Chelita Lima werkt in Rotterdam als persoonlijk begeleider van verstandelijk beperkte jongeren en komt regelmatig op de Kaapverdische eilanden, waar haar ouders zijn geboren. Ze merkte dat er in Kaapverdië nauwelijks over verstandelijk beperkten wordt gepraat, omdat mensen zich ervoor schamen.
Lima: “De buurvrouw van mijn tante in Kaapverdië heeft een dochter met het syndroom van Down, Nani. Die komt vrijwel nooit buiten en heeft maar één keer per jaar een uitje, namelijk als ik er ben.” De buurvrouw in kwestie, Bibia, beweert dat ze zich niet schaamt voor Nani, maar dat ze het te moeilijk vindt met haar dochter op pad te gaan. “Dan loopt ze misschien wel weg.” Ze vindt het geweldig als Lima Nani meeneemt op een uitje, maar zegt tegelijkertijd dat Nani niet vaker naar buiten hoeft dan nu. “Nani is gelukkig zo.”
Negatief beeld
Lima wil het taboe op verstandelijk beperkten opheffen, en werkt samen twee Kaapverdische voorzieningen voor verstandelijk beperkten: zorginstelling Villa Nova en dagbestedingscentrum CTO. Guy Monteiro, manager van Villa Nova, stelt dat de meeste van zijn cliënten van de straat komen. “Ze leefden op straat omdat ze waren verstoten door hun familie. Wij geven ze hier een ander leven.”
Hij is trots op de instelling, die onderdak biedt aan 45 mensen. Dat is maar een klein percentage van het aantal verstandelijk beperkten in Kaapverdië, denkt Monteiro. “Hoeveel kan ik niet zeggen, want er zijn geen statistieken van. Veel mensen doen nog steeds alsof ze niet bestaan.”
Carnaval
Dat moet anders, vinden Monteiro en Lima. Maar hoe verander je een negatief beeld, hef je een taboe op? Dat is moeilijk, stelt Monteiro, maar niet onmogelijk. “Het belangrijkste is dat je het mensen moet laten zien.” Want dat de samenleving de verstandelijk gehandicapten niet accepteert, komt vooral door angst en onwetendheid, denkt hij. “In 2002, toen ik Villa Nova begon, waren veel mensen uit de wijk er fel op tegen. Ze wilden geen gekken in hun buurt. Inmiddels is dat anders, en komen buurtbewoners soms langs om te helpen.”
Een ideale manier om die angst weg te nemen is volgens Monteiro om met de hele instelling mee te lopen in de Kaapverdische carnavalsparade. Het carnaval is een grote happening op de eilandengroep en Villa Nova doet nu voor het tweede jaar mee. De kostuums maken de gehandicapten deels zelf. Uit geldgebrek werken ze met goedkope materialen zoals plastic zakken, schelpen en papier, waar creatieve pakken uit voortkomen. Aan de pakken voor de carnavalskoning en koningin is weken gewerkt. Carnavalskoning Emmanuel straalt op zijn zetel op de carnavalswagen. “We hebben hem drie jaar geleden van de straat gehaald”, vertelt Monteiro. “Hij was heel bang en sprak nooit, dus we dachten dat hij niet kon praten. Sinds een paar maanden doet hij dat ineens wel.”
De vele toeschouwers kijken geïnteresseerd hoe de groep verstandelijk beperkten met begeleiders dansend op het ritme van de drumband de parade lopen. “We hebben sinds vorig jaar zelfs een aantal fans”, zegt Monteiro trots. “Die wachten echt tot we voorbij komen.”
Gebrek aan informatie
De optocht verloopt spoedig, de cliënten hebben het zichtbaar naar hun zin. Monteiro benadrukt dat het lang niet altijd zo gaat. Hij heeft veel voorbeelden van vervelende situaties. “Bijvoorbeeld toen ik met een cliënt naar zijn jarige vader ging, om hem te feliciteren. We moesten buiten blijven, omdat hij zijn gehandicapte dochter niet in zijn huis wilde hebben. Of die keer dat de tandarts ons niet wilde helpen omdat degene met een rotte kies gehandicapt was. Toen hebben we die kies zelf moeten trekken.”
Het probleem is volgens Lima vooral dat er helemaal geen informatie over verstandelijk beperkten voorhanden is. “Binnen families, maar ook op scholen en in de politiek moet daar voorlichting over komen.” Ook in de zorginstelling zelf valt nog genoeg te leren. Er is in Kaapverdië geen opleiding voor hoe je het beste omgaat met gehandicapten, dus werken Monteiro en de vrijwilligers in Villa Nova volgens een trial-and-error systeem. Lima is vastberaden om haar Nederlandse kennis over de gehandicaptenzorg met hen te delen. Monteiro gaat in ieder geval stug door met het helpen van de verstandelijk beperkten. “Mensen uit de buurt zeggen weleens dat ik ook een beetje gek ben, net als de cliënten. Maar dat vind ik niet zo erg hoor.”
Foto: Davy de Lepper