Beeld: Chavez van den Born

‘De droom om terug te keren is nooit verdwenen’

Marokkaanse arbeidsmigranten kwamen vijftig jaar geleden naar Nederland. Harde werkers, met maar één doel: geld verdienen en terugkeren. Hassan El Ghouti sprak voor zijn boek met zeventien Marokkanen van die eerste generatie over hun verwachtingen en hun levens hier.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Gisteren was het precies vijftig jaar geleden dat Nederland en Marokko een wervingsverdrag ondertekenden waarmee Marokkaanse arbeidsmigranten officieel in Nederland konden komen werken. Hassan El Ghouti (57), geboren in Marokko, kwam zelf op zijn 24e naar Nederland – niet als arbeidsmigrant, maar voor de liefde. Hij kreeg een baan bij de Hollandse Apparaten Fabriek (HAF, nu ABB), en werkte zichzelf op tot kwaliteitscontroleur, wat hij nog altijd is.
El Ghouti wist direct dat hij hier wilde blijven, ook al zijn zijn zes broers en zussen en de rest van zijn familie altijd in Marokko gebleven. “Mijn toekomst lag hier: ik wilde de taal leren, mijn kinderen hier laten opgroeien en mezelf ontwikkelen.” Voor zijn boek Hoop op een beter leven, dat hij schreef uit bijzondere interesse in het onderwerp, sprak hij met zeventien Marokkaanse mannen van die eerste generatie Marokkaanse ‘gastarbeiders’ over hun komst naar Nederland. Wat waren hun verwachtingen en wat is daarvan overgebleven?

In Nederland zijn wij Marokkanen en in Marokko zijn we Nederlanders: we vallen overal buiten de boot

Het boek Hoop op een beter leven, van Hassan El Ghouti.Beeld: Chavez van den Born
Zo’n 24.000 Marokkaanse gastarbeiders kwamen tussen 1960 en 1970 naar Nederland, met het idee hier een aantal jaar te werken, flink te sparen en vervolgens terug te keren naar Marokko. Daar wachtte veelal vrouw en kinderen. Maar voor veel arbeiders liep het anders: Marokkanen van de eerste generatie wonen hier nog steeds, hebben hier kinderen en kleinkinderen gekregen. Toch is de droom om terug te keren naar het vaderland bij veel van hen blijven bestaan. El Ghouti ziet het niet meer gebeuren, die terugkeer. “De cultuurverschillen zijn enorm. Hier in Nederland zijn wij Marokkanen en in Marokko zijn we Nederlanders. Eigenlijk vallen we overal buiten de boot.”
Het wervingsverdrag tussen Marokko en Nederland, op 14 mei 1969 ondertekend, was de start van de officiële migratie. Vóór 1969 migreerden namelijk ook al zo’n 20.000 Marokkanen naar Europa. Vaak jonge mannen, de oudste kinderen van hun gezin, die geld wilden verdienen om de rest van de familie te voorzien van een beter bestaan in Marokko. De groep die later op uitnodiging van de Nederlandse overheid naar ons land is gekomen, bestond uit nog zo’n 4000 Marokkanen. Er was in Nederland veel werk en er waren te weinig handen. Waarom de overheid juist Marokkaanse mannen uitnodigde? El Ghouti: “Het zijn harde werkers en ze hadden maar één doel: geld verdienen en terugkeren.”
Wat was voor deze migranten de aanleiding om hiernaartoe te komen?

“Na de Tweede Wereldoorlog was de wereld een bende. Niet alleen in Europa, maar ook in Marokko. Er was zo weinig werk in Marokko dat veel mannen genoodzaakt waren werk te zoeken in Europa. Ze verspreidden zich over Frankrijk, Duitsland, België en Nederland. In Nederland stonden werkgevers te springen om arbeidskrachten. Die eerste groep Marokkaanse migranten is hier op eigen houtje naartoe gekomen. Ze kwamen hier met de boot en woonden met veel andere gastarbeiders op kleine kamertjes. Een heel apart leven, wat ik me moeilijk kan voorstellen.

Vrij met de ramadan? Dat kregen ze niet, want dat kenden de Nederlanders niet

Ze werkten hard, ook op Nederlandse feestdagen zoals kerst en Pasen, want dat vierden ze niet. Maar vrij met de ramadan? Dat kregen ze niet, want dat kenden de Nederlanders weer niet. De tweede groep gastarbeiders werd na ondertekening van het wervingsverdrag in 1969 door de Nederlandse overheid ‘uitgekozen’. Voor hen werd beter gezorgd: zij kregen gegarandeerd een baan en een woning. Later werd dat gelijkgetrokken en werden beide groepen gelijk behandeld door de Nederlandse overheid.”
Met welke verwachting kwamen zij naar Nederland en hebben ze die moeten bijstellen?

“Bijna alle Marokkaanse gastarbeiders kwamen naar Nederland met het idee om hier een paar jaar te werken, geld te sparen en terug te keren naar Marokko. Nederland was voor hen een tijdelijke verblijfplaats. Die verwachting hebben ze zeker moeten bijstellen, want voorlopig woont de eerste generatie Marokkanen hier nog steeds. De droom om ooit terug te keren is bij sommigen verwaterd. Het is voor ouderen onrealistisch om uit een land als Nederland, waar je van alle gemakken voorzien bent, terug te keren naar Marokko, waar je je soms af zult vragen of je die avond wel kunt eten. Toch houden de meesten nog altijd vast aan die droom om terug te gaan naar Marokko.”

Waarom zijn ze zo lang vast blijven houden aan die droom?

“Een van de mannen van de eerste generatie die ik sprak voor mijn boek – nu 69 jaar – denkt nog steeds dat hij ooit terug zal gaan. Hij vertelde over de huisjes in zijn dorp, de open houding van de mensen, het stuk land van zijn vader dat hij zou willen verbouwen. Dat mist hij. Ik denk niet dat hij ooit zal terugkeren, maar dat heb ik hem niet durven zeggen. Het is heel pijnlijk om dat sprankje hoop van hem af te pakken.

Mensen van de eerste generatie hebben bijna allemaal nog die droom om terug te keren. Dat verlangen naar Marokko blijft altijd bestaan. Dat maakt me zo verdrietig. Ze zijn hier niet gelukkig, maar zullen dat in Marokko waarschijnlijk ook niet zijn, omdat alles veranderd is. Ik krijg daar tranen van in mijn ogen.”

Maar als je écht terug wil, dan vind je uiteindelijk wel een manier, nietwaar?

“Het probleem is dat het dagelijks leven in Marokko zo enorm verschilt van het leven in Nederland. Mensen die hier al jaren wonen zijn gewend aan de Nederlandse manier van leven. Uit eigen ervaring kan ik vertellen dat als je langer dan vijftien jaar in een ander land woont, in dit geval in Nederland, je niet meer kunt aarden in je geboorteland.

Ze maken maar geen beslissing over hun toekomst

Toen ik in Nederland kwam, voelde ik direct dat hier mijn toekomst zou liggen. Ik heb die knoop doorgehakt en besloten dat ik hier mijn bestaan zou opbouwen, heb de taal geleerd en mezelf kennis aangeleerd. Dat is waarom de meeste Marokkanen nog steeds terugverlangen naar Marokko: ze maken maar geen beslissing over hun toekomst. Ik ben dan wel een Marokkaan, maar in Marokko zien ze mij als Nederlander. Je hebt jezelf zo aangepast aan de levensstijl en cultuur hier dat je in Marokko buiten de boot zou vallen.”
Welke cultuurverschillen zie je verder tussen Nederland en Marokko?

“Mijn vader bracht mij in Marokko naar de basisschool met het idee dat de school mij zou opvoeden. Dat was heel gewoon in Marokko. De opvoeding valt daar deels onder de verantwoording van de school. Daarom voelen veel Marokkaanse ouders in Nederland zich niet direct heel betrokken bij de school van hun kind. Het is in de Marokkaanse cultuur heel normaal dat veel verschillende mensen  zich bemoeien met de opvoeding van het kind: oom, tante, opa en oma én natuurlijk de eigen ouders.

Andere verschillen zitten in de kleine dingen, zoals afspraken maken. Als ik in Marokko ben kijk ik bijna nooit op mijn horloge, telefoon en op internet. En bij een afspraak speek je tussen negen en elf uur af. Dat zouden mensen in Nederland nooit goedkeuren. Vrijheid op sociaal gebied is dus heel groot in Marokko, terwijl er politiek gezien juist nauwelijks vrijheid is. In Nederland is dat eigenlijk omgekeerde. Hier moeten we ons strikt aan sociale afspraken houden maar is het politiek gezien heel vrij.”

El Ghouti in zijn werkkamer in zijn woning in Ede. Beeld: Chavez van den Born
Behalve de Marokkaanse mannen, zijn er later ook veel vrouwen uit Marokko overgekomen. Hoe ging dat?

“Toen de Marokkanen hier net waren, ontstond er in de zomermaanden een probleem: de Marokkaanse gastarbeiders wilden terug naar hun gezin in Marokko voor een maand of twee. Maar de werkgever kon zijn mankracht niet zo lang missen en stelde daarom voor om het gezin naar Nederland te halen, op kosten van het bedrijf. De werkgevers, voornamelijk fabriekseigenaren, waren heel vrijgevig. Ze zorgden voor vliegtickets voor het gezin, een huis en documenten. Dat zorgde bij de Marokkaanse arbeidsmigranten voor gemengde gevoelens: de droom van gezinshereniging werd realiteit, maar de terugkeer naar Marokko werd op deze manier steeds onwaarschijnlijker.”

Wat voor verwachtingen had Nederland zelf?

“Ook de Nederlandse overheid dacht dat de Marokkanen tijdelijk zouden blijven. Maar de werkdruk bleef hoog en de arbeiders waren onmisbaar. Ze werkten vooral ’s nachts in ploegendiensten, waar de Nederlanders vaak hun neus voor optrokken. Als je als migrant vijf jaar in Nederland werkt, krijg je een verblijfsvergunning voor onbetaalde tijd. Na een aantal jaar begon de overheid dan ook te beseffen dat het niet meer tijdelijk was. De migranten kunnen in mijn ogen ook niet meer terug. Ze passen niet meer in de Marokkaanse maatschappij. Veel van hen hebben kinderen die hier zijn opgegroeid, dus waarom zou je teruggaan? Mensen die terugkeren zullen er niet gelukkiger op worden.”

‘Hoe ik me ook identificeer, ik blijf de Turk’

'Wij zijn een krijgersvolk: sterk en loyaal'

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons