Het is alweer ruim een jaar geleden dat ik voor
OneWorld een essay schreef over ‘
coronaconflicten’. Het ging over de afstand die tijdens de pandemie was ontstaan tussen mensen uit mijn omgeving en mijzelf. Over parallelle universa, waarbinnen zelfs feiten niet meer onwrikbaar bleken en waarin ik vrienden plots in demonstraties tegen het covidbeleid zag marcheren naast fascisten en racisten.
Lees ik dat essay nu terug, dan zie ik naast een mengeling van verbijstering, rouw en woede toch ook een sluimerende hoop. Natuurlijk: ik had vurige discussies gevoerd, ruziegemaakt en uiteindelijk zelfs het contact verbroken met mensen die niet begrepen hoe fundamenteel onverteerbaar het voor mij was dat zij hun verzet tegen extreemrechtse en radicaal rechtse figuren tijdelijk terzijde schoven, want ‘onze vrijheid is nu even belangijker en zij zeggen tenminste waar het op staat’. Ze leken niet te begrijpen dat ze door hun nieuwe verbond ook al het andere gedachtegoed van extreemrechts sociaal acceptabel maakten.
De auteur schreef dit essay voor de decembereditie van
OneWorld Magazine. Hij blikte vooruit op een strijdbaar, activistisch 2023.
Dat nam ik ze zeer kwalijk, maar stiekem hoopte ik toch dat de breuk van tijdelijke aard zou blijken. Dat de mist van lockdowns en coronapaspoorten zou optrekken en wij elkaar weer zouden vinden in dezelfde werkelijkheid. Naïef van mij, denk ik nu. Ik had beter moeten weten, want de politieke verschuivingen naar rechts van de laatste jaren waren niet ingegeven door corona. Hoogstens hadden de buitengewone omstandigheden van het virus de reeds ontstane spanningen verdiept en nog sneller tot een kookpunt gebracht.
Kleur bekennen
Die vroegere vrienden van mij hebben dan ook lang niet allemaal gebroken met de goeroes van de corona-‘vrijheidsbeweging’. En ook na de lockdowns is die beweging vrolijk verdergegaan met het spuien van haar racistische haat, omvolkingstheorieën, aanvallen op democratie en rechtsstaat. In de Tweede Kamer, zelfs op de Publieke Omroep. En de zogenaamde tijdelijke verbonden zijn niet verbroken.
Dus zie ik online nog wel eens iets voorbijkomen van die oude kennissen en vrienden dat op hun blijvende radicalisering duidt: nu geloven ze blind dat het Westen de oorlog in Oekraïne zelf heeft geforceerd, dat Poetin een held is die slechts een goede strijd voert tegen nazi’s, dat journalistenjager Gideon van Meijeren van Forum voor Democratie een Nobelprijs voor de Vrede verdient en dat de energiecrisis door een kwaadaardige elite in scène is gezet om ons klein en nederig te houden. Dat is hoe het werkt: je kunt geen tijdelijk verbond sluiten met fascisten en volksmenners. Het is een zwart gat waar je in wordt gezogen en niet meer uit komt.
En dus zie je voormalige linkse bondgenoten online hun steun uitspreken voor wrede dictators. De mensen met wie ik brak zijn definitief een ander pad ingeslagen en ik voel geen enkele behoefte meer om met hen tot enige heling of verzoening te komen. De verschillen in overtuiging zijn te fundamenteel. Veel mensen zullen zeggen dat juist de redelijkheid het antwoord moet vormen op de dagelijkse uitbarsting van irrationele haat, op het ophitsen en de volksmennerij. Maar het is te laat om het redelijke midden te zoeken. Er is geen tijd voor de zoveelste dialoogtafel, voor een NRC Zomeravondgesprek waarin een antiracist en een nazi, een klimaatactivist en een klimaatontkenner, een maatschappelijk jeugdwerker en een huisjesmelker met elkaar in gesprek gaan, om onder het genot van een wijntje te concluderen dat ze elkaar in het echt best aardig vinden. Nee. Kleur bekennen!
Het ravijn in
Er staat te veel op het spel. Shit is going down. Onze bossen fikken af, de orkanen worden steeds genadelozer, de ijskappen smelten, het verlangen naar ‘raszuiverheid’ wordt door sommigen steeds openlijker beleden en in Iran wordt een strijd voor de fundamentele gelijkwaardigheid van vrouwen neergeslagen door een religieus extremistisch regime. In de Verenigde Staten is het fascisme met het vertrek van Trump nog lang niet verslagen, worden zwarte kiezers doelbewust tegengewerkt bij het uitoefenen van hun stemrecht door beleidsverandering. Elk moment kan ‘The Land of The Free’ opnieuw het ravijn in glijden, vermoedelijk zelfs onder leiding van autocraat Trump zelf.
“
De planeet en samenleving overleven onze apathie niet meer
In Italië hebben fans van Mussolini het premierschap bemachtigd, is zelfs de corrupte operettefiguur Berlusconi, boezemvriend van Poetin, weer teruggekeerd in het centrum van de macht. In Hongarije gaat Viktor Orbán steeds verder in zijn etnisch nationalisme, in het smoren van elk tegengeluid, het ondermijnen van de persvrijheid. In Zweden zijn voormalige neonazi’s doorgedrongen in het parlement. Hun aangekondigde asielbeleid werd een lichtend voorbeeld genoemd door Ruben Brekelmans van onze eigen VVD. Brekelmans zag er een mooie blauwdruk voor Nederland in – het land waarin vluchtelingen al wekenlang in de open lucht moeten slapen onder mensonterende toestanden. Als een minister ze alsnog onderdak wil bieden, zie je Nederlandse kinderen van tien jaar marcheren uit protest en reppen journalisten over bewoners met ‘veel emotie, die bang zijn dat hun manier van leven onder druk komt te staan’.
Met die manier van leven wordt misschien bedoeld: kapitalisme en neoliberalisme, uitholling van collectieve voorzieningen als de jeugdzorg, de ggz, de ouderenzorg, het openbaar vervoer, de volkshuisvestiging, het onderwijs. Een land waarin honderdduizenden mensen onder de armoedegrens leven. Waarin wonen, medische zorg, voedsel en energie onbetaalbaar zijn geworden, en we geleid worden door een premier die zich met aantoonbare leugens vastklampt aan de macht.
Melkopschuimer
Ik geloof niet dat het nog echt tot ons is doorgedrongen, maar als we het tij nog willen keren, dan is dit het laatste moment. Eigenlijk is dat al voorbij, maar dat mag geen reden zijn niet alsnog een omslag te forceren. We hebben simpelweg geen keuze. De fundamenten van onze planeet en samenleving overleven onze apathie en gematigdheid niet meer.
Wat ik zelf doe? Nou, ik ben op zoek naar een goede nieuwe melkopschuimer. De oude is kapot. Onhandig; met twee jonge kinderen en al die gebroken nachten heb ik mijn koffie nodig. Ik vergelijk verschillende modellen met elkaar op een website. Ik klik er eentje aan. En dan ga ik slapen.
Toch ben ik niet alleen met zulke nietszeggende beslissingen bezig. Het is niet dat ik het allemaal lijdzaam onderga, wat zich daarbuiten afspeelt. Mijn vuur is niet gedoofd. Ik gooi me in de strijd: ik spreek me online uit tegen onrechtvaardigheid, gebruik mijn podium als columnist en schrijver om ongelijkheid te benoemen en ben in mijn schrijverschap en makerschap ondubbelzinnig politiek. Daarbij laat ik me elke dag voeden en aanjagen door de geestdrift en vastberadenheid van de jongste generatie, die zich niet laat neerknuppelen door welig tierende reactieve sentimenten. Die onbevreesd blijft strijden voor gelijkwaardigheid, vrijheid en barmhartigheid. Tegen de hebzucht, de gulzigheid, de onverschilligheid.
“
Denken we nu werkelijk dat de stijgende zeespiegel uitgerekend ons met rust zal laten?
Ik doe mee, ik onttrek me niet aan de realiteit, beken kleur. Maar toch: steeds vaker bekruipt me daarbij een fatalistisch gevoel. Een gelatenheid die ik niet van mezelf ken. Waar moeten we beginnen? Komt dit ooit nog goed? Hoe zorgen we dat we ons niet laten ontmoedigen?
We klagen bijvoorbeeld over de wachtrijen op het vliegveld, niet over het onderbetaalde personeel. Zien we het niet? Zijn we bevroren, vluchten we, of zijn we domweg te moe en murw gebeukt om nog terug te vechten? Is het onze volksaard? In Frankrijk gaan ze tenminste nog massaal de straten op als het ze niet bevalt. Als de lonen te laag zijn of de energieprijzen te hoog, dan leggen de Fransen het hele land plat met acties en stakingen, tot de regering er wat aan doet. Waarom grijpen wij niet radicaler in? Denken we nu werkelijk dat de stijgende zeespiegel uitgerekend ons met rust zal laten? Dat die paar steunpakketten tot een fundamenteel socialere en menselijkere politiek gaan leiden?
Destructiedrift
Of is het iets anders: geloven wij niet meer dat er binnen ons politieke systeem iets ten goede kan veranderen? Zijn we apathisch en afwachtend omdat we geen vertrouwen meer hebben in de instituties? Als dat zo is, dan is dat een levensgevaarlijk gegeven dat weleens een onbedoeld gevolg zou kunnen hebben: dan gaan ook wij lijken op de ‘vrijheidsbeweging’. De fascistische krachten in onze samenleving, in politiek en debat, zijn tenslotte nadrukkelijk uit op de vernietiging van onze open, democratische rechtsstaat. Op het neerhalen van fundamentele vrijheid, gelijkwaardigheid, op het vernietigen van de planeet, van kunst en wetenschap. Zij winden er geen doekjes om: ze willen ‘het systeem’ tot de grond afbreken.
En hoezeer velen ook vurig de strijd aanbinden met die destructieve krachten, constateer ik wel dat ook de pleitbezorgers en beschermers van democratische waarden steeds vaker bewegen richting de roep tot revolutie. Op zichzelf heel begrijpelijk, want de innige verstrengeling van kapitalisme en politiek lijkt vaak zo onwrikbaar dat het verlangen naar afbreken en opnieuw beginnen heel aanlokkelijk voelt. Toch zouden wij een grote fout maken die destructiedrift te omarmen.
“
Ga de straat op. Kraak dat leegstaande pand. Blokkeer die weg.
Want als ook wij gaan roepen dat het systeem van rechtsstaat en democratie eerst kapot moet voor progressie kan plaatsvinden, dan lopen we het gevaar dat we het vertrouwen in mogelijke verandering binnen een parlementair democratisch politiek systeem nog verder ondergraven. Dan heb je kans dat je veel mensen hun laatste strijdbaarheid en hoop ontneemt, waardoor ze vervallen in onverschilligheid. Of erger nog: dat ze zich makkelijker aangetrokken zullen voelen tot de fascisten die de destructiedrift als geen ander weten in te zetten als lokroep.
Gooi die soep
Ik pleit beslist niet voor het midden. Hoe vaak ik niet politici hoor zeggen dat wie links en progressief is maar genoegen moet nemen met het redelijke alternatief, omdat we anders extreemrechts in de hand werken: doodvermoeiend. We hoeven helemaal niet genoegen te nemen met minder. We moeten juist meer eisen. Radicaal verzet is noodzakelijker dan ooit. Ga de straat op. Kraak dat leegstaande pand van die patjepeeërs. Teken petities en dwing verantwoording af van je volksvertegenwoordigers. Blokkeer die weg om aandacht te vragen voor het klimaat.
“
Wees burgerlijk ongehoorzaam, verhef je stem tegen haat en ontmenselijking
Staak voor betere lonen. Gooi die soep maar over dat schilderij – die mensen deden in elk geval iets. Ze kwamen in verzet. Ze protesteerden, ze provoceerden, schudden ons wakker. Ga in protest. Maar ook: word politiek actief. Je hoeft niet meteen naar de Kamer, je kunt ook lid worden van een partij, een vakbond, een denktank.
Voed elkaar, steun elkaar en breek elkaar niet af. Vorm een front. Wees burgerlijk ongehoorzaam, verhef je stem tegen haat en ontmenselijking of, als je dat niet durft, ga samen met anderen om diegene heen staan die zich wel onbevreesd laat klinken. Bescherm elkaar of een stuk grond. Bevrijd duizend varkens uit een megastal. Lach niet nuffig en neerbuigend om de opstand van de boeren, maar haal er in elk geval de les uit dat het loont om ergens voor te staan en je niet te verschuilen achter eeuwige pantsers van ironie.
Fik het huis niet af
Beklaag je binnen de rechtsstaat tegen fascistische, antidemocratische en racistische krachten in ons parlement. Span een rechtszaak aan tegen multinationals die de planeet, die al enige tijd aan de beademing ligt, meedogenloos blijven plunderen om hun ‘shareholders value’ op te pompen. Wees Robin Hood, wees Martin en Greta. Betaal die huurverhoging niet. Organiseer je. Maak herrie. Fluister. Zing. Omhels de onderdrukte, tart de status quo, bevraag het gezag, doe het fel en radicaal, maar… Doe het door gebruik te maken van alle middelen die beschikbaar zijn binnen dit systeem, binnen de parlementaire democratische rechtsstaat. Laat zien dat het kan, dat het nog altijd mogelijk is binnen deze werkelijkheid om de rot uit onze fundamenten te slopen. Dat wij het tij kunnen keren zonder het huis volledig af te fikken, dat we betekenisvolle verandering kunnen bevechten die leidt tot een rechtvaardigere, menselijkere, socialere en gezondere wereld.
Dit is, daar ben ik van overtuigd, onze laatste kans om te laten zien dat dat nog altijd kan. Doen we dat niet, dan zijn we overgeleverd aan de fascisten, de charlatans, volksmenners en ontkenners, die er niet voor zullen terugdeinzen om de apathie, machteloosheid en verdeeldheid op links in hun voordeel te gebruiken. Dat mogen we nooit laten gebeuren, want alles wat ons dierbaar is staat op het spel.
Je kunt op me rekenen, ik loop met je op, en met mijn gloednieuwe melkschuimer zet ik ook nog een mean ass cappuccino voor je. Plantaardige melk. Beloofd. Het is menens.