Kledingfabriek Beeld: The True Cost Movie

‘Indiase textielarbeiders ernstig in hun bewegingsvrijheid beperkt’

Kledingfabrieken die aan grote bekende merken als Benetton, C&A, GAP, H&M en PVH (Calvin Klein & Tommy Hilfiger) leveren, worden in verband gebracht met mensenrechtenschendingen in India. Uit het vandaag verschenen rapport Labour without Liberty blijkt dat vrouwelijke migranten worden geronseld met valse beloftes, slecht betaald krijgen en ernstig in hun bewegingsvrijheid worden beperkt. “Ondanks eerdere beloftes van merken, is de situatie nog steeds schrijnend”, zegt Gerard Oonk, directeur van de Landelijke India Werkgroep (LIW).

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Labour without Liberty schetst een verontrustend beeld van de kwetsbaarheid van vrouwelijke migranten die werkzaam zijn voor grote internationale bedrijven in de textielindustrie van Bangalore, een van de grootste kleding producerende regio’s. Zo worden meiden op 18-jarige leeftijd bij hun ouders ‘weggelokt’ om honderden kilometers verderop onder slechte voorwaarden in kledingfabrieken aan het werk gaan.

Voor het onderzoek, dat werd uitgevoerd door de Indiase Garment Labour Union en samen met hen wordt gepubliceerd door de Clean Clothes Campaign (CCC) en de Landelijke India Werkgroep (LIW), werden vanaf augustus 2016 meer dan zestig medewerkers uit drie verschillende fabrieken geïnterviewd. Uit deze gesprekken blijkt dat er sprake is van intimidatie en slechte leefomstandigheden. “De kwetsbaarheid van deze meisjes en jonge vrouwen wordt misbruikt. Er zijn genoeg aanwijzingen dat het hier gaat om gedwongen arbeid, zoals de Internationale Arbeidsorganisatie die omschrijft”, zegt Oonk.

Meiden worden op 18-jarige leeftijd bij hun ouders ‘weggelokt’ om honderden kilometers verderop te gaan werken

Verontrustend is vooral de beperkte bewegingsvrijheid die de vrouwen hebben. De arbeidsmigranten wonen in hostels (sommige in handen van de fabrieken zelf), en slapen soms met dertig collega’s in een ruimte, die volgens vakbondsleiders vaak veel te klein en onhygiënisch is. Op doordeweekse avonden mogen de vrouwen het hostel niet verlaten. Alleen op zondag krijgen ze de gelegenheid om twee tot drie uur naar buiten te gaan.

Desondanks kiezen de vrouwen er zelf voor in de hostels te gaan wonen. Volgens Oonk hebben ze echter weinig keus. “De salarissen zijn te laag om een flat of huis te huren, maar ook de culturele opvattingen over vrijheid van jonge vrouwen speelt een aanzienlijke rol.”

Bangalore is de hoofdstad van de Indiase staat Karnataka, in het zuiden van India. Met 1200 fabrieken is Bangalore een van de grootste kleding producerende gebieden in het land. Er werken zo’n half miljoen mensen, waarvan 80 procent vrouw. De beroepsbevolking bestaat voornamelijk uit vrouwelijke migranten uit dorpen en gehuchten in Karnataka en naburige staten zoals Tamil Nadu.

Het onderzoek richt zich specifiek op vrouwelijke migranten. Oonk: “De afgelopen jaren is in India een nieuwe ‘rekruteringstrend’ ontstaan. Jonge vrouwen worden op grote schaal vanuit noordelijke en oostelijke staten gehaald om in de kledingfabrieken van Bangalore aan de slag te gaan.”

Dat gebeurt met steun van de overheid. Voordat de meiden naar de fabrieken gaan, krijgen ze een cursus aangeboden, vaak gesponsord door de overheid onder de vlag van het Skill India programma. Dit programma is gericht op het ontwikkelen van vaardigheden en is een initiatief van premier Modi om werkgelegenheid te creëren en economische groei te stimuleren. Zo probeert hij zijn verkiezingsbelofte – 10 miljoen banen per jaar erbij – te realiseren.

Aantal migranten
Hoeveel migranten er precies werken in de kledingindustrie van Bangalore is niet bekend. Vakbondsleiders van de Karntaka Garment Workers Union (KGWU) en de Garment Labour Union (GLU) schatten dat het om 15.000 tot 70.000 arbeiders gaat.

Volgens Oonk zijn deze arbeidsmigranten een uiterst kwetsbare groep. “Ze spreken vaak niet dezelfde taal, hebben nauwelijks tot geen onderwijs gehad en weten dus ook niet wat precies hun rechten zijn.”

Martje Theuws van SOMO herkent dit beeld. “In Bangalore werken wij samen met Cividep, een organisatie die zich inzet voor kledingarbeiders. Zij wijzen al jaren naar de trend dat migrantenarbeiders uit verarmde en verafgelegen gebieden worden gerekruteerd en in hostels terechtkomen.”

 

 

Alleen op zondag krijgen ze de gelegenheid om twee tot drie uur naar buiten te gaan

Het is niet de eerste keer dat misstanden in dit deel van India aan het licht komen. Eerder al toonde een rapport van de Landelijke India Werkgroep aan dat de leef- en werkomstandigheden in de lokale fabrieken slecht waren. Ook toen uitte de organisatie haar zorgen over de manier waarop vrouwelijke migranten werden behandeld, en hoe ze door het verblijf in de hostels nauwelijks contact met de buitenwereld hadden.

Op de bevindingen uit dit rapport reageerden C&A, GAP H&M en PVH met enkele concrete toezeggingen. Er werd een onderzoek ingesteld en een bijeenkomst met leveranciers georganiseerd. In de praktijk heeft dat echter niet tot zichtbare verbeteringen geleid, concludeert Oonk.

Vrouwelijke migranten hebben door het verblijf in hostels nauwelijks contact met de buitenwereld

Naast al deze zorgen is er nog iets anders dat de aandacht trekt: in het rapport wordt beschreven hoe een arbeider zich vergist in haar leeftijd. Waar ze aanvankelijk zei 15 jaar te zijn, verbeterde ze dit snel naar 18. Afgaande op haar uiterlijk, was het goed mogelijk dat ze inderdaad minderjarig was. Volgens de plaatselijke vakbond GLU zitten er tussen de arbeiders zonder twijfel meiden die rond de 15 of 16 zijn. Hoewel ze dat in dit rapport niet hard kunnen maken, hebben eerdere rapporten over de Indiase textielsector aangetoond dat vervalste medische documenten met fictieve leeftijden worden gebruikt. Fabrieken laten artsen kijken naar het gebit van de meisjes, op basis waarvan hun leeftijd bepaald wordt en vastgelegd in certificaten. In India gelden zulke papieren als legaal leeftijdsbewijs. Volgens een medewerker van de vakbond worden meiden ook getraind om te zeggen dat ze 18 jaar of ouder zijn.

Het rapport is voorgelegd aan alle betrokken kledingbedrijven. Hun reacties lopen uiteen. Abercrombie & Fitch reageerde helemaal niet, Benetton, Columbia, H&M en M&S gaven zeer korte reacties (H&M heeft wel geantwoord op een vraag van OneWorld, zie kader hieronder) en Decathlon, Gap, Levi en PVH reageerden meer in detail. In tegenstelling tot C&A, H&M, PVH en Inditex, zeggen Benneton en Levi de geconstateerde problemen niet te herkennen.

“We verwelkomen dit rapport en zijn diep bezorgd over de uitdagingen binnen de Indiase textielindustrie waar het de aandacht op vestigt. We delen de bezorgdheid die in het verslag naar voren komt en het spijt ons dat onze reacties erop door de organisaties achter het rapport als te algemeen of te kort worden beschouwd. We zijn erg begaan met het werk dat we verrichten, zowel rond de arbeidsomstandigheden in textielfabrieken als de leefomstandigheden in hostels. Tegelijkertijd zijn we ons bewust en gefrustreerd van het feit dat ons werk om problemen te identificeren en te begrijpen hoe we dit kunnen veranderen, om blijvende progressie te maken, niet snel genoeg gaat.”

– H&M vandaag tegen OneWorld

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons