Kun je migratie afkopen?

Met het EU Emergency Trust Fund for Africa zet de Europese Unie miljarden in om de vlucht uit Afrika te beteugelen. Lukt het om met weefprojecten en waterpompen potentiële migranten van hun vertrekkoorts te genezen?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Er zijn maar weinig vaardigheden die je niet nodig hebt achter een weefgetouw. Snelheid, uithoudingsvermogen, kleurgevoel en vingervlugheid: Eveline Ouédraogo (37) beheerst ze allemaal. Schijnbaar moeiteloos beweegt de Burkinese haar voeten over de pedalen, terwijl haar handen veertig felgekleurde draden bespelen. Met elke spoel katoen die heen en weer schiet, verdient ze weer een paar centen bij. Elke slinger aan het weefgetouw brengt haar kinderen een stap dichter bij een betere toekomst.

“Je moet er wel van leren houden”, zegt Ouédraogo. Maar de voldoening die haar vervult als ze de eigenhandig geweven stoffen terugziet in internationale modebladen, is de inspanning meer dan waard. “Weet je dat er zelfs een foto is waarop Beyoncé ons werk draagt? ”De acht vrouwen die op de binnenplaats van het modeatelier in Ouagadougou over hun weefgetouw gebogen zitten, laten hun handen even rusten bij deze mooie herinnering. “Onze stof gedragen door Beyoncé, wat waren we trots!” Helaas is er niet veel tijd om verder te dagdromen over catwalks in verre buitenlanden. Hun werkgever, de coöperatie Zoodo (Association Zoodo pour la Promotion de la Femme), betaalt per geweven meter. Afhankelijk van de complexiteit van de stof is dat twee tot vijf euro. Op een goede dag produceert een vrouw een tot anderhalve meter. Dus worden de ronddrentelende kinderen, die hun moeders tijdens het werk afwisselend om aandacht of melk vragen, weer gemaand zichzelf te vermaken. Klik, klak, zoef, kling en door.

Textiel met een verhaal

Het kleine atelier aan de rand van Ouagadougou wordt gesteund door het Ethical Fashion Initiative(EFI) van de Verenigde Naties. Een project waarmee handwerkers uit ontwikkelingslanden worden gelinkt aan de internationale modemarkt. Vivienne Westwood, Stella McCartney en EDUN, het merk van zanger Bono, tellen veel geld neer voor de ‘eerlijke stoffen met een verhaal’. En nu loopt ook Europa warm voor het initiatief van directeur Simone Cipriani. Het EFI krijgt vijf miljoen euro uit het migratiefonds van de EU om de ateliers in Burkina Faso verder uit te breiden.

Cipriani, vanachter een Italiaans montuur: “Met dat geld gaan we de paar honderd werkplekken die we nu hier in Burkina Faso hebben gecreëerd, opschalen naar 2800 banen.” Dat de EU investeert in vrouwelijke handwerkers vindt Cipriani meer dan logisch. Door banen te scheppen, benadrukt hij, creëer je mogelijkheden voor mensen om in hun thuisland te blijven. “Met ons project willen we zo tientallen, misschien wel honderden Burkinezen ervan weerhouden te migreren.” Precies wat Europa wil met het EU Emergency Trust Fund for Africa.

“Ik hoop alleen niet”, zegt Cipriani glimlachend, “dat het verdiende geld wordt geïnvesteerd in migratie. Want dat is een mogelijkheid. Hoe mensen hun inkomen besteden, staat iedereen vrij.” De 42-jarige weefster Christiane Zoungrana rijdt elke dag met haar handrolstoel naar haar werk in het atelier. Met het weven van bonte ruitpatronen, haar specialiteit, onderhoudt ze al jaren haar gezin. Toch maakt de moeder zich zorgen om haar oudste zoon. Hij is al 22 en het lukt hem maar niet om werk te vinden. De laatste tijd praat hij steeds vaker over vertrekken. Weg uit Burkina Faso. Het liefst houdt Zoungrana hem zo ver mogelijk van de woestijn en de Middellandse Zee vandaan. “Maar als hij echt wil gaan, dan zal ik hem helpen”, zegt ze vastberaden. Want eerlijk is eerlijk, zijn toekomst is ook haar belang. Met maar één voet is het zwaar werken achter het weefgetouw. “Over een paar jaar zal iemand voor mij moeten zorgen”, vat ze de tweestrijd in haar moederhart samen.

Migratiehotspot

Onder het golfplaten dak van het weefatelier in Ouagadougou wordt verwoord wat eigenlijk iedereen in Burkina Faso al weet: het geld dat de EU hier investeert om de grondoorzaken van migratie aan te pakken, zal de migratie niet per se doen stoppen. En dat terwijl in Burkina Faso alle seinen op rood staan. Naast vertrekpunt is Burkina Faso bovenal een belangrijk doorreisland, een kruispunt op de route naar het noorden van Afrika. Het bungelt onderaan alle lijstjes als het gaat om ontwikkeling. En met toenemende instabiliteit en een snel groeiende jonge bevolking – de gemiddelde leeftijd is 17 jaar– is Burkina Faso een migratiehotspot in wording.

“Met alle onzekerheden hier”, zegt topambtenaar Thierry Barbé op de EU-ambassade in Ouagadougou, “kan Burkina Faso in de toekomst ee migratieland worden.” Als hoofd Ontwikkelingssamenwerking van de Europese delegatie is Barbé blij dat Brussel met een fonds is gekomen van 80 miljoen euro, waarmee projecten snel kunnen starten. Daarvoor krijgt het land nu al meer geld uit het Trustfund dan bijvoorbeeld Nigeria, waarvandaan de meeste migranten naar Europa trekken. Ontwikkeling, dat is wat de EU hier wil brengen, zodat mensen straks niet verleid worden te vertrekken.

Geen alternatief

Op de route naar de zuidoostelijke provincie Boulgou blijkt die ontwikkeling al in volle gang. Niet ondanks maar juist dankzij de migratie. Met elke kilometer die je de provincie dichter nadert, manifesteert zich de vooruitgang. Zandpaden langs mangobomen en pindavelden maken plaats voor asfalt. Lemen, ronde hutten veranderen in drie verdieping hoge ‘paleizen’ en het 3G-bereik is terug. Aangekomen bij het dorp Béguédo verwelkomt een gebouw, geverfd in optimistisch geel, de bezoekers: Western Union. Oftewel, welkom in het dorp gebouwd met geld verdiend in Europa.

Het brandende gevoel van schaamte voor het falen tegenover zijn familie is sterker dan de angst om het nog eens te proberen

Hier woont Adama Bara, 32 jaar. Een jaar geleden is hij teruggekomen, na wat eigenlijk het beste valt te omschrijven als een mislukte reis naar Europa. Als sluitstuk van een zware tocht door de woestijn, werd hij in Libië opgepakt en in een detentiecentrum gezet. Hoe heeft het zo mis kunnen gaan? Die vraag houdt Bara nog altijd wakker.

In de gevangenis werd hij gemarteld. “En terwijl ze dat deden belden ze mijn ouders en eisten losgeld.” Met de hulp van het dorp heeft Bara’s familie hem vrij kunnen kopen. Om de schuld terug te betalen, nam hij een baantje op een Libische bouwplaats. Maar toen duidelijk werd dat hij als illegaal kon fluiten naar zijn loon, reisde hij achterop een vrachtwagen terug naar zijn geboortedorp. Nu beraadt Bara zich op een nieuwe vertrekpoging. Zijn vier kinderen, vrouw en ouders rekenen op hem. Van de paar euro per dag die hij met zijn belwinkeltje verdient, kan hij ze niet onderhouden. Het brandende gevoel van schaamte voor het falen tegenover zijn familie is sterker dan de angst om het nog eens te proberen. “Het kan me niet schelen hoe moeilijk het is”, zegt hij, “ik heb het allemaal al een keer meegemaakt.”

Blinkende waterpomp

Volgens Béatrice Bara, de burgemeester van Béguédo, is er maar één manier om de situatie te keren. “We moeten de jongeren hier een kans bieden”, zegt ze. “Zorgen dat ze hier werk krijgen!”

De burgemeester zit vol plannen, zoals het oprichten van een afvaldienst voor werkloze jongens, maar het ontbreekt volgens haar aan de middelen om ze uit te voeren. “Ik hoor verhalen over geld en projecten die door de EU hier in Burkina Faso zouden zijn opgezet”, zegt ze. “Maar tot nog toe heb ik niets gezien. Niemand is met mij komen praten over de toekomst van de jongeren hier.” Toch krijgt IOM, de Internationale Organisatie voor Migratie, 8,3 miljoen euro uit het Trustfund om in Boulgou – driekwart van de remigranten komt volgens de organisatie uit deze regio – een terugkeerprogramma uit te rollen. Om jongemannen zoals Bara te helpen bij het reïntegreren en opzetten van een bedrijfje.

Niemand is met mij komen praten over de toekomst van de jongeren hier

Maar dit project zit nog volop in de opstartfase, laat IOM weten. In Béguédo zelf heeft nog niemand er iets van vernomen. De burgemeester niet en de jongens die afgelopen zomer met een IOM-vlucht uit Libië zijn teruggehaald ook niet. Die wachten nog altijd op het beloofde telefoontje met hulp.

Wat de dorpelingen en de burgemeester wel van IOM hebben gezien is een nieuwe waterput. Die stond er ineens. Maar wat de blinkende pomp met migratie te maken heeft? “Water weerhoudt jongeren er niet van om te vertrekken”, aldus Bara. Een waterput, terugkeervluchten, een zoveelste voorlichtingstraject over de gevaren van migratie: het heeft volgens de burgemeester allemaal weinig zin. “De werkelijkheid hier is dat mensen weggaan en dat ze blijven weggaan.” En iedereen die denkt dat je migratie moet of kunt tegengaan, gaat volgens haar voorbij aan het feit dat daar in de vertreklanden, zoals Burkina Faso, anders over wordt gedacht.

Verschil in visie

Op de universiteiten en ministeries in Ouagadougou klinkt hetzelfde geluid. Waar Europa een bedreiging ziet, zien wij kansen om ons land op te bouwen, zeggen ze daar. Als een onneembare vesting ligt zo het verschil in visie op migratie tussen beide zijden van de Middellandse Zee in. “Het is niet onze ambitie om te strijden tegen migratie”, zegt Gustave Bambara, een hoge ambtenaar die aan tafel zit bij de migratiegesprekken met Europa.“Integendeel. Wij willen er juist de maximale positieve gevolgen uithalen.” En als Europa dat niet wil zien en eenzijdig plannen in Brussel blijft bedenken om migratie tegen te houden, dan is dat jammer. “Dan zal een Trustfund weinig uithalen.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons