Het Bangladesh Akkoord zorgde voor een enorme vooruitgang in de fabrieksveiligheid. Beeld: GCShutter / iStock

Veiligheidsakkoord kledingfabrieken hangt aan zijden draadje

Na de enorme ramp in het Rana Plaza stelden kledingfabrieken een veiligheidsakkoord op dat al vele levens redde. Op 31 mei liep dit Bangladesh Akkoord eigenlijk af, maar op het laatste moment werd het met enkele maanden verlengd. Een opstapje naar een blijvende oplossing, of uitstel van executie?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Update Bangladesh Akkoord 31 mei 2021

Een dag voor de deadline van 31 mei 2021, op zondag 30 mei, hebben internationale kledingmerken een (klein) akkoord bereikt met de internationale vakbonden Uni Global Union en IndustriALL. Opnieuw is er sprake van een interim-akkoord, deze keer niet voor drie jaar maar voor drie maanden. Zo krijgen merken en vakbonden meer tijd om te onderhandelen over een nieuw Akkoord. Of dat er zal komen, zal pas eind augustus blijken.

Na het instorten van fabriekscomplex Rana Plaza in 2013, waarbij ruim 1100 mensen om het leven kwamen, stelden honderden Europese kledingmerken in samenwerking met vakbonden een brand- en gebouwveiligheidsakkoord op. Ze beloofden onder meer structurele reparaties aan de gebouwen, onafhankelijke inspecties, brandoefeningen voor de arbeiders, voldoende blusapparaten en veilige vluchtroutes. Tientallen duizenden veiligheidsinspecties werden sindsdien uitgevoerd, die waarschijnlijk veel mensenlevens hebben gered. Maar dat dreigt te veranderen, want kledingmerken waren niet erg happig om dit Akkoord, dat vandaag afloopt, te hernieuwen.
Hoewel de merken vlak voor de coronacrisis nog in gesprek waren met vakbonden en ngo’s, is het nu al meer dan een jaar grotendeels stil aan hun kant. “Door corona trekken ze zich terug”, zegt de Bengaalse vakbondsleidster Kalpona Akter. Christa de Bruin van de Schone Kleren Campagne vult aan: “De merken hebben laten weten dat ze liever op deze voet doorgaan, maar dan zonder bindende afspraken. Maar een Akkoord zonder aansprakelijkheid of onafhankelijk toezicht, dat werkt gewoonweg niet.”

Juridisch afdwingbaar

Dat het zogenaamde Bangladesh Akkoord voor een enorme vooruitgang in de fabrieksveiligheid zorgde, zag ik vijf jaar na de ramp met eigen ogen, toen ik een reportagereis maakte met steun van een Belgische ngo, WSM. Elke expert en fabrieksbaas die ik sprak zei hetzelfde: sinds het Akkoord is de veiligheid in de fabrieken er enorm op vooruitgegaan. Gretige pr-managers leidden me langs de ene na de andere brandblusser en vluchtweg.

Als merken en fabrieken afspraken uit het Bangladesh Akkoord niet nakomen, kunnen er sancties volgen

Aanvankelijk was ik achterdochtig, maar in het kantoortje van zijn baas toonde de manager ons het papieren bewijs dat al die blussers en branddeuren inderdaad naar behoren werken. “We zijn verschillende keren gecontroleerd, hebben enkele minimale renovaties uitgevoerd en nu zijn we officieel veilig verklaard”, zei hij, glimmend van trots. In zijn handen hield hij het ingelijste certificaat van het brand- en gebouwveiligheidsakkoord. Voor hij ons weer naar buiten leidde, hing hij het zorgvuldig terug aan de muur.

Elke vertegenwoordiger van vakbonden en mensenrechtenorganisaties die ik tijdens mijn reportagereis sprak, bevestigde dat het Bangladesh Akkoord de werkomstandigheden veiliger maakte. “Dat komt”, legde De Bruin (Schone Kleren Campagne) me recent uit, “doordat de afspraken juridisch afdwingbaar zijn. Als merken en fabrieken ze niet nakomen, kunnen er sancties volgen.” Leveranciers die niet veilig geacht worden, mogen bijvoorbeeld niet langer samenwerken met merken die zijn aangesloten bij het Akkoord – zoals gebeurde in 2017.

‘Mijn collega’s zijn vermoord’

Mahmudul Hasan Hridoy was in Rana Plaza toen de fabriek instortte. Hij was toen 14 jaar en werkte er als kledingarbeider. Hij lag, samen met zestien collega’s, bedolven onder het puin en overleefde het als enige. ‘Sommigen noemen de ramp een “ongeluk”, maar zo zie ik het niet. Die fabriek had tien verdiepingen, maar slechts vergunning voor zes. Na de instorting hadden we geen zuurstof, geen ruimte. Mijn collega’s zijn vermoord, zo simpel is het.’
Op 29 april 2013 stortte het Rana Plaza in. (Dhaka, Bangladesh)Beeld: Farid_Ahmed / iStock

Sinds Rana Plaza hebben we geen inkomen meer

Hridoy doet zijn verhaal in een vooraf opgenomen getuigenis die op een videoconferentie wordt vertoond. ‘Tot op de dag van vandaag heb ik pijn. Mijn vrouw heeft mij verlaten. Ik sta er alleen voor, samen met mijn twee kinderen. Ik kan terecht bij familie, maar moet bedelen om te overleven. Sinds Rana Plaza hebben we geen inkomen meer.’ De conferentie werd op 12 mei 2018 gehouden ter nagedachtenis van de ramp in Rana Plaza, maar ook omwille van de vervaldatum van het Akkoord, dat erop gericht is herhaling te voorkomen.

Gesprongen boilers

Samen met arbeidsrechtenorganisaties Workers Rights Consortium, International Labor Rights Forum en Maquila Solidarity Network stelde de Schone Kleren Campagne vorige maand een rapport op. Daarin werden de prestaties van twaalf bij het Akkoord aangesloten kledingmerken geanalyseerd. 90 procent van de onderzochte veiligheidsproblemen, zoals instortingsgevaar in de fabriek, een gebrek aan vluchtroutes, een slecht functionerend brandalarm of sprinklersysteem, bleek opgelost.

Gesprongen boilers komen vaak voor, wat soms tot dodelijke brandhaarden kan leiden

“Maar”, zegt De Bruin, “het rapport laat ook zien dat nog veel veiligheidsissues niet zijn opgelost.” Gesprongen boilers komen bijvoorbeeld nog vaak voor, wat tot beperkte, maar soms ook dodelijke brandhaarden kan leiden. De boilers zijn een van de risico’s die pas in een later stadium van het brandveiligheidsakkoord aan bod komt. Of daar nog iets aan gedaan zal worden, is maar de vraag. “Het Akkoord verloopt op 31 mei”, zegt De Bruin, “en dan is er een reëel risico dat de geboekte winst zal worden tenietgedaan.”

In mei 2018 verviel het Akkoord ook al eens. Het werd toen verlengd voor een periode van drie jaar. Het Transitieakkoord, zoals de nieuwe overeenkomst officieel wordt genoemd, moest op termijn worden overgedragen aan arbeidsinspecteurs in Bangladesh zelf. Daar was de Bengalese overheid op dat moment nog lang niet klaar voor, stelden ngo’s in een streng rapport.

Niet alleen hernieuwen, ook uitbreiden

In 2018 spande een Bengalese fabrieksbaas een rechtszaak aan: hij had gelogen over de betonsterkte van zijn fabriek, waarna bij het Akkoord aangesloten merken niet langer zaken met hem mochten doen. Daar was hij verbolgen over. Sindsdien ziet een Bengalees overheidsorgaan toe op de veiligheid in fabrieken: de Ready Made Garment Sustainability Council (RSC).

Vakbonden en arbeidsrechtenorganisaties zien het met lede ogen aan, want deze raad is veel minder effectief dan het Akkoord. “De macht is niet eerlijk verdeeld”, licht vakbondsleidster Akter toe. “De merken en de lokale industrie hebben het meest te zeggen en zelfs vetorecht. Zo kunnen we als vakbonden nooit genoeg invloed op het RSC uitoefenen om dwingende zaken aan te kaarten.”

Het Akkoord werkt, het heeft al levens gered

De vakbonden zijn strijdvaardig om het Akkoord te behouden – liefst ook buiten Bangladesh en met meer invloed van de vakbonden zelf. “Het Akkoord werkt, het heeft al levens gered”, zegt de internationale vakbondsleidster Alke Boessiger van UNI Global Union. “Nu is het nodig om iedereen opnieuw rond de tafel te krijgen.”

Nasir Mansoor, vakbondsleider van de National Trade Union Federation Pakistan, ziet een dergelijk Akkoord bijvoorbeeld graag naar zijn land komen: “Ook hier sterven te vaak arbeiders, bijvoorbeeld door branden.” Hij verwijst onder meer naar de brand in de minder bekende fabriek Ali Enterprise in Karachi, waarbij in 2012 ruim 250 mensen om het leven kwamen.

Mansoor: “Het Akkoord heeft duidelijk gewerkt in Bangladesh. Wij hadden gehoopt dat het ook naar Pakistan zou komen. In plaats daarvan dreigt het te verlopen en ontlopen mensen hun verantwoordelijkheid. Dat kan ik bijna niet geloven.”

Wat kan jij doen?

Met de hashtag #ProtectProgress voeren de Schone Kleren Campagne en andere arbeidsrechtenorganisaties tot het laatste moment campagne om het Akkoord te verlengen. Onder de weinigen die hebben toegezegd het Akkoord te willen verlengen waren vlak voor de deadline van 31 mei Esprit, de Britse e-tailer Asos, het Duitse Tchibo (dat gespecialiseerd is in koffie, maar ook lakens of badmode verkoopt) en Zeeman.

Via de website van Rana Plaza Never Again kun je een oproep mailen naar een selecte groep betrokken kledingmerken. De Schone Kleren Campagne roept op om zelf ook merken aan te spreken op sociale media. Dat kan door hun posts te delen die gericht zijn aan de merken of zelf een bericht te schrijven. Remake stelt voor om specifiek H&M aan te spreken op Instagram, met de hashtag #KeepWorkersSafeHM. Je kunt ook deze video van de Schone Kleren Campagne delen.

Deze kledingarbeiders bezetten hun fabriek: 'Betaal ons'

Miljarden verlies voor kledingarbeiders (ondanks campagnes)

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons