Toen Stef Blok, de minister van Buitenlandse Zaken, zijn uitspraken over de mislukte multiculturele samenleving deed, bespeurde ik bij hem vooral witte hysterie. Angst voor een omgekeerde onderdrukking, waar Diome zo om moest lachen. Onze hybride samenleving is niet mislukt, wel het monopolie dat hem als witte westerse man toekomt. Voor zijn gevoel staat die onder druk: voor wie geprivilegieerd is en wordt gevraagd dat privilege te delen, voelt gelijkheid als onderdrukking. Zij die van buiten fort Europa komen tot vreemdeling maken, blijkt dan noodzaak.
“Vreemdelingen creëren we, met onze ogen. Aan dat makend oog van de ander zijn alle heterogene samenlevingen ter wereld onderworpen
Rwanda: jonge Belgen.
Sommigen maakten er een sport van om te laten zien hoezeer ze op de hoogte waren van mijn thuisland, door me herhaaldelijk de beladen vraag te stellen of ik Hutu of Tutsi was. Toen de Belgische kolonisator in 1933 etnische identiteitskaarten invoerde, was iedereen voortaan of Tutsi, of Hutu, of Twa. Dat kon zelfs verschillen binnen een familie. Het maakte een einde aan het feodale kastensysteem, dat meer fluïde was. De gevolgen van die rigide raciale opdeling bewees zich in de jaren ’90 fataal.
“De angst voor die machteloze ander legt een onzekerheid bloot die in het Westen zelf schuilt
kostbaarste bezit de verhalen op zijn tong en de papieren in zijn zak. In het ergste geval bezit hij geen van beide. We maken die ander legaal, of ontdoen hem van zijn vrijgeboren status. We maken hem geliefd of bevreesd. Het is een spiegel waarin Blok en meer witte Nederlanders liever niet kijken. De angst voor die machteloze ander legt een onzekerheid bloot die in het Westen zelf schuilt.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand