondertussen duwen inwoners van het Griekse Lesbos boten met vluchtelingen met stokken van de kust weg. Hoe kan dit? Zou zo’n scenario, met alle verdragen die Europese landen met elkaar hebben gesloten om vluchtelingen te helpen, niet ondenkbaar moeten zijn? Komen we onze eigen afspraken wel na?
Hoe zit het met de omstreden ‘Turkijedeal’?
In 2016 sloot de EU een omstreden ‘ruildeal’ met Turkije, waarin stond dat alle vluchtelingen die via Turkije ‘illegaal’ naar Griekenland overstaken, teruggestuurd zouden worden. Een groot deel van deze vluchtelingen kwam uit Syrië, maar ook uit bijvoorbeeld Eritrea en Afghanistan kwamen mensen naar Turkije. Voor elke Syrisch persoon die werd teruggestuurd naar Turkije, zou Europa een officieel erkende Syrische vluchteling uit Turkije ‘overnemen’. Turkije zou bovendien vluchtelingen gaan tegenhouden aan de grens met Europa.
“
Toen de Turkijedeal werd gemaakt, waren al 10.000 vluchtelingen vermist of overleden
Het land zou in ruil daarvoor jaarlijks 1,5 miljard euro ontvangen – officieel bedoeld voor de opvang van deze vluchtelingen. De afspraak zou een einde moeten maken aan de vele verdrinkingsdoden in het zeegebied tussen Turkije en Griekenland. Sinds het begin van de vluchtelingencrisis in 2015 waren er op het moment dat de deal gesloten werd, al
meer dan tienduizend vluchtelingen die via zee reisden vermist of overleden.
En inderdaad, sinds de ‘Turkije-deal’ verdronken er minder mensen en kwamen er minder vluchtelingen vanuit Turkije Griekenland binnen. Maar Syrische vluchtelingen die in Griekenland op de eilanden verbleven, konden niet doorreizen naar het vasteland. Ze zaten vast in overvolle kampen in afwachting van de start van hun asielprocedure of van uitspraak in hun asielaanvraag.
Die onzekere situatie werd nog eens bemoeilijkt doordat er zowel vluchtelingen van voor als van na de deal op de eilanden verbleven, wiens rechten anders waren en voor wie andere procedures golden. In Turkije hoopte het aantal vluchtelingen zich ondertussen op en ook daar verbleven mensen onder erbarmelijk leefomstandigheden – als ze al werden opgevangen. Andere vluchtelingen werden gedetineerd of teruggestuurd naar Syrië.
“
Veel vluchtelingen die Europa ‘terug’ wilde sturen naar Turkije, mochten helemaal niet worden teruggestuurd
Een groot deel van de vluchtelingen die Europa ‘terug’ wilde sturen naar Turkije,
mocht bovendien helemaal niet worden teruggestuurd, omdat Turkije zich niet aan de afspraken houdt die in het Vluchtelingenverdrag staan, en daardoor geen ‘veilig derde land’ is voor vluchtelingen.
In dit Vluchtelingenverdrag, een VN-verdrag dat in 1951 werd afgesloten, spreken alle deelnemende landen af om niemand terug te sturen die het risico loopt om in het thuisland vervolgd te worden. Ook staat er in dit verdrag dat elke persoon het recht heeft om elders asiel te zoeken, met uitzondering van vluchtelingen die oorlogsmisdaden of andere ernstige misdrijven hebben begaan (hun mag het vragen van asiel onthouden worden).
“
Het Vluchtelingenverdrag is bindend, maar geen enkel orgaan ziet erop toe dat het wordt nageleefd
Hoewel dit verdrag bindend is, ziet geen enkel orgaan erop toe dat het wordt nageleefd. Wel kunnen individuen een klacht indienen bij het Internationaal Gerechtshof of het Mensenrechtencomité van de VN, maar hier wordt praktisch geen gebruik van gemaakt. Eerder halen vluchtelingen een ander verdrag aan met een beter controleorgaan, zoals het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, dat een eigen hof heeft. Een land kan ook een klacht indienen tegen een ander land bij het Internationaal Gerechtshof, maar dit is
nog nooit gebeurd. Concrete sancties voor het niet naleven van het Vluchtelingenverdrag zijn er dus niet.
Nederland komt afspraken niet na
Vluchtelingen zijn in Europa verplicht om asiel aan te vragen bij het eerste land van aankomst, volgens de zogeheten
Dublinverordening, die sinds september 2003 van kracht is. Maar daardoor zijn landen als Griekenland, Italië en Hongarije onder grote druk komen te staan. Daarom besloot de Europese Commissie in 2015 dat 160.000 vluchtelingen ‘herverdeeld’ zouden worden. Nederland zou ruim zesduizend vluchtelingen opnemen. Dat aantal werd voor elk lid van de Europese Unie bepaald, aan de hand van verschillende factoren, zoals het bruto binnenlands product, het inwonersaantal, het gemiddelde aantal asielaanvragen en de werkloosheid in een land.
“
Er worden veel te weinig vluchtelingen opgevangen, en vluchtelingen worden onrechtmatig het land uitgezet
Volgens dit beleid zouden de vluchtelingen binnen twee jaar herverdeeld moeten zijn, maar in de praktijk werden er in Europa nog geen kwart van het afgesproken aantal mensen herplaatst. Met uitzondering van Malta, dat 131 vluchtelingen moest opnemen, hield geen enkel land zich aan de afspraken. Ook Nederland schoot tekort: hier werden
minder dan drieduizend vluchtelingen opgenomen. Polen, Hongarije en Tsjechië werkten überhaupt niet of nauwelijks mee aan de overeenkomst, terwijl dat verplicht was. Zij moesten daarom bij het Europees Hof verschijnen, waar werd uitgesproken dat
‘deze lidstaten zich niet aan de Unierechtelijke verplichtingen mogen onttrekken’, maar echte consequenties bleven uit. Ook de andere landen die de afspraken niet waren nagekomen, gingen vrijuit.
Collectieve uitzetting is verboden
Ondertussen worden er niet alleen veel te weinig vluchtelingen opgevangen, vluchtelingen worden ook onrechtmatig het land uitgezet, zowel in Nederland als in de rest van Europa. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
verbiedt collectieve uitzetting, net als ’inmenging van openbaar gezag in het privéleven’, wat betekent dat de overheid gezinnen niet mag opbreken ténzij daar gegoede gronde voor is (bijvoorbeeld nationale veiligheid of de bescherming van een kind). Gezinnen die gescheiden dreigen te worden door uitzetting kunnen dus een beroep doen op dit bindende verdrag. Alle 47 lidstaten van de Raad van Europa (die geen onderdeel is van de EU; bij deze Raad zitten bijna alle Europese landen; niet alleen EU lidstaten) hebben het verdrag ondertekend.
Toch worden deze rechten niet altijd gewaarborgd, doordat mensen bijvoorbeeld worden teruggestuurd naar een land waar ze niet veilig zijn. Daarom stappen sommige uitgeprocedeerde vluchtelingen naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) om een land aan te klagen. Zoals Ali Mohammed al-Showaikhf, die na zijn uitzetting uit Nederland levenslang kreeg in Bahrein en een klacht indiende bij het EHRM. Ook twee vluchtelingen die in 2014 over hekken klommen om Spanje te bereiken, klaagden dat land aan nadat ze samen met ruim honderd andere vluchtelingen Spanje waren gezet. Ondanks het verbod op collectieve uitzetting gaf het Hof Spanje hier uiteindelijk gelijk.
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948)
Alle lidstaten van de Verenigde Naties hebben de universele mensenrechtenverklaring aanvaard. In artikelen 13 en 14 van dit verdrag wordt beschreven dat ieder mens het recht heeft om zich vrijelijk te verplaatsen binnen de grenzen van een land en dat ieder mens het recht heeft asiel te zoeken in een ander land. De UVRM is niet bindend, maar vormt wel een belangrijke standaard van mensenrechten en heeft invloed gehad op bijna honderd grondwetten. Ook vormt het de grondslag van organisaties als Amnesty en Human Rights Watch.
Het Handvest van de EU ondersteunt deze verklaring en is een bindende afspraak, waar onder andere het recht op asiel in genoemd staat.
Rutte wil geen vluchtelingenkinderen
Onlangs riepen Stichting Vluchteling, VluchtelingenWerk Nederland en Defence for Children Nederlandse gemeenten op om alleenstaande vluchtelingenkinderen die vastzitten in Griekenland, op te vangen. Volgens
artikel 22 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind is elke overheid verplicht om vluchtelingenkinderen bescherming te bieden. Meer dan vijftien gemeenten, waaronder Zwolle, Utrecht, Amsterdam en Arnhem, hebben sinds de oproep van 5 maart aangegeven bereid te zijn om mee te werken, maar daarvoor is wel instemming van de landelijke overheid nodig. En die is er niet: premier Rutte
zei vorige week nog dat Nederland geen vluchtelingenkinderen zal opvangen. Zelfs niet als gemeenten dat willen. Ook hier geldt: hoewel Nederland zich niet aan de afspraken houdt, blijven consequenties daarvoor veelal uit.