Dat de nummer twee van het Forum voor Democratie zoiets zegt, zal weinigen verbazen, maar dat Paul Witteman het in Buitenhof meteen als een serieuze en mogelijk succesvolle suggestie behandelde misschien wel. Die verbazing zou onterecht zijn: de visie van een toekomstig monochroom Nederland (of een monochrome wereld) wordt bijvoorbeeld ook door mijn oma gedeeld, en haar sympathieën liggen bepaald niet bij racistisch rechts.
“Het idee dat het verdwijnen van huidskleurverschillen een vorm van wereldverbetering is, is nou niet bepaald onschuldig.
Voor Hiddema is het project geslaagd als iedereen een witte Nederlander wordt, een pure uiting van witte suprematie, voor mijn oma is het in ieder geval nog een wederkerig principe. Maar dat Hiddema’s perspectief zo evident racistisch is, maakt niet dat de meer liberale, kleurenblinde, monochrome visie wél deugt.
Het idee dat het verdwijnen van huidskleurverschillen een vorm van wereldverbetering is, is nou niet bepaald onschuldig. Daarin weerklinkt eveneens de echo van koloniale retoriek over het ‘beschaven’ van mensen van kleur. Door deze retoriek verwordt iedere heteroseksuele relatie tussen iemand van kleur en een witte Nederlander tot een cru integratiemiddel, iets waar Hassan Bahara zich terecht tegen verzet.
Die relaties zijn niet inherent politiek, dat worden ze gemaakt. Zoals Reza Kartosen-Wong beargumenteert: “In onze moderne samenleving is een ingebeelde raciale hiërarchie waarin wit bovenaan staat, nog steeds onderdeel van het dominante discours en medebepalend voor hoe wij tegen gemengde relaties aankijken.”
Dat reduceren van mensen tot politiek project is al erg genoeg, maar dat Witteman en co. dit als een serieuze optie zien, geeft aan dat we nog steeds niet snappen hoe racisme eigenlijk werkt. Alsof racisme veroorzaakt wordt door het bestaan van verschillende hoeveelheden pigment in de menselijke huid.
“Alsof racisme veroorzaakt wordt door het bestaan van verschillende hoeveelheden pigment in de menselijke huid.
Racisme is het creëren van een hiërarchie aan de hand van eigenschappen die als inherent aan een bevolkingsgroep worden gezien. De focus op huidskleur is een belangrijke component in de constructie van ras, maar zeker niet de enige. Op ‘kleur’ focussen in plaats van op hiërarchie en machtsverschillen zorgt er ook voor dat we alledaagse racisme toestaan zolang het maar niet expliciet over huidskleur gaat, en zelfs met onzinexcuusjes als “moslims zijn geen ras” kunnen aankomen.
Als huidskleur de oorzaak van racisme was, dan konden we racisme oplossen door te doen alsof huidskleur niet telt of niet bestaat, en door ongemakkelijk te worden van iedere benoeming van huidskleur. Maar kleurenblindheid is geen oplossing. Kleurenblindheid staat een oplossing juist in de weg, doordat het racisme verbloemt.
Het probleem van racisme is niet huidskleur, het is een samenleving die daar een hiërarchische betekenis aan geeft. Echte vrijheid vinden we niet door de diversiteit aan pigment in de menselijke huid te problematiseren, maar door het racistische systeem omver te werpen.