Kan deze uit nood geboren aandacht voor eigen productie bijdragen aan een stijging van de welvaart en een daling van de werkeloosheid – volgens het Nigeriaanse bureau voor de statistiek zo’n 20 procent? Tunde Owolabi denkt van wel. Bij het opstarten van Ethnik, begin 2015, had de bedenker en eigenaar van de schoenenlijn van handgeweven aso-oke vier mensen in dienst, nu zijn dat er negen. “Tien als je mijn vrouw erbij telt, die de boeken doet”, zegt Owolabi lachend. De 38-jarige ondernemer vertrouwt erop dat zijn bedrijf verder zal groeien.
Populaire cosmeticalijn
Naast de economische noodzaak nu import zoveel duurder is geworden, is dat ook Afrikaanse trots, meent ze. De geïmporteerde artikelen zijn zelden gericht op de Afrikaanse markt, en daar springen ondernemers nu op in: “Zij weten wat Nigerianen willen.” Als voorbeeld noemt ze de populaire Nigeriaanse tandpasta met kruiden en een lokale cosmeticalijn voor zwarte vrouwen. “‘Lokaal gemaakt’ gaat dit land veroveren”, zegt Bagu.
Geld lenen kan alleen tegen twintig procent rente
Na een kwartier rijden over kriskras-zandweggetjes in Ajah, op het Lekki-schiereiland in het uiterste oosten van de hoofdstad Lagos, sta je opeens voor de loods van meubelfabriek WOODstyles. Een Nigeriaanse vlag wappert hoog boven de fabrieksmuren. Op de tweede verdieping zet Aliu Abiodun een kast in elkaar die zojuist door zijn collega’s in een computergestuurde machine op maat is gezaagd. Abiodun is een van de 120 mensen in vaste dienst van het bedrijf, dat op maat gemaakte interieurs bouwt.
Voordat hij anderhalf jaar geleden bij WOODstyles aan de slag kon, had Abiodun zijn eigen timmerwerkplaats, een houten keet langs de weg. “Soms kwam er wekenlang geen enkele klus binnen”, herinnert de 26-jarige timmerman zich. “Hier krijg ik elke maand salaris en leer ik werken met moderne machines”, zegt hij, terwijl hij een nieuw bitje in zijn accuboor klemt.
Glossy brochure
Evengoed heeft de meubelbouwer het niet makkelijk in het huidige economische klimaat. Van fineerplaten tot hout, bijna alles moet het bedrijf importeren uit het buitenland, omdat de kwaliteit van Nigeriaanse producten niet hoog genoeg is. Met de huidige wisselkoers betekent dat een exponentiële stijging van de productiekosten. “Onze marges zijn op dit moment bijna nihil”, aldus Bader. Toch biedt de zwakke naira ook kansen: de deuren uit China waar voorheen niet tegenop te concurreren viel, kosten nu geen 80 dollar meer, maar 150. Dat maakt de op maat gemaakte deuren van WOODstyles ineens een stuk aantrekkelijker.
De meubelfabriek is een dochterbedrijf van een bouwconglomeraat in Libanese handen, dat al drie decennia in Nigeria is gevestigd. Volgens Bader toont dat aan dat zijn bedrijf een belang heeft in Nigeria: “Wij blijven hier, want we geloven in dit land.” Hij ziet de toekomst optimistisch in: “We zijn hier met 160 miljoen mensen die allemaal eten, leren en leven. Dit is een land klaar voor enorme economische groei. Wanneer en hoe precies is alleen nog niet duidelijk.”
“Er zijn hier 160 miljoen mensen die moeten leven, leren, eten
Vrouwen op de fabrieksvloer
Op dit moment is Nigeria echter niet in de positie om te concurreren met het buitenland. Daarvoor zijn de economische randvoorwaarden te slecht.” Bovendien is de maakindustrie als banenmotor op zijn retour door de steeds verdergaande automatisering, vult de econoom aan: “De banen voor laagopgeleiden verdwijnen als eerste, en juist voor hen hebben we werk nodig in dit land.” Obikili pleit voor een bredere economische diversificatie naar Indiaas voorbeeld, waar is ingezet op de dienstensector en de ICT. Dat zou ook vrouwen betere kansen bieden: in Nigeria tref je die niet snel aan op de fabrieksvloer.
Export van medicijnen
Ook investeren in onderwijs is noodzakelijk, meent de 72-jarige die nog altijd zelf haar bedrijf leidt: “Ons onderwijssysteem moet in de revisie. Goed opgeleide mensen vinden is nu zo moeilijk, dat ik als werkgever kijk naar houding en intelligentie. Dan geven wij ze zelf trainingen.”
In een van de Emzorfabrieken, niet ver van het vliegveld in Lagos, laat Kehinde Gbadamosi witte tabletten vallen in buisjes die in een perspex ring steken, die daarna in water wordt gedompeld. Zo controleert ze de oplostijd van de zinkpillen met sinaasappelsmaak, bestemd voor kinderen met ernstige diarree. In de smetteloos witte gangen van de medicijnfabriek hangt de geur van sinaasappel. De biochemicus zegt veel te hebben bijgeleerd sinds ze een jaar geleden bij Emzor ging werken. “Daarvoor pakte ik welke job dan ook aan”, zegt de 34-jarige, die in 2009 afstudeerde en daarna werkte voor een telefoonprovider en een bank. Haar gebaar naar de blinkende roestvrijstalen machines en haar controlelijst verraadt iets van trots: “Ik heb geluk gehad dat ik een baan vond die bij mij past. De meeste van mijn studiegenoten zijn nog altijd op zoek.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand