Houtpulp als basis voor kleding Beeld: Flickr / Tobias Akerboom

Jaarlijks worden miljoenen bomen gekapt om kleding te maken

Dat er duizenden liters water nodig zijn om je katoenen T-shirt te maken, wist je waarschijnlijk wel. Dat polyester kleding bijdraagt aan de plastic soep in de oceanen misschien ook. Maar dat oeroude bossen moeten wijken voor je bh en slipje, en dat die ook nog als ‘toxic’ worden bestempeld? Maak kennis met de onaangename keerzijde van je sexy lingerie-setje.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Je hebt het vast wel eens in de labels van je kleren zien staan: modal, viscose/rayon of lyocell. Al die materialen worden veel gebruikt in de kledingindustrie, met name voor het maken van lingerie. Het gaat om zijdeachtige stoffen die zacht en licht aanvoelen. Het ‘geheime’ ingrediënt: cellulose.

Cellulose zit in bomen en planten. Het is een polymeer, die de basis vormt voor materialen als viscose/rayon, modal en lyocell. Voor cellulose wordt vaak hout van eucalyptusbomen gebruikt, maar het kan net zo goed van bamboe of andere planten en bomen zijn vervaardigd.

Om er een zachte, draagbare stof van te maken wordt het hout gekookt in een bad van chemicaliën, en daarna gewassen, gebleekt en gedroogd. Het eindproduct is een zuivere pulp die via een complex proces (zie afbeelding hieronder) omgezet wordt in vezels en garen. Van die garens worden vervolgens stoffen geweven, die weer tot kleding worden verwerkt.

Productieproces viscose. Beeld: Changing Markets

120 miljoen bomen gekapt

Daarvoor is dus hout nodig – veel hout. Jaarlijks worden naar schatting 120 miljoen bomen gekapt voor de kledingindustrie. Hoewel dat slechts een klein deel is van het aantal bomen dat wereldwijd wordt gekapt ( 3,5 tot 7 biljoen!) voor onder meer de teelt van soja of de aanleg van palmolieplantages, is het een fors aantal. Bovendien is zo’n veertig procent van deze bomen afkomstig uit regenwouden in Indonesië, het Amazonegebied en de Canadese bossen.

Waar ooit eeuwenoude bomen stonden, worden nu monocultuur boomplantages aangelegd. Fabrieken planten snelgroeiende soorten als acacia en eucalyptus, om in de enorme behoefte aan cellulose te voorzien. Doordat aldoor hetzelfde gewas wordt verbouwd, raakt de grond uitgeput. Ook de lokale gemeenschappen lijden eronder. De kwaliteit van hun leefgebied gaat achteruit, als ze niet al zijn verjaagd van hun land.

Bedreigd, geïntimideerd en met geweld verdreven

In 2013 deed Canopy, een ngo die zich wereldwijd inzet voor de bescherming van bossen, onderzoek naar Toba Pulp Lestari Mill, een producent van houtpulp en papier in Indonesië. Ze ontdekten dat het bedrijf zich illegaal land van locals toe-eigende. De gemeenschap werd bedreigd, geïntimideerd en met geweld verdreven.

Stella McCartney, een kledingbedrijf dat veel viscose gebruikt, reageerde geschokt op het feit dat hun stoffen van dergelijke bedrijven afkomstig zou zijn. Inmiddels neemt het modemerk alleen nog stoffen af van duurzaam beheerde bossen uit Zweden, die bewerkt worden in gecertificeerde Europese fabrieken. Ook dat laatste is van belang. Want los van illegale ontbossing heeft cellulose nog een ander nadeel: tijdens het productieproces worden grote hoeveelheden schadelijke chemicaliën gebruikt.

Ontstaan viscose 

Cellulose is een halffabricaat dat begin jaren negentig is uitgevonden. In het lab werd geëxperimenteerd om via een chemisch proces cellulose te transformeren tot viscose. Viscose staat ook wel bekend als kunstzijde en is ontwikkeld als een goedkoper alternatief voor het veel kostbaarder zijde. Rayon is een ander woord voor viscose.

Afvalwater wordt rechtstreeks de rivier in geloosd. Op de achtergrond een van de viscose-fabrieken die ChangingMarkets onderzocht.Beeld: ChangingMarkets

Giftige stoffen

Hoe vervuilend het productieproces precies is, verschilt per materiaal. Van alle stoffen die op basis van cellulose worden gemaakt, is viscose de meest voorkomende. Het is goed voor zo’n 70 procent van het totaal en is na katoen en polyester zelfs de meest gebruikte materiaalsoort in de kledingindustrie. Om viscose te maken worden giftige stoffen als koolstofdisulfide, natriumhydroxide en zwavelzuur gebruikt om de cellulose uit houtpulp te behandelen.

Die stoffen hebben grote invloed op de gezondheid van gemeenschappen in de buurt van de viscosefabrieken. Tijdens het productieproces komen de giftige chemicaliën in het milieu terecht, waardoor rivieren en lucht vervuild raken. Afgelopen jaar maakte Changing Markets een onderzoek bekend over de top drie viscose-productielanden. Hun bevindingen waren schokkend: in alle drie die landen –India, China en Indonesië – werd sterk bewijs gevonden dat producenten hun ongezuiverde afvalwater rechtstreeks in rivieren en meren loosden. In sommige gebieden die de onderzoekers bezochten, werd vermoed dat de celluloseproductie de oorzaak is van het toenemende aantal gevallen van kanker.

Zo bleek dat een van de grootste viscose producenten Aditya Birla Group (ABG), die goed is voor 20 procent van ‘s werelds viscose en de stof verkoopt aan grote bekende merken, verantwoordelijk is voor grootschalige vervuiling van het water. “We vonden hoge niveaus (van maar liefst 125 keer de richtwaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie) van koolstofdisulfide, een toxisch oplosmiddel in het water”, vertelt Urska Trunk, onderzoeker bij ChangingMarkets. “Dat middel wordt gebruikt bij de productie van viscose en wordt in verband gebracht met gezondheidsproblemen, waaronder Parkinson en hartproblemen.”

Keihard bewijs dat de viscose-fabrieken daadwerkelijk de veroorzaker zijn van dergelijke gezondheidsproblemen, ontbreekt echter.

'Rainforest-free'

Duidelijk is wel dat het fluweelzachte lingeriesetje in je kast minder onschuldig is dan je dacht.

Gelukkig zien steeds meer merken dat in. In maart 2017 beloofden 96 grote kledingbedrijven, waaronder Victoria’s Secret, H&M, Zara en Ralph Lauren hun keten van leveranciers op te schonen, zodat al hun kleding voortaan ‘rainforest-free’ zou zijn. Ze stelden zich ten doel dat er binnen een jaar geen eeuwenoude bomen werden verwerkt in hun stoffen.

Josée Breton van Canopy laat weten dat 25 procent van de globale viscose-keten inmiddels geïdentificeerd kan worden als ‘low risk’. Dat wil zeggen dat de kans dat de vezels van oude en bedreigde bossen afkomen klein is. Ook werken deze merken volgens haar aan het ontwikkelen van duurzame alternatieven, zoals gerecycled viscose en weefsels gemaakt van overblijfselen van de landbouw zoals tarwestro.

Afgezaagde bomen voor Chanel-show 

Bomen worden overigens niet alleen gekapt voor het maken van kleding maar ook ter promotie ervan. Zo toverde Karl Lagerfeld voor zijn Chanel-show het Grand Palais in Parijs om tot herfstbos. De vloer lag bezaaid met blaadjes, mos en boomstammen. In het midden van de hal stond een rij eiken en populieren. Dat hij voor het decor van zijn catwalk negen enorme bomen had omgehakt, leidde tot een storm van kritiek. Milieuorganisaties beschuldigden Chanel van ‘ketterij’. Het modehuis antwoordde dat zij op voorhand al hadden besloten honderd nieuwe eiken terug te zullen plaatsen.

Beloften nakomen

En hoe zit het met die chemicaliën? Naar aanleiding van het rapport van ChangingMarkets hebben grote merken als ASOS, Inditex (Zara) en H&M toegezegd met de aanbevelingen in het rapport aan de slag te gaan. Zo moeten merken ervoor zorgen dat hun leveranciers over alle vereiste milieuvergunningen beschikken, en voldoen aan de relevante nationale en lokale voorschriften. Ook moesten er maatregelen worden getroffen om werknemers en lokale bewoners te beschermen tegen de blootstelling aan gevaarlijke chemische stoffen.

Volgens Urska Trunk hebben de merken daarnaast beloofd een duidelijke boodschap te sturen naar hun viscose fabrikanten waarin ze van hen eisen dat ze op een verantwoorde en duurzame manier produceren. “Het is van cruciaal belang dat deze merken hun beloften nakomen en concrete acties zullen ondernemen met hun leveranciers.”

Andere merken en retailers kunnen zich hierbij aansluiten. “Door transparant te zijn over hun viscose-toeleveringsketen en onze aanbevelingen op te nemen in hun (inkoop)beleid, kunnen ze helpen de productie ervan op te schonen.”

Alle drie de kinderen van Kallu Singh, een sojabonenboer die in de buurt van de viscosefabriek van Aditya Birla in Nagda, India woont, vertoonden tekenen van mentale en fysieke achteruitgang tussen de leeftijd van 10 en 12. De familie zegt dat het water de schuld isBeeld: ChangingMarkets

Zijn er alternatieven?

De vraag naar viscose is de afgelopen jaren sterk gegroeid, en naar verwachting gaat die groei voorlopig door. Viscose is een goedkoop alternatief voor het dure zijde en heeft veel eigenschappen waar de consument gek op is. De industrie wil het materiaal daarom voorlopig niet in de ban doen. Wel zijn er steeds meer merken die het productieproces proberen te verduurzamen, of overstappen op een schoner productieproces, zoals bij lyocell het geval is.

Lyocell wordt volgens net iets schoner procces vervaardigd: het oplosmiddel dat wordt gebruikt om de cellulose uit het hout te halen, natriumhydroxide (een bijtend soda), is vervangen door een niet-toxische organische verbinding (N-methylmorfoline-N-oxide, oftewel NMMO). Dit organische oplosmiddel is gemakkelijker te filteren en opnieuw te gebruiken in een gesloten cyclus – en dus verantwoorder voor het milieu.

De Oostenrijkse firma Lenzing gaat nog een stap verder, door hun lyocell, onder de naam als Tencel®, te produceren uit snelgroeiende eucalyptusbomen in duurzaam beheerde bossen.

Wat je zelf kan doen:

Een keurmerk of certificering dat je kleding ‘rainforest-free’ is, bestaat (nog) niet. In de winkel kun je dus niet zien of jouw kledingstuk ten koste is gegaan van eeuwenoude bossen. Wat je wel kunt doen:

  • Controleer of het merk beloofd heeft om alleen maar viscose in te kopen dat op een duurzame manier is geproduceerd. Op de website van Canopy vind je een lijst van kledingbedrijven die hebben beloofd zich daarvoor in te zetten.
  • Staat je favoriete merk er niet tussen? Mail ze en vraag wat hun beleid is, en geef aan dat je het belangrijk vindt dat hun viscose niet van ‘vieze’ fabrieken komt en niet bijdraagt aan ontbossing.
  • Teken de petitie van We.Move.eu waarin ze Europese mode-giganten oproepen om zich in te zetten voor een ‘zero pollution policy’ en een tijdpad waarin ze bijhouden wat ze doen. Ook moeten ze kunnen garanderen geen aankopen meer te doen bij producenten die zich niet houden aan de strenge eisen.
  • Als je de keus hebt: kies dan voor lyocell in plaats van viscose/rayon of modal. Het productieproces van lyocell is schoner. Nog beter kun je viscose/rayon, modal en lyocel helemaal vermijden en kiezen voor Tencell.

Fair fashion

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons