In gedachten zie ik mijn oude schoolplein voor me. Ik zie mijzelf tussen de andere meisjes lopen, allemaal in een lange tuniek, een wijde broek en met een hoofddoek op. We rennen over het schoolplein, we springen, spelen met een bal. Omdat wij steeds op onze hoede moesten zijn om niets van ons lichaam of haar te ontbloten, houden wij met één hand onze hoofddoeken vast en met de andere de bal. Dat is ons zó ingeprent, dat wij zelfs in de vrouwensportzaal, waar wij geen hoofddoek op hoeven, nog met een hand op ons hoofd spelen.
Het leven van vrouwelijke sporters in Iran zit vol obstakels. Het ergste zijn de strenge kledingvoorschriften: een hoofddoek en lange wijde kleding die je bewegingen inperken. Door die beperkingen mag je als Iraanse profsportster soms überhaupt niet meedoen bij internationale wedstrijden, zoals bij zwemmen, worstelen of bodybuilding. Daar voldoet de aangepaste kleding niet aan de internationale kledingvoorschriften.
De vrouwensport wordt in Iran niet serieus genomen. Hoe vaak ben ik niet teleurgesteld omdat ik door tekortkoming van de sportfederatie op het laatste moment hoorde dat ik niet naar een internationaal toernooi uitgezonden kon worden. Toen we een keer zonder coach naar een belangrijk buitenlands toernooi werden gestuurd en daartegen protesteerden, kregen wij te horen dat we er ook voor konden kiezen om niet te gaan. Maar ik wilde niet opgeven. Ik vocht om mijn droom, het behalen van internationale prijzen, waar te kunnen maken.
Nu ben ik 31. Ik heb zowel nationaal als internationaal veel prijzen behaald en werk nu als sportcoach voor vrouwen. Je zou zeggen dat ik veel heb bereikt in mijn sportcarrière. Dat ik een gelukkig en tevreden persoon zou moeten zijn. Maar niets is minder waar. Terugdenkend besef ik dat ik mijn hele leven heb gevochten. Niet alleen op de mat, maar ook ernaast, tegen zoveel discriminatie en onrecht tegen vrouwen.’
Ik ervoer nooit ergens vrijheid. Tijdens internationale wedstrijden moest ik meer letten op mijn houding en manieren als Iraanse moslima, dan op mijn vechtsporttechnieken.
Nu besef ik dat ik al die jaren ben gebruikt als marionet voor de islamitische propaganda van het regime. Ik was een instrument van het systeem. En dat ben ik nog steeds: als coach moet ik nu dezelfde regels toepassen bij mijn leerlingen. Anders word ik met het hele team met diskwalificatie bedreigd. Dit is chantage. Ik kan en wil dit niet meer.’
Maar ik wil mijn eigen identiteit terug. En om dat te bereiken moet ik uit Iran vluchten. Ik wil sporten onder de vlag van een land dat mij als een waardig persoon behandelt. Dat mij steunt als een sporter.
Wat denk jij, krijg ik die mogelijkheden in Europa? Kan ik daar in alle vrijheid leven, sporten en genieten?’
Je moet weten dat als je Iran ontvlucht, je een andere strijd te wachten staat. Je kan niet van de ene op de andere dag onder een nieuwe vlag jouw sport beoefenen.
Als je wegvlucht ben je in één klap niemand meer. Je verdwijnt in een grote grijze massa en zou je naam met al die anderen delen: Vluchteling.’
In het uitzichtloze bestaan in het kamp zal je langzaam vergeten met welk doel je je land eigenlijk hebt verlaten. Toch moet je je op je asielproces concentreren, op de aanvraag, de interviews, wachten op antwoord, hopen en je angsten onder controle houden.
Steeds maar over je vlucht nadenken en je verdedigen maakt dat je een personage wordt in je eigen verhaal. Jouw vluchtverhaal, dat wordt uitgetypt op een wit papier, aan jou en jouw advocaat wordt overhandigd. Je kunt de taal niet lezen maar herkent jezelf tussen de regels. Een trotse atlete.
Wat zeg je op dat moment tegen die vrouw? Zeg je tegen haar dat ze in haar gevangenis, waar zij zoveel had opgebouwd, had moeten blijven? Of zeg je: goed gedaan, nu ben je niemand meer, maar hoef je tenminste niet te doen wat het systeem van je vraagt?
Uiteindelijk is de keuze aan jou, beste Neda, maar vergeet niet dat vrijheid offers eist.’
Om de identiteit van Neda te beschermen zijn haar naam en enkele persoonskenmerken geanonimiseerd.