Beeld: Zsuzsanna Ilijin
Achtergrond

Iedereen kan werken, beloofde de overheid. Maar zo liep het niet

Sinds de overheid haar handen aftrekt van de arbeidsmarkt, neemt het aantal sociale ondernemingen in Nederland fors toe. Zij richten zich vaak op mensen die moeite hebben een baan te vinden. Helpen zulke ondernemingen de maatschappij, of zijn ze vooral een verdienmodel?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Update 26 november 2019:

Na vijf jaar Participatiewet maakte het Sociaal en Cultureel Planbureau deze week de balans op. De Participatiewet voegde bestaande wetten die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk moesten helpen samen. Gemeenten moesten er daarnaast zelf op gaan toezien dat verantwoordelijkheden, zoals tegenprestaties, werden nageleefd.

Toen de wet in 2015 werd aangenomen, was het de bedoeling van toenmalig staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA) om ‘niemand in de kou te laten staan’. Uit de evaluatie blijkt dat Klijnsma’s streven bij lange na is niet gehaald.

  • De optimistische voorspelling dat tegenprestaties en financiële sancties bij onvoldoende medewerking zou zorgen voor meer uitstroom is niet uitgekomen.
  • Veruit de meeste mensen die door de wet geholpen hadden moeten worden, zijn er niet op vooruitgegaan of zijn zelfs slechter af dan eerst: mensen die voorheen in aanmerking zouden komen voor een baan bij een sociale werkplaats leven nu vaker van een uitkering.
  • Jonge mensen met een lichamelijke beperking hebben weliswaar vaker werk, maar krijgen daar ook minder inkomen uit en ze hebben weinig langetermijnzekerheid.
Maar liefst 32 eieren deed hij in het beslag. Dat waren er zo’n 28 te veel voor de ketellapper, een koek met noten en rozijnen. Achteraf kan Jamal (40) erom lachen. “Ik had het recept niet goed gelezen en kon alles weggooien. Bij een ander restaurant waren ze boos geworden, maar bij The Colour Kitchen mag je fouten maken.” Nadat hij vijf jaar werkloos op de bank had gezeten met een depressie, kon Jamal aan de slag: met behoud van uitkering. “Ik werkte opeens vier dagen in de keuken en ging een dag in de week naar school om mijn diploma als basiskok te halen.” Jaarlijks beginnen 180 leerlingen bij The Colour Kitchen, een horeca- en cateringbedrijf met 24 vestigingen. De leerlingen hebben, zoals dat heet, afstand tot de arbeidsmarkt.

Het SCP meldde in 2018 al dat de werkloosheid met 40 procent is toegenomen onder werkzoekende arbeidsbeperkten

Het gaat om mensen die moeilijk aan werk komen omdat ze hun school niet hebben afgemaakt, ex-gedetineerd zijn of de Nederlandse taal niet goed beheersen. Zij krijgen dit label opgeplakt, evenals mensen uit de groep van ongeveer 1,3 miljoen lichamelijk en verstandelijk beperkten die niet of minder dan twaalf uur per week werken. In 2015 ging de Participatiewet in, die zou dat veranderen. De overheid gaf te kennen dat iedereen die ook maar enigszins daartoe in staat was aan het werk moest. Er zouden extra banen komen. Sociale werkplaatsen moesten inkrimpen. Vooralsnog gaat deze overgang moeizaam: in september 2018 meldde het Sociaal Cultureel Planbureau dat de werkloosheid met 40 procent is toegenomen onder werkzoekende arbeidsbeperkten, die tot 2015 bij een sociale werkplaats aan de slag konden.

Kloof

Sociaal ondernemers proberen deze kloof te dichten. Voor deze ondernemingen is, naar eigen zeggen, hun missie net zo belangrijk als winst maken. Zo krijg je bij koffiehuis Heilige Boontjes in Rotterdam je soja latte van een ‘ex-boeffie’, werken bij lunchcafé Brownies & Downies mensen met het syndroom van Down en zetten mannen en vrouwen met een ‘rugzak’ designfietsen in elkaar in de Amsterdamse Roetz Fair Factory.

Om inzicht te geven in het gebruik van overheidssubsidie en eigen geld, splitsen sommige sociale ondernemingen zoals The Colour Kitchen zich op in een BV en een stichting. De BV draagt de helft van de winst af aan de stichting, waarmee ze met extra financiering vanuit de overheid en het bedrijfsleven de leerlingen begeleiden. Medeoprichter Bartel Geleijnse vertelt dat zijn idee in eerste instantie argwanend werd bekeken: “Zodra je in Nederland succesvol dreigt te zijn, lig je onder een vergrootglas. Mensen denken dat er iets niet klopt. We kregen meermaals het verwijt dat we maatschappelijk geld gebruikten voor het exploiteren van een restaurant.” Het bedrijf kan inmiddels in zijn eigen bestaan voorzien.

Verdienmodel

Sluiten winst maken en een sociale missie elkaar uit? The Colour Kitchen behaalde in 2017 een omzet van 8,2 miljoen euro met 140.000 euro winst. “Zonder een duurzaam verdienmodel haal je ook je maatschappelijke doelstelling niet”, zegt Harry Hummels, hoogleraar sociaal ondernemerschap aan de Universiteit Utrecht. Sociale ondernemingen die zich richten op arbeidsinclusiviteit gebruiken veelal overheidsregelingen – zoals subsidies – voor aanvullend loon.

Toch redden die bedrijven het niet zonder een sterk bedrijfsplan. Eric Tonn houdt zich bij zorgorganisatie Pluryn bezig met arbeidsparticipatie bij hun sociale ondernemingen, waar 250 mensen deelnemen aan werkleertrajecten. Hij benadrukt dat louter een sociale boodschap niet werkt: “Je moet topkwaliteit bieden. Als je eten serveert dat niet lekker is, komen je klanten niet terug, ook al staan ze achter je missie.”

Reguliere bedrijven hebben een mooi verhaal om hun dienst of product te verkopen en bieden geen kwalitatieve begeleiding

En bestaat er een risico dat sociaal ondernemers winst maken over de rug van kansarme mensen? De meeste sociale bazen wijzen naar reguliere bedrijven bij wie de missie geen uitgangspunt is. Die maken gebruik van een mooi verhaal om hun dienst of product te verkopen en bieden werknemers geen kwalitatieve begeleiding, noch uitzicht op duurzaam werk.

Het uiteindelijke doel is een stabiele baan voor de deelnemers. Of dat altijd lukt, is vaak niet zichtbaar. Vanwege geld- en tijdgebrek brengt slechts een kleine minderheid van de ondernemingen in kaart wat het effect is van hun ondersteuning. Een sociale onderneming is geen wettelijk beschermde titel en de bedrijven zijn niet officieel verplicht om verslag te doen. De meeste instellingen bieden tijdelijke werkleertrajecten. Daarna is het de bedoeling dat de werknemer elders een vaste baan vindt.

Beeld: Zsuzsanna Ilijin
Zoals Karine (32). Ondanks sollicitaties lukte het haar niet een baan te vinden nadat ze vanuit Armenië was herenigd met haar toenmalige man in Nederland. De gokverslaving van haar echtgenoot was een groot probleem. “Ik kreeg last van depressiviteit en was compleet in paniek.” Dat veranderde toen ze bij Koeckebackers aan de slag kon. Naast haar werk in de bakkerij kreeg ze coaching en nam ze deel aan workshops. Ze leerde aikido en oefende met sollicitatiebrieven schrijven. “Ik kreeg mijn zelfvertrouwen terug en was gemotiveerd om mijn Nederlands op een niveau te krijgen dat hoog genoeg is om hier te studeren.”

Bespaarde kosten zeggen niets over de waarde en ontwikkeling van een mens

Goede begeleiding luistert nauw, zegt Karine: “Het ging geregeld mis op de werkvloer, bijvoorbeeld omdat medewerkers boos op elkaar waren. Elke maandag evalueerden we. De leiding was er altijd snel bij om oplossingen te vinden.” Ook Jamal benadrukt het belang van een veilige en rustige omgeving.

Geleijnse van The Colour Kitchen heeft na meer dan tien jaar ondernemen voor het eerst inzicht in het ‘werkbehoud’ van zijn leerlingen: ongeveer de helft heeft na een jaar een baan. Het bijhouden van deze cijfers kreeg prioriteit door afspraken die met de gemeente Utrecht (het hoofdkantoor van The Colour Kitchen zit in Utrecht, red.) zijn gemaakt. Maar zonder vergelijkingsmateriaal of controlegroep is het lastig inschatten wat deze cijfers betekenen: goede bedoelingen staan immers niet gelijk aan sociale uitkomsten.

Meetbare impact

De effectiviteit van de sociale ondernemingen is lastig te meten. Bestaande onderzoeken richten zich vaak op hoeveel geld er wordt bespaard aan uitkeringen of andere maatschappelijke kosten wanneer ze iemand aan werk helpen. Maar volgens Eric Tonn van Pluryn staat bij zulke metingen een verkeerde vraag centraal: “De bespaarde maatschappelijke kosten zeggen niets over de waarde en ontwikkeling van een mens.”

Social Enterprise NL ontwikkelde impactpad.nl, waarmee je als sociale onderneming met behulp van interviews en vragenlijsten in beeld brengt of je aanpak de zelfredzaamheid en vaardigheden van je werknemers vergroot. Directeur Mark Hillen vertelt dat ze dit najaar ook de Code Sociale Ondernemingen lanceren: “Die stimuleert ondernemers om hun impact te meten en andere belanghebbenden te betrekken. Hierdoor kunnen werknemers, financiers en gemeenten over de resultaten in gesprek.” Maar juist op het principe van collegiale toetsing, bedoeld om de Code niet vrijblijvend te maken, valt nog wat af te dingen: de sociale ondernemers in dit artikel houden vooralsnog een hand boven het hoofd van hun collega-ondernemingen en zijn niet snel kritisch. Ze spinnen bovendien garen bij elkaars expertise.

Inleven

Ook gewone bedrijven leren graag van de ervaringen van sociale ondernemingen. Zo is Joep Langen van Koeckebackers een graag geziene gast bij grote bedrijven en conferenties: “Met publieke optredens inspireren we bedrijven om hun eigen personeelsbeleid te veranderen.”

Hoogleraar Hummels vindt dat een goed idee. Door de Participatiewet is volgens hem de verantwoordelijkheid van een inclusieve arbeidsmarkt op het bordje van het bedrijfsleven geschoven, terwijl het veel ondernemingen niet lukt om zich in te leven in de doelgroep. Ook Geleijnse van The Colour Kitchen heeft dat moeten leren: “Toen ik in 2010 begon, verwachtte ik vijf Wajong’ers op hun eerste werkdag. Maar Rutger heeft autisme en Raquel adhd: ze zijn allebei ergens anders goed in. Ik moest leren hen niet te beoordelen op hun uitkering, maar op hun karakter en kwaliteiten.”

Geleijnse pleit voor meer samenwerking met ook reguliere bedrijven, binnen een zogenoemde participatiecarrousel. Begin met plekken waar mensen basisvaardigheden leren, zoals op tijd komen en samenwerken, dan gespecialiseerde bedrijven die vakbekwaamheid aanleren, zoals in de elektrotechniek of in de horeca. Vervolgens moeten er onvoorwaardelijke werkplekken komen voor mensen die de eerste twee stappen succesvol hebben doorlopen.

Hoe zorgen we ervoor dat iedereen een fijne plek in de samenleving krijgt?

Eric Tonn van Pluryn wijst naar de rol van het onderwijs: “We scheiden kinderen op hun achtste in het regulier en speciaal onderwijs. Wanneer ze volwassen zijn, komen ze weer bij elkaar in de participatiesamenleving. Ze hebben dan geen idee hoe ze met elkaar moeten omgaan.” Een soja latte drinken bij een sociale onderneming gaat daarom het verschil niet maken. Werknemers en werkgevers in Nederland moeten zich samen met de overheid afvragen hoe mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een goede plek kunnen krijgen. Het betekent dat organisaties moeten veranderen en er niet vanuit beperkingen, maar vanuit kwaliteiten en mogelijkheden gedacht moet worden. Dan rest de vraag: hoe zorgen we ervoor dat ook individuen waarvoor de arbeidsmarkt geen goede optie is een fijne plek in de samenleving krijgen?

Over Jamal en Karine hoeven we ons geen zorgen te maken. Jamal kreeg een baan bij The Colour Kitchen. Voor Karine geldt dat ze na dertien maanden bij Koeckebackers een baan heeft gevonden als kantinemedewerker bij de Hogeschool Leiden. Ze hoopt verder te studeren en in de toekomst als muziektherapeut een praktijk te openen. “Door Koeckebackers voel ik geen stress meer. Ik ben ontzettend trots dat ik heb deelgenomen.”

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in OneWorld-magazine in oktober 2018.

Discriminatie op de arbeidsmarkt tegengaan: wat werkt wél?

‘Ik accepteer niet dat deze jongeren geen onderwijs krijgen’

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons