Sandra de Kroon Beeld: Mijke Bos

‘Ik accepteer niet dat deze jongeren geen onderwijs krijgen’

Ruim 10.000 Nederlandse jongeren gaan niet naar school. Ze hebben geen toekomstperspectief en kampen met depressies. Ondernemer Sandra de Kroon accepteert dat niet: ‘Dat deze jongeren niets zouden kunnen is gewoon niet waar.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Lang niet ieder kind in Nederland gaat naar school. Daar weet Sandra de Kroon (47) alles van, vanuit haar ervaring in het onderwijs én als moeder van een kind met een ontwikkelingsstoornis. Ze begrijpt dat nu eenmaal niet ieder kind in een klaslokaal kan functioneren, maar wat ze níet accepteert, is dat sommige jongeren daarom geen enkele vorm van onderwijs krijgen; dat zij niet kunnen werken en geen toekomstperspectief hebben. Daarom richtte zij twee jaar geleden Steunpunt Zorg & Onderwijs Fryslân op: een stichting die zich hard maakt voor jongeren die dagelijks zorg nodig hebben, maar daarbij geen onderwijs meer krijgen.
OneWorld portretteert mensen die zich inzetten voor een betere buurt, school, of werkomgeving. De Verenigde Naties en miljoenen betrokken burgers spraken hiervoor de duurzame werelddoelen af (SDG’s), die we in 2030 moeten halen. Denk aan gendergelijkheid, géén armoede, betaalbare en duurzame energie en kwaliteitsonderwijs voor iedereen. De Goal Getters in deze rubriek gaan daar nu al voor. Geïnspireerd? Check hier wat jij kunt doen.
De Kroon weet waar het misgaat met inclusiviteit in het Nederlandse onderwijssysteem. Jongeren met ernstige gedragsproblemen, verstandelijke of lichamelijke beperkingen of sociale problemen zoals een verslaving, kunnen uit school vallen of zelfs een ontheffing van de leerplicht krijgen. “Ik heb jongeren ontmoet die ondanks hun gemiddelde intelligentie niet kunnen lezen of schrijven”, aldus De Kroon. In de laatste metingen waren er landelijk meer dan 5700 jongeren zonder leerplicht, en daarbovenop zaten vorig jaar 4479 jongeren mét leerplicht drie maanden of langer thuis, en zijn er vele jongeren die langdurig als ‘ziek’ geregistreerd staan. Er zijn plannen genoeg om het aantal thuiszitters terug te dringen, en toch blijft het aantal oplopen – een teveel aan betrokken partijen is een van de oorzaken.

Ouders raken de weg kwijt in het systeem, en uiteindelijk krijgt een kind helemaal geen onderwijs

Sandra de Kroon in Leeuwarden, bij één van de locaties waar jongeren passend beroepsonderwijs volgen.Beeld: Mijke Bos
Nergens voor nodig, volgens De Kroon, die zich nog goed herinnert hoe moeilijk haar eigen zoon het had op school vanwege zijn ontwikkelingsstoornis. “Bij hem ging het al in de kleuterklas mis. Qua gedrag en emoties kon hij niet meedoen in de les. Regulier onderwijs werkte niet, maar ook speciaal onderwijs mocht niet baten. Hij viel totaal buiten de boot. Op dat moment besloot ik de regie over te nemen, want ik wéét wat er mogelijk is.” De Kroon heeft jaren ervaring in zowel de geestelijke gezondheidszorg als in het onderwijs. Wat ze voor haar zoon regelde gunt ze alle jongeren die om wat voor reden dan ook buiten de boot vallen: hij kon dagelijks, buiten school om, een praktijkgericht programma volgen met docenten, zodat hij toch een vorm van onderwijs kreeg.

“Het is natuurlijk een enorm voordeel om ouders te hebben die hun weg in het systeem kennen, maar dat geluk heeft lang niet elk kind: de meeste ouders weten niet waar ze moeten aankloppen ’als hun kind in de klas niet mee kan. Zelfs mensen die zelf in de zorg, het onderwijs of bij de gemeente werken weten vaak niet waar ze moeten beginnen, waardoor kinderen telkens naar een andere afdeling worden gestuurd, tot ze uiteindelijk helemaal geen onderwijs krijgen.”

Geen school, wel onderwijs

Twee jaar geleden richtte De Kroon, samen met andere deskundigen die enthousiast werden van haar plannen, een stichting op voor jongeren die dagelijks psychische of lichamelijke zorg nodig hebben. Met haar stichting wil ze laten zien hoe de hulp aan deze jongeren beter kan. “Het viel me op dat zij bijna nooit worden genoemd als we het over thuiszitters hebben. Bovendien heb ik ook zo mijn twijfels of een leerplichtontheffing samengaat met inclusief onderwijs. Meestal komen ze terecht op ‘dagbestedingslocaties’: bedrijven waar jongeren met een zorgvraag wat taken kunnen uitvoeren. Wij dachten: waarom kunnen we ze dáár niet alsnog onderwijs aanbieden?”
Vintage winkel in centrum Leeuwarden, een van de locaties waar jongeren passend beroepsonderwijs volgen.Beeld: Mijke Bos
Inmiddels heeft de stichting grote successen geboekt. Ze biedt advies aan ouders die verdwaald zijn in het systeem én regelen algemeen vormende of beroepsgerichte programma’s op maat voor jongeren die niet naar school kunnen. Zoals in een vintage winkel in hartje Leeuwarden, die een zorglocatie en tegelijk een leer-werkplek is waar jongeren met klanten en kassawerk leren omgaan. “Een perfect voorbeeld van participatie, want zo staan ze midden in de maatschappij.” Ze verkopen onder andere spullen die ándere jongeren, ook aangesloten bij de stichting, verderop in de houtwerkplaats hebben gemaakt. Weer anderen leren bijvoorbeeld op een boerderij te werken, of in de ICT, of ze leren technische vakken. Binnenkort worden de eerste branche-erkende certificaten uitgedeeld aan leerlingen die een jaar lessen hebben gevolgd. “Daar ben ik het meest trots op: dat deze jongeren straks een soort diploma hebben, iets wat anders nóóit mogelijk was geweest.”

Er wordt voor deze jongeren besloten dat ze niet mee kunnen doen in de maatschappij

Want toekomstperspectief, dat is waar het De Kroon om gaat. Het stoort haar wanneer er voor jongeren wordt bepaald dat ze simpelweg niet kunnen meedoen in de maatschappij. “Een van de mooiste momenten het afgelopen jaar was de beroepenmarkt die we organiseerden, waar alle bedrijven die met ons meedoen naartoe kwamen. Zij wilden aan onze jongeren laten zien: ook jíj kunt kiezen. Er wordt vaak voor deze jongeren besloten dat ze niet kunnen werken, maar we hebben inmiddels laten zien dat dat gewoon niet waar is.”
Momenteel is de stichting hard aan het groeien – niet door promotie, maar omdat het succes als een lopend vuurtje langs gaat: steeds meer bedrijven horen van het succes. “Daar ben ik natuurlijk heel blij mee, maar we kunnen het niet alleen: we doen dit allemaal met fondsengeld en vrijwillige inzet. Elke keer dat een jongere bij ons wordt aangemeld, moeten we weer van vooraf beginnen: een locatie vinden, onderwijs regelen, zorgen dat het erkend wordt als leerbedrijf, financiering regelen.

Het liefst zou ik zien dat we de stichting kunnen opheffen omdat deze vorm van onderwijs een normale plek heeft in de samenleving. Dat de gemeente zou zeggen: ’Kun je niet naar school? Dan ga je zo’n programma doen.’ Als je het écht wilt hebben over inclusief onderwijs, dan moet dat natuurlijk van bovenaf geregeld worden.”

Wat zijn de Sustainable Development Goals?

De SDG’s zijn de zeventien doelen voor een betere wereld in 2030, opgesteld door de Verenigde Naties in samenwerking met burgers wereldwijd. Denk aan géén armoede, gendergelijkheid, betaalbare en duurzame energie en kwaliteitsonderwijs voor iedereen. Grootse doelen, die pas realiteit worden als overheden én burgers de handen ineenslaan om deze doelen lokaal in de praktijk om te zetten.

SDG Nederland is een beweging van mensen die zich in hun eigen omgeving voor deze werelddoelen inzetten. Om deelnemers met elkaar in contact te brengen en elkaar te laten inspireren, reed de SDG ToerMee met een Very Inspiring People Bus door Nederland. Tijdens de laatste stop in Leeuwarden was inclusief onderwijs het thema, en Sandra de Kroon één van de sprekers.

Advies voor andere wereldverbeteraars

De Kroons belangrijkste tip voor anderen die zich voor inclusief onderwijs inzetten: “Laat het geen hobbyisme van de buurman of buurvrouw worden. Zorg dat je erkende docenten inzet, goed onderwijs verzorgt, en als je zelf een team opzet: zorg dat mensen het veld kennen. Ik ken bijvoorbeeld veel oudergroepen die iets vergelijkbaars proberen te doen, maar toch weinig bereiken omdat ze te weinig kennis hebben.

Zorg dat je een positief en enthousiast team hebt, dat óók met tegenslag kan omgaan

“Tegelijk is het belangrijk dat jij, en de mensen met wie je samenwerkt, héél gemotiveerd en veerkrachtig zijn. Ik ben heel ernstige en frustrerende situaties tegengekomen in dit werk: jongeren die lange periodes thuiszitten, met depressie te maken hebben, soms verkeerde vrienden krijgen – en dan word je ook nog eens telkens naar een andere afdeling gestuurd. Zorg dat je een positief en enthousiast team hebt, dat óók met tegenslag kan omgaan.”
SDG 4

De Syrische Ali (29) en Nederlandse Adinda (28) wonen én verduurzamen samen

Iedereen naar school

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons