Ilya behoort tot de joodse minderheid in Turkije. Het overgrote deel van hen woont in Istanbul, zo’n 18 duizend. En een van de kleinste gemeenschappen woont in Antakya, in het zuidoosten van Turkije. We vroegen op beide plekken een aantal van hen naar hun familiegeschiedenis en hun positie in het huidige Turkije. We beginnen in de ondergoedzaak van de 48-jarige Ilya in Istanbul.
Emigratie van niet-islamitische minderheden
Tienduizenden Sefardische joden vluchtten in 1492 naar het Ottomaanse rijk nadat zij door de Spaanse katholieke koningen waren verjaagd. Tot en met het begin van de 20e eeuw leefden ze openlijk als Jood en in grote aantallen in Turkije. Vandaag de dag telt Turkije nog ongeveer 20 duizend joden.
Ilya’s vader heeft vaak verteld over de nacht van 6 op 7 september 1955. De familie zat thuis en hoorde geschreeuw bij het huis van hun Grieks-orthodoxe buren. Ilya’s opa keek uit het raam en zag dat er inmiddels ook voor hun appartement een groep mannen stond. Ze hadden stenen bij zich en wilden naar binnen. De conciërge, Adem, probeerde de groep tegen te houden. “Adem was moslim maar hij beschermde ons. Hij werd in zijn been gestoken, waarna de mannen alsnog het huis binnenvielen. Ze namen al ons geld mee. De volgende dag ging mijn vader naar de winkel en trof daar een puinhoop aan; ruiten waren ingeslagen, paspoppen omgegooid en kleding was gescheurd. Ook de winkels van andere niet-moslims in de Istiklalstraat waren onderhanden genomen. Met een lening heeft mijn vader daarna alles opnieuw gekocht.”
Uitstroom van joodse jongeren naar Israël
Volgens Ilya is er een uitstroom van joodse jongeren naar Israël. In de krant Hürriyet schreef columnist Mois Gabay in 2014 dat 37 procent van de Turks-joodse jeugd hun verdere opleiding liever in het buitenland voortzet: een verdubbeling ten opzichte van de jaren ervoor. Betrouwbare cijfers zijn niet te vinden. Ilya zelf hoeft nog niet weg. “Ik hoor hier”, vindt hij. “De diversiteit binnen Turkije valt niet te ontkennen, het is onontkoombaar. Wij zijn verweven met de geschiedenis van hier.”
Verborgen, maar niet vergeten
Dit artikel is onderdeel van het project ‘De verloren verhalen van Turkije’ van Zola Can en Zara Toksöz. Lees hier alle stukken uit de serie terug:
“Turkse moslims kennen niemand buiten hun eigen groep, zeker als ze niet in de grote steden wonen. Een van mijn leerlingen zei eens: “Ik zou nooit naast een niet-moslim kunnen zitten”, niet wetende dat ik dat ben. Logisch misschien. Op school wordt niks verteld over de geschiedenis van joden in Turkije, op televisie verschijnen alleen negatieve berichten over Israël.” Met heimwee denkt ze terug aan haar jeugd in Canakkale. “Wij woonden dicht bij de grote marktstraat. De winkels in de straat waren bijna allemaal in handen van joden. Tijdens Sabbat waren ze dicht. Mensen hielden er rekening mee, Sabbat vierde je niet stiekem, zoals nu.”
De onwetendheid over het bestaan van de joodse gemeenschap wordt versterkt door de joodse Turken zelf. “Mensen zijn terughoudend geworden en verdoezelen hun achtergrond”, zegt Carla. Haar zoon heeft bijvoorbeeld een joodse en een Turkse naam: Yakov en Yakup. Veel joodse mannen hebben een dubbele voornaam, vertelt ze, “zodat ze niet raar worden aangekeken wanneer ze in militaire dienst moeten”.
Elk jaar gaat Carla met een groep vrienden naar Canakkale om de synagoge te bezoeken. Van een joodse gemeenschap daar is bijna geen sprake meer. Carla vertelt dat wanneer joden van buiten de wijk niet geregeld naar de synagoge in Canakkale gaan, het gebouw vervalt waardoor het dreigt te worden gesloopt. “Vorig jaar sprak een stokoude man me aan toen we de synagoge uitliepen. Hij zei: ‘Blijf komen, vergeet het hier niet’”. Haar ogen schieten vol. “Wij houden het in leven, we laten het niet vervagen. Zodat men ons niet vergeet.”
Angst uit het verleden
Haar vader groeide op in de wijk Balat, haar opa had een winkel met kantoorbenodigdheden. “Ze hadden het goed”. Toen haar vader in het leger zat werd de Welzijnsbelasting ingevoerd, een vermogensbelasting die in de praktijk gericht was op niet-islamitische minderheden in Turkije. Wie niet aan de betalingen voldeed, moest zijn bezittingen afstaan; mensen zonder bezittingen werden naar werkkampen gestuurd. Het belastingtarief voor joodse burgers was 179%, voor Turkse moslims was het 4,9%. Het bedrag moest binnen een maand betaald worden, wat Elena’s familie niet lukte. Toen haar vader terugkeerde uit het leger was de familie verdreven uit het huis en woonden er andere mensen, de winkel was leeggehaald. “Toen wij later in de Galatawijk in Istanbul woonden, wilde mijn vader nooit de stad uit, terwijl wij wel het geld hadden om bijvoorbeeld een reisje naar Ankara te maken. Hij was bang dat wanneer hij terug zou komen, alles weer weg zou zijn”.
“De harde toon jegens Israël en joden is voor de bühne
Elena voelt zich niet geïntimideerd door de overheid: “De harde toon jegens Israël en joden is voor de bühne. Wie zich er een beetje in verdiept weet dat Israël en Turkije al jaren goede economische banden hebben. Ik vrees het volk meer, en hun reactie op uitlatingen van de overheid. Wanneer mensen opeens woedend de straat opgaan, valt niet te voorspellen wat er gebeurt.”
De kleine gemeenschap in Antakya
In Antakya leven verschillende culturen en religies al eeuwenlang samen. Veel bewoners vertellen trots over het multiculturele karakter van de stad. Toch neemt ook hier de diversiteit langzaam maar zeker af. Van de joodse gemeenschap is niet veel over: nog maar 17 mensen.
Tot voor kort werd er elke week een rabbijn vanuit Istanbul ingevlogen voor de Sabbat, die vervolgens maandag weer terugging. We vragen Azra naar de geslonken joodse gemeenschap. Volgens hem zijn de afgelopen decennia veel jonge joden om economische redenen naar Israël vertrokken. Daarnaast zouden er veel naar Istanbul zijn verhuisd om te studeren en een geschikte huwelijkskandidaat te vinden. Azra mijdt verdere vragen over discriminatie en pesterijen.
Foto’s met Erdogan
Aan de muur hangt een grote foto van Mustafa Kemal Atatürk, ernaast drie kleinere foto’s van president Erdogan. Azra verzoekt ons de foto’s met Erdogan niet te fotograferen. “Waarom die hier hangen? Dit is een bezoekersruimte, snap je, wij ontvangen hier de gouverneur en andere mensen van de overheid”, mompelt hij licht geïrriteerd. Wanneer we de uitgang van de synagoge bereiken, doet Azra zijn keppeltje af.
Hasan vertelt verder: “Deze overheid regeert voor één groep. Hoor je daar niet bij, dan is het oppassen geblazen. Hebben mensen van de overheid de joodse graven gemolesteerd? Nee, dat denk ik niet. Maar het is erger: zij hebben de context gecreëerd waarin dit mogelijk is, waarin zoiets wordt geaccepteerd. Daarnaast heeft de Syrische burgeroorlog een enorm effect gehad op dit gebied. De toestroom van nieuwe mensen, met andere ideeën… Begrijp me niet verkeerd, ik geef de mensen die hun huis en haard hebben moeten verlaten niet de schuld, maar de impact is drastisch.’
“Deze overheid regeert voor één groep. Hoor je daar niet bij, dan is het oppassen geblazen
Polarisatie
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand