Franklin Ronde (1970, rapper) had maar één doel toen op 15 juni 1990 Nelson Mandela tijdens zijn rondreis door Europa Amsterdam aandeed; “Ik wilde hem de hand schudden. Kostte wat het kost.”
“Ik herinner me dat Mandela op het balkon van de Stadsschouwburg zou verschijnen. Ik was laat en het Leidseplein en de Leidsestraat stonden al vol mensen. Je hoorde het gejuich al op de Dam. Omdat ik er niet langs kon, moest ik met een grote boog naar de Stadschouwburg lopen en kwam ik aan de achterkant terecht. Daar zag ik een aantal lege limousines en ben blijven wachten totdat Nelson Mandela weer zou vertrekken. Toen Mandela naar zijn limousine liep, wilde ik naar hem toe maar de beveiliging hield mij tegen.
Zwerver helpt mee |
Fotograaf Tom van der Leij ging een dag op stap met de kleinzoon van Nelson Mandela, Mandla Mandela, de chief van de Traditionele Raad van Mvezo, een belangrijk rechtsprekend orgaan van het Xhosa-volk.
“Ik had in 2004 al een keer bij Mandela’s huis in Transkei aangebeld, maar toen werd ik weggestuurd door de bewaking. Vorig najaar had ik meer succes bij zijn kleinzoon Mandla Mandela. Samen met een Zuid-Afrikaanse journalist maakte ik een reportage over het traditionele manwordingsritueel van de Xhosa, waarbij jongens besneden worden in het voormalig thuisland Transkei, de huidige Oostkaapprovincie. Een van die jongens studeerde samen met Mandela’s kleinzoon aan de Rhodes University en via hem kregen we zijn nummer. We belden hem op en vroegen of we bij hem langs konden komen. In eerste instantie had hij daar geen tijd voor, maar toen we aandrongen en vertelde dat we in Umtata stonden, bij hem zo een beetje om de hoek, zei hij oké. Traditionele kledij Eenmaal bij hem stelde hij voor dat we de volgende dag naar zijn huis in Qunu konden komen. Daar aangekomen bleek dat hij zich speciaal voor ons bezoek in zijn traditionele chief kledij had gestoken; hij droeg een gewaad met Xhosa kralen met daarover een leeuwenpels. We reden achter hem aan naar Mveso, de geboorteplek van zijn grootvader, en tevens de streek waarvan Mandla nu chief is. De vader van Nelson Mandela was dat chiefdom begin 20e eeuw ontnomen door een blanke magistraat en sinds een jaar is het weer terug in de familie. Belofte
|
Caroline Reeders wist Nelson Mandela een exemplaar van het tijdschrift waar zij werkte in de hand te drukken.
“Het was geen grote receptie waar Mandela zou verschijnen dus ik dacht ik kan allicht proberen om hem een hand te geven. De Weekly Mail, de voorloper van de huidige Mail & Guardian, bestond tien jaar en dat moest gevierd worden. Mandela die toen nog niet zo lang vrij was, zou naar de receptie komen. Ik werkte destijds bij Africa South, een maandelijks opinieblad dat in meerdere landen in Zuidelijk Afrika werd verspreid. Ons blad zou worden meegestuurd met de Weekly Mail vandaar dat ik ook op die receptie was.
Mandela is natuurlijk een man die bij veel mensen op een voetstuk staat en je kon merken dat de doorgaans nuchtere en kritische journalisten van de Weekly Mail toch wel erg opgewonden waren over het bezoek van deze antiapartheidsstrijder. Iedereen wilde Mandela graag een hand geven, maar men gedroeg zich netjes, er werd niet geduwd. Ik hoefde gelukkig niet heel erg te dringen en toen stond ik ineens voor hem. Ik gaf hem een hand en overhandigde hem een exemplaar van ons blad. We wisselden nog een paar zinnen uit, maar die gingen voornamelijk over het blad. Hij heeft een heel erg zachte stem maar wel eentje met enorm veel zeggingskracht. Toen ik die lange man even later weg zag lopen met het blad opgerold onder zijn arm, gaf dat toch wel een kick. Nelson’s foto verhuist mee |
Vasu Gounden, ontmoette Nelson Mandela maar liefst zes keer. Gounden is directeur van Accord een Zuid-Afrikaanse organisatie die bemiddelt in conflicten in Afrika. Mandela’s vrouw Graça Machal is bestuurslid van Accord, Mandela heeft namens Accord bemiddeld in Burundi.
“Elke keer dat je Mandela ontmoet is speciaal. Hij heeft een uitstraling waarvan je haar recht overeind gaat staan. De eerste keer dat ik hem zag, is mij het meest dierbaar. Het was in 1994 in een hotelkamer in Tunis tijdens een top van de Afrikaanse Unie in Tunesië. Mandela zou daar speechen en ik had een afspraak met zijn assistent. Opeens kwam Mandela de hotelkamer binnen. Ik was totaal onvoorbereid. Normaal gesproken ben ik echt geen verlegen type, maar nu stond ik met mijn mond vol tanden.
Vaders des vaderlands Staatsbanket
Krasse knar |
Intermediair hoofdredacteur Peter ter Horst, ontmoette Nelson Mandela meerdere malen toen hij als correspondent voor onder meer NRC Handelsblad, RTL Nieuws en de Geassocieerde PersDiensten in Zuid-Afrika zat. Hij ontdekte dat Mandela van dolfijnen houdt.
“Het was eind december 1991. Ik werkte drie maanden als correspondent in Zuid-Afrika. Ik had de naam Mandela al honderden keren opgetikt, want de ANC-leider stond anderhalf jaar na zijn vrijlating in het brandpunt van het nieuws. De onderhandelingen over een nieuwe grondwet met het laatste blanke regime van president De Klerk waren net begonnen. Niemand kon voorspellen waar het zou eindigen - een vreedzame overgang van blank naar zwart bewind, of een burgeroorlog. Tuinbankje ‘Daar zit Nelson Mandela’, dacht ik, en vervolgde mijn weg. ‘Daar zit Nelson Mandela’? Ik stond stil, en keek nogmaals zijn kant op. Het was Nelson Mandela. Zonder bodyguard, helemaal alleen. Later begreep ik dat hij hier zat omdat hij tijdens zijn scheiding van Winnie van huis naar huis trok en bij vrienden logeerde. Voor mij was het een buitenkans. Een gesprek met Mandela was toentertijd zo schaars als zwarte ministers. Maar ik was er zo vreselijk niet op voorbereid: ongeschoren, een korte kaki broek zoals extreemrechtse Afrikaners dragen, blote voeten, en een wild groen T-shirt met oranje dolfijnen. Lievelingsdier Ik besloot het toch te proberen. Ik stapte op Mandela af, stelde me voor, en verontschuldigde me voor mijn informele kleding. ‘Helemaal geen probleem’, zei hij, ‘dolfijnen zijn mijn lievelingsdieren. Ga zitten. Waar kun je zo’n T-shirt kopen?’ Het werd geen politiek diepte-interview, maar een praatje van een half uur op de veranda over van alles en nog wat. Ik was sprakeloos door zijn ontwapenende openheid, alsof we elkaar al jaren kenden. Hoe kon iemand zo ontspannen zijn, met de verwachtingen van miljoenen zwarten op zijn schouders, een merknaam voor verzoening die miljarden op de wereld kenden, aan de vooravond van een traumatische echtscheiding? Totaal relaxt, totaal zichzelf. Deze man had geen omgeving meer nodig, geen oordeel van anderen, geen mening over een ongeschoren gezicht. Robbeneiland Mooi afscheid Jaren later, aan de vooravond van mijn terugkeer naar Nederland, vertelde ik een vriendin van Mandela over de ontmoeting op de veranda. Ze vond het een prachtig verhaal. ‘Ik zit morgen naast hem aan een diner. Zal ik hem het T-shirt met de dolfijnen geven?’ Het leek me een mooi afscheid van Zuid-Afrika. De volgende dag belde ze. De president vond het T-shirt prachtig en had het dankbaar in ontvangst genomen. Van het gesprek op de veranda kon hij zich helaas weinig meer herinneren, niets eigenlijk. Ik werd weer bang dat het niet was gebeurd, dat ik het had gedroomd. Nog steeds, als ik Mandela op televisie zie, hoop ik stiekem dat hij het T-shirt met de oranje dolfijnen aan heeft.”
Dit stuk stond eerder in het artikel ‘De erfenis van Nelson Mandela (90)’ dat eind juni in Intermediair verscheen. Dit artikel is tevens een hoofdstuk in het boek ‘Voor Nelson Mandela’, dat ter gelegenheid van diens negentigste verjaardag is verschenen bij uitgeverij Mets & Schilt. |