Deze ochtend gaat het over de op het avondnieuws aangekondigde nationale telling van cacaoboeren. Volgens Kone Brahima, voorzitter van de Conseil Café-Cacao (koffie- en cacaocommissie) zal die telling bijna 6 miljard West-Afrikaanse CFA-francs gaan kosten (ruim 9 miljoen euro). Sommige boeren zijn niet blij met dat ‘enorme’ bedrag. Ze noemen het verspilling van het budget en zijn bang dat de procedure misbruik van publiek geld in de hand zal werken.
“Een poging van de Ivoriaanse regering om de cacaosector beter te reguleren eindigde in 'grote zwendel'
In 2008 organiseerde de regering van Ivoorkust eveneens een telling om duidelijker in beeld te krijgen wie wel en wie niet een cacaoboer was, om een lijst van cacaocoöperaties op te stellen en de sector beter te kunnen reguleren. Maar de onderneming eindigde in ‘grote zwendel’. Het geld dat aan de coöperaties was toegewezen, werd doorgesluisd naar fictieve instanties die waren opgericht door de hoogste leden van de commissie zelf, zo bleek uit verslagen.
“Zouden we die 6 miljard niet beter kunnen steken in gezondheidszorg en wegen?” vraagt Konan. Alleen al de reis naar Kabikro is een nachtmerrie, dankzij de onverharde modderige wegen die tijdens het regenseizoen gevaarlijk glad worden. Het kleine cacaogebied is volledig afgesneden van het openbare wegennetwerk van het land.
Op de fiets
Vijf van Konans kinderen zijn in de basisschoolleeftijd en gaan naar de dichtstbijzijnde lagere school. “Ze bieden er alleen basisonderwijs. Ik hoop van harte dat mijn kinderen ook hoger onderwijs zullen krijgen, en een beroep zullen leren. Dan kunnen ze onze moeilijkheden zowel nationaal als internationaal onder de aandacht brengen. En ervoor zorgen dat de mensen respect krijgen voor ons beroep”, zegt hij.
“Slechts enkele cacaoboeren genereren genoeg inkomen om boven de armoedegrens te leven
Konan is net als 90 procent van de cacaoboeren in Ivoorkust een ‘kleine’ boer. Door hun beperkte grootte kunnen slechts enkelen genoeg inkomen genereren om boven de armoedegrens te leven. Konan verdient bijvoorbeeld zo’n 1800 euro per jaar; niet genoeg om fatsoenlijk van te leven. Volgens de living income benchmark, een graadmeter voor een leefbaar inkomen, zou dat zeker 2,5 keer zoveel moeten zijn. Daarom doen veel boeren ernaast nog ander werk.
Op het moment dat hij weggaat, komen Konans drie vrouwen net met grote kannen op hun hoofd terug van de rivier, nadat ze kilometers hebben gelopen om drinkwater voor de familie te halen. Het kost ze dagelijks anderhalf uur.
“Het ziet er somber uit voor de reputatie van Ivoorkust als 's werelds beste cacaobonenteler
In Kabikro blijft het evenwicht tussen behoud van het regenwoud, de biodiversiteit en de uitbreiding van landbouwbedrijven problematisch. Veel boeren zijn niet voorbereid op klimaatverandering, worstelen met de strijd tegen boomziektes of het lukt ze niet om voldoende opbrengst te genereren. Met als gevolg dat veel cacaoboeren overstappen op de teelt van oliepalmen en andere gewassen die veel geld opleveren. Het ziet er al met al somber uit voor de reputatie van Ivoorkust als ’s werelds beste cacaobonenteler.
‘Mijn mensen helpen mee!’
Vanwege een gebrek aan financiële middelen zijn veel boeren aangewezen op hulp vanuit de gemeenschap. Ook Konan kan geen arbeiders betalen. “Ik weet niet eens of ik genoeg zal overhouden om schulden af te betalen en voor de rest van het jaar in mijn onderhoud te voorzien”, zegt hij.
Een ander voorbeeld van wederzijdse collectieve hulp en solidariteit tussen boeren is het peer-to-peer spaarsysteem dat ‘Tontine’ wordt genoemd. Leden dragen een vast bedrag bij aan een gemeenschappelijke pot en ontvangen om de beurt de opbrengst. Het model kan worden aangepast aan de behoeften van de deelnemers. Het ingezamelde geld kan niet worden gebruikt om grootschalige projecten te financieren of land aan te schaffen. Het kan de armoede niet bestrijden, maar dient als een soort verzekering in noodgevallen.
“De cacaoteelt is seizoensgebonden. In het laagseizoen hebben de boeren en hun gezin het vaak moeilijk
Cacaoteelt is seizoensgebonden, met pieken in oktober en maart. Dat betekent dat inkomsten niet het hele jaar door stabiel zijn, en in het laagseizoen hebben de boeren en hun gezinsleden het vaak moeilijk. “Slechts een paar boeren kunnen geld sparen, de overgrote meerderheid ontbreekt het aan economische veerkracht. Ze lenen geld voor hun dagelijkse kosten en raken verstrikt in een vicieuze cirkel van schulden”, vertelt Konan.
Veel minder kinderarbeid
Die werkwijze is drastisch afgenomen dankzij een bewustwordingscampagne die werd gesponsord door de regering van Ivoorkust en enkele grote cacaobedrijven. Ook heeft de cacaocommissie kinderhandelaren en boeren met kinderen in dienst opgespoord, waarvan de meesten momenteel vastzitten.
Op de boerderij van Konan worden de peulen nu geplet waarna de bonen worden gescheiden van het vruchtvlees. Ze worden verzameld in manden die op houten kratten zijn geplaatst. De werkers lessen hun dorst met het sap dat uit de pulp druipt. Tijdens het openbreken bespreken ze de problemen die hun dagelijks leven beheersen..
“Nalatigheid en loze beloften van de Ivoriaanse regering leiden tot wantrouwen bij de cacaoboeren
Veel klaslokalen in de cacaogebieden zijn verlaten. In vergeefse afwachting van leraren, tafels en stoelen zijn de boeren de lege ruimten gaan gebruiken voor opslag en andere doeleinden. Het gebeurt vaak dat midden in het bos een school wordt opgetrokken, maar dat het bouwproces niet wordt voltooid. “De gemeenschap heeft er niks aan, maar de initiatiefnemers pronken ermee: ze doen zogenaamd hun best om het leven van de boeren te verbeteren”, zegt Yedi. De nalatigheid en loze beloften van de regering leiden tot wantrouwen bij de boeren.
Aanvullende inkomsten
Vrouwen hebben een aantal vaste taken in de toeleveringsketen van cacao, waaronder gewasverzorging, gisting en drogen. Tijdens de oogsttijd werken ze meestal samen met hun mannen. Daarnaast hebben ze hun huishoudelijke en verzorgende taken, waarmee ze de productiviteit van de arbeiders bevorderen.
“We cultiveren en verkopen voedselgewassen zoals bakbanaan, cassave, tomaten en kool om het inkomen van ons gezin te verhogen”, vertelt Emillienne Ama, met haar 32 jaar de oudste vrouw van Konan. Maar omdat er weinig overblijft nadat het gezin het schoolgeld voor de kinderen heeft betaald, verkoopt een van de andere vrouwen van Konan ook groenten en zelfgebrouwen alcohol om de inkomsten tijdens het laagseizoen aan te vullen.
Eerlijke handel
Dankzij de premies heeft Konan gereedschap en een deel van zijn werkkleding kunnen vervangen. “Dat is een goed begin voor mij”, zegt hij met een half lachje. “En ook voor de gemeenschap. Van de premies voor gecertificeerde bonen hebben we een nieuwe flatscreen-tv gekocht en een zonne-energiesysteem. We zijn nu verbonden met de wereld. De komende jaren zullen we hard werken om onze productie te verhogen zodat we koelkasten kunnen aanschaffen en voedselverspilling tegen kunnen gaan”, voegt hij eraan toe.
“Organisaties voor eerlijke handel certificeren doorgaans alleen coöperaties, geen individuele boeren
Organisaties voor eerlijke handel certificeren doorgaans alleen coöperaties, geen individuele boeren. Die coöperaties zijn zo dominant in de markt dat kleine boeren als Konan weinig keuze hebben; ze moeten zich wel aansluiten. Leden zouden de macht moeten hebben om de leiding van hun coöperatie aan te spreken op slecht gedrag, maar in de praktijk durven de boeren dat vaak niet. Het zijn namelijk vaak de mensen die in een gemeenschap al een autoriteit waren, die coöperatieleider worden. Het zou daarom helpen als kopers en keurmerken meer toezicht zouden houden op het coöperatiebestuur.
Als Konan zich haast naar de overvolle tv-kamer om naar de herhaling van een Champions League-wedstrijd te kijken, zegt hij: “Ik hoop heel erg dat het hele dorp elektriciteit krijgt en dat hier ieder huishouden zich een eigen tv zal kunnen veroorloven.”
Vertaling: Laura Weeda
Dit artikel verscheen eerder in OneWorld-magazine.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand