‘Als de vissen wegtrekken, trekken wij mee’, vertelden de mannen van Guet N’Dar aan onderzoekster Caroline Zickgraf. Voor het HUGO Observatory van de Luikse universiteit, een internationale onderzoeksgroep die de relatie tussen klimaat, milieuvernietiging en migratie bestudeert, onderzocht zij niet waarom mensen beslissen om hun dorpen en huizen te verlaten, maar wel waarom ze dat níet doen en blijven wonen op plekken die steeds minder bewoonbaar of leefbaar worden. Wat doet mensen vertrekken of blijven?
“Als de vissers vertrekken, weten ze niet of hun huis er nog zal staan als ze maanden later terugkeren
Guet N’Dar is een dorp op een schiereiland dat van noord naar zuid de kust van het vasteland als het ware afgrendelt, ter hoogte van Saint-Louis, met een half miljoen inwoners de tweede stad van Senegal. Nergens is de landtong breder dan een kilometer. Er zijn weinig plaatsen op de wereld waar de ruimte zo beperkt is en mensen zo dicht op elkaar wonen. “Gezinnen hebben er vaak een beurtrol om te slapen”, vertelt Zickgraf. Niet alleen omdat er te weinig plaats is, maar ook om de stand van het water te bewaken. De zee is de bron van het leven in Guet N’Dar, maar vormt ook de grootste bedreiging voor dat leven.
Keer op keer kreeg Zickgraf ze te zien: met de smartphone opgenomen filmpjes van de bulderende, metershoge golven die woest inbeukten op het land, de klif aan de onderkant uitholden, waarna die als dor hout knapte en in zee stortte. Soms met een huis erop. Soms niet. De zee eet het land in de baai van Saint-Louis op. Als de vissers vertrekken, weten ze niet of hun huis er nog zal staan als ze maanden later terugkeren, net zoals de achterblijvers er het raden naar hebben of ze de vissers levend zullen terugzien.
“Volgens de UNHCR raakten tussen 2008 en 2015 203 miljoen mensen ontheemd als gevolg van natuurrampen
Reservehuis
Dat was in 2015. Twee jaar en een paar hevige stormen later ligt dat een beetje anders. Steeds vaker richten de mensen hun blik op het land aan de overkant. Wie geld heeft, bouwt een huis op het vasteland als een verzekering voor de dag waarop de zee het schiereiland en het dorp opslokt. Wie geen geld heeft, hoopt dat de overheid de ernst van de situatie begrijpt en een nationale verhuizing organiseert.
Zo ziet klimaatmigratie eruit: mensen verruilen hun dorp voor een dorp enkele kilometers verderop, of trekken in het spoor van vrienden, familie en kennissen naar de grootste stad van het land. Voor zover er cijfers bestaan, wijzen die allemaal op dezelfde trend: van alle mensen die om milieuredenen gedwongen worden hun huis te verlaten, steekt 37 procent een landsgrens over. Een minderheid. Klimaatmigratie is grotendeels een binnenlandse aangelegenheid. In 2017 waren er wereldwijd 18,8 miljoen mensen die in eigen land tijdelijk werden opgevangen omdat stormen of landverschuivingen hun huizen hadden verwoest. Volgens de UNHCR raakten tussen 2008 en 2015 203 miljoen mensen ontheemd als gevolg van natuurrampen.
Een ramp heeft het voordeel van de duidelijkheid. Moeilijker wordt het als je probeert te schatten wat hittegolven, een stijgende zeespiegel en een verstoord neerslagpatroon zullen doen met de woonplaatsen van mensen. Meer dan een vijfde van de wereldbevolking woont op minder dan een meter boven de zeespiegel. Van de 70 miljoenensteden liggen er 42 aan de kust. Miljarden mensen leven in potentieel overstromingsgebied. De vraag is: zullen ze allemaal vertrekken voor het water hen tot de lippen komt of zullen ze erin slagen zich aan te passen aan het klimaat?
“We moeten af van het idee dat migratie een vorm van mislukking is
Er is geen definitie van klimaatvluchtelingen, laat staan internationale erkenning. Vluchteling ben je volgens het verdrag van Genève pas als je je eigen land verlaat en milieu is geen van de erkende levensbedreigende factoren om dat te doen. “Klimaatverandering dwingt ons om anders naar migratie te kijken”, meent Zickgraf. “We moeten af van het idee dat migratie een vorm van mislukking is. Wat als je migratie erkent als adaptatiestrategie? Het is wat de vissers van Guet N’Dar doen. Ze migreren met de vissen. Ze zijn geen slachtoffers, maar zoeken actief naar oplossingen voor de veranderingen in hun leven. Als je het hen vraagt, noemen ze zichzelf geen klimaatmigranten. Ze zijn mensen die zich aanpassen.”
Verdwenen land
De rechtbank legde de erkenningsvraag van Teitiota naast zich neer op basis van de bestaande vluchtelingenverdragen. De vraag van Teitiota kleedde de logica ervan uit, meende de rechter. Ten eerste was het leven van Teitiota niet onmiddellijk in gevaar en bovendien vlucht niemand naar het land dat zijn leed veroorzaakt heeft. Precies wat Teitiota wel deed. De uitspraak toonde niet zozeer het ongelijk van Teitiota aan – niemand betwistte de feiten die hij aanvoerde – als wel de ontoereikendheid van bestaande verdragen om met klimaatmigratie om te gaan.
“Ook al vreet de oceaan aan iedere morzel grond die ooit vruchtbaar was, mensen vertrekken blijkbaar pas als hun geen andere keuze rest
Maar er speelt ook trots. “De kwetsbare eilanden van de Stille Zuidzee verwerpen de term klimaatvluchteling. Zij ijveren voor ‘waardige migratie’, waarbij landgenoten vaardigheden kunnen ontwikkelen en opgeleid worden zodat ze klaar zijn voor een leven elders als dat nodig is”, vertelt Zickgraf.
Zo kocht de vorige regering van Kiribati een kleine 2500 hectare grond aan in Fiji als toevluchtsoord voor de inwoners van de eilandstaat, die bij een temperatuurstijging van meer dan 1,5 graad van de kaart geveegd wordt. De bewoners van de Marshalleilanden mogen dan weer vrij verhuizen naar de Verenigde Staten als compensatie voor de geleden schade van alle atoombommen die op de archipel werden getest. Toch vindt er geen massale volksverhuizing plaats. Ook al vreet de oceaan aan iedere morzel grond die ooit vruchtbaar was, mensen vertrekken blijkbaar pas als hun geen andere keuze rest.
Of als ze gecompenseerd worden voor hun verlies. In 2016 kregen de twintig bewoners van Isle de Jean-Charles in Louisiana geld om gezamenlijk te verhuizen naar een voormalige suikerrietplantage zo’n vijftig kilometer landinwaarts. In Alaska zijn er plannen om een twintigtal kustdorpen te evacueren en elders weer op te bouwen. Ze zakken weg door de smeltende permafrost. Klimaatvluchtelingen zijn geen exclusief zuidelijk fenomeen. Het verschil in benadering zit in de financiële begeleiding.
Compensatiehuizen
Waar de huizen stonden, werd een geul gegraven om de overvloedige neerslag en het voorspelde hogere debiet op te vangen. “Klimaatverandering heeft de stad veranderd”, vertelt Schouten. “Door ons aan te passen, hebben we de stad beter gemaakt. De natuur loopt nu door in de stad, de rivier heeft er een plek gekregen. Van een stad aan de rivier zijn we een stad met een rivier geworden.” Als hij lezingen geeft over het grote project dat Ruimte voor de rivier is gaan heten en waarvan Nijmegen een onderdeel is, heeft hij het er vaak over hoe de stad de rivier omarmd heeft. Van angst en weerstand en dreigementen met juridische procedures evolueerden de reacties naar enthousiasme en trots. De mensen die hun huizen verloren, werden de ambassadeurs van het hele project.
“Gepland verhuizen is de essentie van migratie als adaptatiestrategie. Maar plannen kost geld
360 miljoen euro heeft het project in Nijmegen gekost. De totale kostprijs van Ruimte voor de rivier, dat nog 33 andere projecten omvat, is 2,4 miljard. Schouten noemt het een goedkope verzekering. Iedere overstroming kost meer aan schadevergoedingen.
Gepland verhuizen is de essentie van migratie als adaptatiestrategie. Maar plannen kost geld. Geografisch kampen Nederland en Bangladesh met dezelfde problemen. Alleen beschikken ze niet over dezelfde expertise en middelen. Als de zeespiegel een meter stijgt, dan krimpt het landoppervlak van Bangladesh met een vijfde. Tegen 2050 zou een kwart van het bestaande land er verdwenen zijn en zouden zo’n 25 tot 30 miljoen mensen hun huis verliezen. “Als we ons niet voorbereiden, dan trekken al die mensen naar Dhaka en groeien enkel de sloppenwijken aan”, vertelt Saleemul Huq van het Centre for Climate Change and Development. “Dan verhoog je enkel de druk op een stad die nu al uit haar voegen barst.”
“We proberen een snoer van klimaatbestendige en migratievriendelijke steden te ontwikkelen, steden die ver genoeg van de kust af liggen en die de komende dertig jaar een miljoen mensen zullen kunnen opvangen. We kunnen mensen niet verplichten om daarheen te verhuizen, maar we kunnen het leven er zo goed mogelijk maken. Door scholen te bouwen, werkgelegenheid te creëren. Het is georganiseerde migratie waarbij mensen erin slagen hun levens te verbeteren in plaats van enkel hun verleden te verliezen.”
Een budget heeft Huq niet. Wilskracht en geestdrift des te meer. Vertegenwoordigers van zijn centrum overleggen met burgemeesters en proberen hen warm te maken voor die georganiseerde migratie. “Niet eenvoudig”, zegt hij. “Ook al hebben mensen dezelfde nationaliteit, hetzelfde geloof en delen ze gelijke waarden, niemand houdt zomaar van migranten. We moeten ervoor zorgen dat stedelingen en migranten elkaar als burgers bekijken en niet als gastheer en gast. Heel concreet doen we daarvoor een beroep op het onderwijs. Voor jongens, maar vooral voor meisjes. Studenten blijven vaak hangen in de steden waar ze studeren, ze vormen de ankers voor hun familie uit de kustdorpen, zodat het voor die families makkelijker wordt om te verhuizen als het leven aan de kust onhoudbaar wordt.”
Dit artikel verscheen eerder bij onze Vrienden van MO*magazine.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand