Achtergrond

Met een smokkelaar naar Ter Apel?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Komen Eritrese asielzoekers echt met hulp van mensensmokkelaars naar Nederland? OneWorld-journalisten Eva Schram en Sanne Terlingen reisden zelf mee vanuit Italië.

[Bij dit artikel hoort ook de digitale productie De Eritrearoute]

“Smile!” Solomon (28) gebaart naar zijn vrouw Eden (31) dat ze iets naar links moet schuiven, richting Omer (26). Aan de andere kant poseert Asmaël, met zijn 35 jaar de oudste van deze groep Eritrese vluchtelingen. In het midden staan wij, twee Nederlandse journalisten. Waar wij enthousiast de camera in blikken, kijken onze Eritrese reisgenoten vooral vermoeid. Het is ze aan te zien dat ze afgelopen nacht in een park in Nice sliepen, en de nacht daarvoor op het station van Milaan. Nu zijn ze in Parijs, onderweg naar hun eindstation. Of dat België wordt, of Denemarken, of misschien zelfs Nederland, daar zijn ze nog niet uit. Frankrijk wordt het in ieder geval niet. “Hier is het alleen goed voor Afrikanen die Frans spreken”, licht Omer toe.

Teeven
Begin mei sloeg staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven alarm over de ‘tsunami van Eritreeërs’ die ineens naar Nederland kwam. ‘De Immigratie- en Naturalisatiedienst IND, Koninklijke Marechaussee en Nationale Politie onderzoeken gecoördineerd de reisroutes en wijze van opereren van de smokkelaars dan wel de faciliteerders in dit proces, onder meer aan de hand van gehoren met asielzoekers’, schreef Teeven aan de Tweede Kamer. ‘Er zijn al 64 smokkelaars opgepakt‘,  zei een woordvoerder van de marechaussee eind augustus, ‘42 hielden zich bezig met het smokkelen van Eritreeërs’.

Eritrese asielzoekers zouden allemaal dezelfde route afleggen en allemaal evenveel geld bij zich hebben. Over de afgelegde reisroute binnen Europa zijn ze vaag, zo blijkt uit IND-dossiers die OneWorld heeft ingezien. ‘Ik wist niet waar ik heen moest. Ik ken geen Europese landen. De reisagent zei dat ik hier moest uitstappen’,  is een aanvraag te lezen. En: ‘Ik wist niet dat je in Italië ook asiel kon aanvragen’.

Er rijst een beeld van een schimmig smokkelnetwerk dat geheime paden over de grenzen kent. De praktijk bestaat echter niet uit wilde achtervolgingen en angstig onderduiken, maar uit wachten en treinreizen. De saaie momenten worden openlijk gedeeld op Facebook.

[[{“fid”:”32397″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Vluchtelingen op station Milaan Centraal”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Vluchtelingen op station Milaan Centraal”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_volle_breedte media-element file-file-styles-artikel-volle-breedte”,”id”:”styles-6-0″}}]]

Treinkaartjes
We treffen Solomon, Eden, Omer en Asmaël voor het eerst op het station van Milaan. Daar hangen honderden vluchtelingen totdat zij geld hebben voor de trein naar het noorden. “Paris, yes. Zürich, no”, zegt een hulpverlener bij het geïmproviseerde opvangcentrum. Er hangt een kaart van Europa aan de muur. Waar Parijs zou moeten liggen, zit alleen nog een gat in het papier. Zo vaak is de plek aangewezen. De hulpverlening richt zich vooral op Syriërs. Die krijgen bonnetjes voor de lunch (voorverpakte sandwiches) en de nachtopvang. De Eritreeërs wachten beneden in de hal. “Ik heb sinds gisteren niet gegeten”, klaagt Solomon als we hem voor het eerst ontmoeten. Zijn vrouw Eden vertelt dat ze buiten “pipi” moest doen. Syrische gezinnen krijgen van vrijwilligers in rode Save the Children-hesjes een euromunt voor de wc.

“We gaan zo naar Ventimiglia”, zegt Asmaël. Hij haalt vier kaartjes voor de trein van tien over drie tevoorschijn. Gekocht bij de ticketbalie, daar kwam geen mensensmokkelaar aan te pas. Dat ze naar Ventimiglia moeten – de plaats waarvandaan de trein naar Frankrijk vertrekt – werd hen boven bij de migrantenopvang verteld. “Mogen we met jullie mee?”, vragen wij. “Kom maar”, gebaart Omer. Hij hijst onze tas over zijn schouder, alsof hij nog zo fit als een hoentje is.

De trein heeft het station nog niet verlaten of Omer valt in slaap. Eden ligt met haar hoofd tegen het raam. Solomon verbergt zich onder zijn capuchon. Ze doen hun ogen pas weer open als we vier uur later Ventimiglia naderen.

[[{“fid”:”32398″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Eritreeërs in de trein van Ventimiglia naar Nice”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Eritreeërs in de trein van Ventimiglia naar Nice”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_volle_breedte media-element file-file-styles-artikel-volle-breedte”,”id”:”styles-6-0″}}]]

Op reis met Eden en de rest
Eden, Omer, Solomon en Asmaël zijn relatief welgestelde Eritrese asielzoekers. Zij kwamen niet per boot naar Italië, maar over land. Eden werkte op een illegaal paspoort twee jaar in Beirut in Libanon. Ze reisde via Turkije naar Griekenland. Daar ontmoette ze Solomon, nu haar echtgenoot, die daar al drie jaar (zonder papieren) geld bij elkaar sprokkelde. Via Albanië en Montenegro trokken ze in zeven dagen te voet naar Servië. Daar sloten Omer en Asmaël zich bij hen aan. Kijk, hier sliepen we met z’n allen in een caravan in het bos”, zegt Eden terwijl ze door de foto’s op haar smartphone scrolt.

Afgelopen week reisde het viertal van Servië naar Hongarije. “Urenlang voorovergebogen in een vrachtwagen”, zegt Solomon. Hij trekt de pijpen van zijn spijkerbroek op om ons de striemen op zijn enkels te tonen. Na Hongarije volgde Slovenië. Twee dagen geleden kwamen ze Italië binnen.

Zolang de Eritreeërs onderweg zijn, bouwen ze niets op – behalve dan een schuld bij verre familieleden in Qatar en Duitsland die via Western Union vijfhonderd euro stuurden voor de treintickets naar Parijs. “Ik had graag een baby gewild”, zegt Eden, die naar Eritrese begrippen behoorlijk oud is om nog geen moeder te zijn. “Maar hier? Problem.” Dat woord zegt ze steeds, als ze haar leefomstandigheden van de afgelopen maanden probeert te omschrijven. “Problem.”
Ze wil graag werken. “Als alles.” In Eritrea was ze lerares, ze kreeg er van de overheid alleen niet voor betaald. In Beirut poetste ze en waste ze af. Allemaal tijdelijke baantjes. “Ik stuurde geld naar mijn moeder. M’n vader is al jaren dood.”

Ze moeten die tas in Europa hebben gekregen. Van een mensensmokkelaar, of van de Italiaanse overheid

“Italië faciliteert doorreis”
Italië trok dit jaar herhaaldelijk aan de bel. Het land kan de enorme migrantentoestroom niet aan. Reddingsoperatie Mare Nostrum heeft dit jaar 143.914 bootvluchtingen gered. Ter vergelijking: in 2013 waren dat er 42.000. En dan zijn er nog de vluchtelingen die over land komen, zoals onze Eritrese reisgenoten. Officieel moeten vluchtelingen asiel vragen in het land waar ze Europa binnenkomen. Maar het is een publiek geheim dat Italië niet al te streng is met het registreren van migranten.

[[{“fid”:”32400″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Schoenen gekregen van de Italiaanse overheid”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Schoenen gekregen van de Italiaanse overheid”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]

Reactie Marechaussee“Is het bij jullie bekend dat Italië het doorreizen van asielzoekers faciliteert? En wat is bij de Nederlandse autoriteiten bekend over de zwarte rugzakken?” Deze en andere vragen legden we voor aan de Koninklijke Marechaussee, verantwoordelijk voor de grensbewaking. “Dergelijke signalen bereiken ons ook”, bevestigt een woordvoerder namens de KMar. “Daar waar nodig worden deze op politiek niveau besproken met Italië dan wel betrokken in (lopende) onderzoeken. Daar kan ik niet verder op ingaan.”

Geen van de Eritrese asielzoekers die we de afgelopen maanden spraken – en dat zijn er tientallen – moest na aankomst in Italië vingerafdrukken afgeven (ter registratie, red.). Sterker nog: vluchtelingenorganisaties vertellen dat ze vermoeden dat Italië illegale migranten zelfs verder op weg helpt. Eritreeërs die in Nederland arriveren, dragen in veel gevallen een splinternieuwe zwarte rugzak. Aangezien ze geen bagage mogen meenemen op de bootjes waarmee ze de Middellandse Zee oversteken, moeten ze die tas in Europa hebben gekregen. Van een mensensmokkelaar, of van de Italiaanse overheid.

De bootvluchtelingen die we gedurende ons onderzoek ontmoeten, tonen ons nieuwe Crocs en Allstars-schoenen die ze van de Italianen kregen. Per groepje is er ook een rugzak. Bij een eerder bezoek aan het migrantenopvangcentrum in Pozzallo, Sicilië, zagen we een enorme stapel nieuwe rugzakken in de gang naast de slaapzalen. De zwaarbewapende beveiligers wilden ons geen uitleg geven. We moesten van het terrein af.

Uit de trein gezet
Ventimiglia, acht uur ’s avonds. Asmaël vist een briefje van 500 euro uit zijn broekzak voor de tickets naar Nice. Het zou een ritje van een uur moeten zijn, maar binnen tien minuten gaat het mis. De trein stopt in Menton, het eerste stadje na de Franse grens. Op het perron staan twaalf bewapende gendarmes, in elk treinstel gaan er twee naar binnen. “Hebben jullie een paspoort?”, wil agent één weten. “Nee? Volg mij.” Agent twee ziet erop toe dat de Eritreeërs gedwee uitstappen. Buiten, bij een dranghek, staan vijf andere donkere jongens die uit de trein zijn geplukt. “We onderscheppen honderd illegalen per dag”, zegt agent één.

[[{“fid”:”32401″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Politie in Menton haalt illegale migranten uit de trein”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Politie in Menton haalt illegale migranten uit de trein”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]

De agenten nemen niet de moeite om illegalen op te pakken, omdat Italië ze toch niet terugneemt. Dus zetten ze Eden, Omer, Solomon en Asmaël in een wit busje en droppen hen bij de grens. Wij mogen niet mee. “Het is niet leuk hoor”, benadrukt agent één. “Zeker veertig minuten teruglopen naar het station van Ventimiglia.” Tegen de Eritreeërs. “En dan niet opnieuw de trein nemen, hè.”

Zodra het busje met de agenten is omgekeerd, lopen de Eritreeërs via Menton naar Nice. Aan voorbijgangers vragen ze de weg. Omer belt ons om één uur ’s nachts. “We zijn er bijna!” Bij aankomst wacht hen weer een nacht in een park.

Hulp van Sudanezen
Zodra het licht wordt, gaan de Eritreeërs naar het station. Ze pakken om half tien de trein naar Parijs. Her en der polsen politieagenten of donkere mensen over een paspoort beschikken, maar wie dat niet heeft, mag gewoon doorreizen, als er maar netjes een treinkaartje wordt gekocht. Eden en Solomon brengen de reis wederom slapend door. Omer en Asmaël zitten tussen de keuvelende Britse senioren die het evaluatieformulier van hun groepsvakantie invullen.

“Eerst een foto”, besluit Solomon als we om half vier aankomen op Gare de Lyon in Parijs. Na twintig kiekjes kijken onze reisgenoten verloren om zich heen. Wat nu? “We moeten op zoek naar zwarte mensen die Engels of Arabisch spreken”, zegt Omer. Liefs Eritreeërs, maar Sudanezen zijn ook goed. Eritreeërs ontvluchten hun land veelal via buurland Sudan, dus Sudanezen zijn ‘bekend volk’. Bij het sjieke Gare de Lyon vinden we niemand, dus pakken we de metro naar het internationale treinstation Gare du Nord. Daar is een Sudanees zo gevonden.

De Sudanees brengt ons naar een volgende Sudanees. Uiteindelijk belanden we in café La Coupole – ondanks de Franse naam een ‘gewoon Sudanees eetcafé’, aldus de eigenaar. Aan een tafeltje bij het raam zit een donkere rastajongen die we al signaleerden in de trein naar Parijs. Ook hij heeft zijn weg naar dit café gevonden. Er is thee met heel veel suiker, en wie geld heeft kan injera eten – de pannenkoek die ook tot de Eritrese keuken behoort. Er is bijna niemand die dat daadwerkelijk doet.

Parijs is een kruispunt. Hier besluiten illegale migranten waar ze de komende jaren zullen leven.

[[{“fid”:”32406″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Sudanees café La Coupole in Parijs”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Sudanees café La Coupole in Parijs”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_volle_breedte media-element file-file-styles-artikel-volle-breedte”,”id”:”styles-6-0″}}]]

Hotel boeken zonder paspoort
Parijs is een kruispunt. Hier besluiten illegale migranten waar ze de komende jaren zullen leven. Solomon en de rest zijn er nog niet uit. Ze checken de situaties ter plaatse bij Eritreeërs die ze kennen van ‘onderweg’, en die al verder zijn gereisd. Een jongen met wie ze in Servië optrokken, is bijvoorbeeld al helemaal gesetteld in Karlskrona. In Zweden mag je snel aan het werk, vertelt hij. Maar de treinroute is riskant – via België en Nederland naar Denemarken en dan nog door. België is sneller en goedkoper. “Hoe is het weer daar?” Engeland biedt ook voordelen: daar kunnen ze de mensen tenminste verstaan. Helaas is de overtocht bij Calais laatste maanden schier onmogelijk. Passagiers moeten zich identificeren en alle vrachtwagens worden gecontroleerd met hittesensoren.

Om negen uur gaat La Coupole dicht. De Eritreeërs slaan het aanbod af om in een van de bovenkamers te slapen. “50 euro voor 3 personen. Te duur”, vindt Omer. “Ik wil vannacht wel slapen hoor”, verzucht Eden. ‘Gewoon’ een goedkoop bed boeken in een hostel is geen optie: daar heb je een paspoort voor nodig. Dan ziet Solomon ineens een bekend gezicht. “Amin!” Een Eritrese vriend uit Griekenland, die nu in Parijs woont. Er wordt gebeld. Nog meer gebeld. Gehosseld in het Arabisch. Af en toe passeert een politieauto, maar dat deert niet. De agenten stappen niet uit, ze vragen niets.

Solomon en Amin nemen ons mee naar Hotel Belfort, vlakbij Montmartre. We lopen via een Moneygram-kantoor, waar wat door brothers gestuurd geld wordt opgepikt. Bij Belfort schuift de Noord-Afrikaan achter de receptie Solomon een sleutel toe van een kamer zonder nummer. Gratis. Omer en Asmaël krijgen voor 40 euro een hok op de vierde verdieping. Vriend Amin vult de formulieren voor toeristenbelasting in – zo is nooit te achterhalen dat deze Eritreeërs hier zijn geweest.

Ontbijt op de stoep
De volgende ochtend blijven onze reisgenoten zo lang mogelijk in hun warme bed liggen. Solomon, die al de hele reis een legerrugzak bij zich draagt, ruikt naar goedkope aftershave. Eden heeft schone kleren aan. Omer en Asmaël hebben alleen het kloffie dat ze al dagen dragen. “En, wat gaan we doen?” polsen wij monter. “Blut”, zegt Omer. Dus sjokken we maar weer richting het Sudanese café. Omdat er geen geld is voor koffie, ploffen we buiten op de stoep. Solomon heeft bij een Sudanese supermarkt drie grote familiecakes en een fles mierzoete Oasis-limonade ingeslagen. Ontbijt. Echt warm worden we er niet van. “Het is een hondenleven”, zegt Omer.

[[{“fid”:”32404″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Ontbijten op de stoep in Parijs”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Ontbijten op de stoep in Parijs”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]

Na het zoveelste uur uitzichtloos hangen, staan we op om nog eens een rondje over het plein te lopen. Ons oog valt op een aanplakbiljet. ‘No border, no nation, stop deportation.’ Het briefje waarschuwt voor een grote Europese politieactie die over drie dagen begint, en waarbij alle ‘straten, treinen, stations, snelwegen en andere plekken’ ondersteboven worden gekeerd om de routes van vluchtelingen in kaart te brengen.

“Vanmiddag weg”, beslist Eden. België is het dichtstbij. De knoop over de volgende bestemming is in een klap doorgehakt. De trein vertrouwen ze niet – zeker niet na het incident bij de Franse grens – , dus zoekt Solomon zijn vriend Amin weer op. Kent hij iemand met een auto? Amin fikst wel wat, begrijpen we. We gaan weer op het pleintje zitten. “Wie rijdt?”, vragen wij. “Weet ik niet”, zegt Eden. Een enkeltje België kost 100 euro per persoon. Amin schiet het geld voor. Eden en Solomon hoeven alleen maar te wachten tot de auto komt.

Uren later zijn we verkleumd. We trakteren Eden op een kop koffie bij de Sudanees. Kunnen we even opwarmen. Asmaël zegt dat hij met Omer “even een simkaart gaat kopen”. We zien ze niet meer terug. Eden vertelt dat ze “zijn ondergedoken bij een brother, totdat ze geld hebben om naar Denemarken te gaan. Of Zweden”. Even later loopt ze zelf even naar Solomon, die buiten staat. Wij blijven zitten met onze koffie. De Eritreeërs zijn gevlogen. 

De trein vertrouwen ze niet – zeker niet na het incident bij de Franse grens.

[[{“fid”:”32405″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Solomon in Eindhoven”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Solomon in Eindhoven”},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_halve_breedte media-element file-file-styles-artikel-halve-breedte”,”id”:”styles-4-0″}}]]

Asiel in NederlandIn mei meldden 1640 Eritreeërs zich bij aanmeldcentrum Ter Apel. Ter vergelijking: in heel 2013 vroegen 980 Eritreeërs Nederland om asiel. In reactie op deze ‘tsunami’ aan Eritreeërs werden de grenscontroles opgeschroefd en duurt de asielprocedure langer. Het aantal Eritreeërs dat Nederland om asiel vraagt is gedaald tot vijf à tien per week.
 

 

Eritreeërs die hun land ontvluchten hebben recht op een verblijfsvergunning op de B-grond, omdat zij gevaar lopen als ze worden teruggestuurd naar Eritrea. Zij moeten die vergunning echter aanvragen in  het eerste land in Europa dat zij binnenkomen (Verordening Dublin III). Vaak is dit Italië of Griekenland. Als Nederland kan bewijzen dat Solomon eerst in Italië of Griekenland was, dan wordt zijn asielaanvraag hier niet in behandeling genomen.  

 Aanmeldcentrum Ter Apel
“Sorry, sorry, sorry”, bellen ze twee dagen later. De chauffeur was bang dat die twee  nieuwsgierige Europeanen hem zouden verraden. Hij wilde niet dat wij zijn auto zagen. “We zijn in Parijs”, zegt Solomon. “Wat!? Hebben jullie België niet gehaald?” “Belgium not good. Ik heb wat rondgevraagd bij het opvangcentrum. Het duurt daar veel te lang tot we aan het werk mogen, dus zijn we teruggegaan. Weten jullie waar Omer en Asmaël zijn? We zijn ze kwijt?”

Omer en Asmaël melden zich vijf dagen nadien via Facebook. Ze zijn in Duitsland. Denemarken is van de verlanglijst geschrapt. “Ik ben moe, ik wil gewoon rust”, schrijft Omer. Terwijl wij een berichtje terug tikken, rinkelt ons mobieltje. Eden en Solomon. “Hi! Waar zijn jullie? Wij zijn nu in Rotterdam. Toch maar de trein gepakt.”

Ze willen eerst even uitrusten bij een brother in Eindhoven. Volgende week gaan ze naar Ter Apel. Als de immigratiedienst hen vraagt hoe ze daar zijn gekomen, dan zullen ze zeggen dat ze “door een smokkelaar op de trein zijn gezet”. 

* Solomon en Eden zijn gefingeerde namen. 

En die smokkelaars dan…?

Van de 64 verdachten die deze zomer zijn opgepakt zouden de eerste twee zaken dit najaar gevoerd worden. Maar de zaken zijn uitgesteld en zullen op z’n vroegst in 2015 plaatsvinden, laat het Openbaar Ministerie weten. Het gaat om twee Eritreeërs die verdacht worden van het bieden van een telefoon en een overnachting aan vluchtelingen. Het is onbekend of ze daar geld voor vroegen, maar in artikel 137a van het Wetboek van Strafrecht staat dat het bieden van hulp aan iemand die illegaal in Nederland verblijft alleen al mensensmokkel is. Je kunt er vier jaar gevangenis voor krijgen. De zaken komen voor de politierechter in Rotterdam. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons