Volgens organisaties als Schone Kleren Campagne en Fashion Revolution is weten met welke fabrieken je te maken hebt en daar transparant over zijn een eerste stap naar meer veiligheid en dus betere omstandigheden in de industrie. Dat nemen Nederlandse merken nu ter harte. Acht grote en kleine merken en retailers1 kondigden deze week aan vanaf nu transparant over hun productielocaties te zijn.
“Informatie over fabrikanten werd heel lang gezien als concurrentiegevoelig
Transparantie stimuleren
De twaalf aangesloten merken maken deel uit van de in totaal 93 leden van het Convenant Duurzame Kleding en Textiel. Dat werd in 2016 in het leven geroepen om de Nederlandse kledingmarkt te verduurzamen. “Wij vragen al langer transparantie aan onze leden”, zegt een woordvoerder van het Convenant. “Een van de voorwaarden om toe te treden is dan ook de locaties van je fabrieken op te geven. Die zetten wij op een gezamenlijke lijst, die publiek beschikbaar is via de transparantietool Open Apparel Registry. De eigen locaties publiek delen is een extra stap, die is vrijwillig.”
Eerste stap naar verantwoordelijkheid?
Aruna Kashyap, vrouwen- en arbeidsrechtsspecialist bij Human Rights Watch, beaamt dat. “Transparantie betekent bewijs. Het is een teken dat een bedrijf effectief zijn netwerk in kaart brengt. Acties zoals deze tonen het verschil tussen merken die alleen maar zéggen waar ze mee bezig zijn en merken die zwart op wit kunnen bewijzen waar ze mee bezig zijn. Dat is broodnodig om merken verantwoordelijkheid te laten nemen voor eventuele misstanden in de keten.”
Cornelissen geeft een voorbeeld. ‘Onze partnerorganisaties in Pakistan willen een veiligheidsakkoord opzetten in dat land, net zoals in Bangladesh. Met deze informatie kunnen we kijken welke merken in welke Pakistaanse fabrieken produceren en ze uiteindelijk ook ondersteunen om de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen.”
“Transparantie werkt veel beter als je alle informatie op één centrale plek hebt
Met de informatie die de Schone Kleren Campagne al had, heeft ze campagne gevoerd tegen H&M, onder andere op basis van de informatie over hun productielocaties. “Wij zagen dat ze achterliepen op vlak van veiligheid”, zegt Cornelissen. “Ze hadden er niet tijdig voor gezorgd dat alle nodige verbeteringen binnen het Bangladesh-akkoord doorgevoerd waren. Als organisatie krijgen we dus meer zicht op hoe bedrijven presteren.”
Steeds veiliger
“Vroeger maakten merken een deal met leveranciers ergens in een hotel zonder de werkomstandigheden te weten
Ruigrok noemt dit ook een stok achter de deur voor onderaannemingen, een veel voorkomende praktijk waarbij bestellingen doorgesluisd worden naar andere fabrieken dan de hoofdleverancier. “Nu kunnen merken niet meer zeggen dat ze dachten dat daar de fabriek stond waar hun orders heen gaan. Die lijsten dwingen merken om veel bewuster met hun leveranciers om te gaan.” Al blijft het risico op onderaannemingen nog steeds bestaan. “Een fabriek zal niet snel nee zeggen tegen een bestelling, zeker niet in landen waar het merk toch niet vertegenwoordigd is. Als ze vol zitten, geven ze die nog steeds uit handen.”
“Als er dat soort problemen zouden voorkomen in de keten, wil HEMA haar verantwoordelijkheid opnemen om die te verhelpen”, claimt hoofd duurzaamheid Driessen. Wat dat concreet inhoudt, zullen we pas weten als het zover is. Driessen zegt alvast niet ongerust te zijn mochten hun fabrieken, net zoals die van H&M, onderzocht worden. “Als er misstanden voorvallen, kunnen we er gezamenlijk aan werken. De publicatie van onze productielocaties is geen doel op zich, maar een middel voor een betere samenwerking tussen merken, ngo’s en vakbonden. Het idee van de publicatie is net dat de volgende stappen kunnen gezet worden.”
Meer tools nodig dan enkel transparantie
“Merken zijn open over hun fabrieken, maar de lonen die in die fabrieken betaald worden, maken geen deel uit van hun pledge
“Dat is een van onze volgende stappen”, geeft Driessen toe. “Enkel de namen van de fabrieken delen, zegt inderdaad weinig. We willen ons steeds beter informeren en nog transparanter worden.” Leefbare lonen kunnen ze momenteel nog niet garanderen. “Daar leren we over bij dankzij het Convenant. Hoe meer we over de keten weten, hoe meer we onze transparantie kunnen vergroten.”
Roosmarie Ruigrok (Fashion Revolution) wijst erop dat fabrikanten de lonen bepalen, niet de merken. Aruna Kashyap (Human Rights Watch) vindt transparantie over lonen heel belangrijk, maar betwijfelt of ze informatie die merken daarover zouden geven zou vertrouwen. “Merken moeten onafhankelijke instanties ondersteunen die arbeiders gaan bevragen op lonen. Dat is betrouwbaarder dan monitoring door de merken zelf.”
“Kledingmerken maken tientallen collecties per jaar, tegen zo laag mogelijke prijzen. Dat model is niet duurzaam
“Om zich duurzaam te noemen, moet nog veel meer gebeuren”, vindt ook Cornelissen (Schone Kleren Campagne). “De hele sector is een race to the bottom. Kledingmerken maken tientallen collecties per jaar, supersnel na elkaar, tegen zo laag mogelijke prijzen. Dat model op zich is niet duurzaam.”
Kettingreactie
“Een paar jaar geleden was er vooral veel naming and shaming van merken die niet goed bezig zijn”, zegt Ruigrok (Fashion Revolution). “Nu richt het middenveld zich op mensen die het wel goed doen. En iedereen wil bij de mensen horen die het goed doen, toch? Goed doen doet goed volgen.” Het gaat heel hard nu volgens de duurzame mode-expert, die als consultant bedrijven begeleidt om hun keten te verduurzamen. “De basis is nu eindelijk gelegd. Als deze kettingreactie met dezelfde snelheid doorgaat, denk ik dat we binnen tien jaar helemaal anders naar onze sector zullen kijken.”
“Als je niet weet wie er voor je werkt, toon je geen respect voor waar de kleren vandaan komen
- HEMA, WE Fashion, Marlies Dekkers, Okimono, Alchemist, Kings of Indigo, Kuyichi en Schijvens Corporate Fashion. ↩︎
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand