Al-Omari: “Een groep tieners, allemaal leden van de grote stammen hier, had leuzen op de muur van de school gekalkt, middenin de stad. Teksten over vrijheid, dat Bashar moest opstappen en over het Egyptische regime. Geïnspireerd door de revolutie in Egypte toen die nog gaande was. Ik heb die leuzen met eigen ogen gezien, die school stond vlakbij ons huis. De jongens werden opgepakt en in de gevangenis gemarteld. Het begon te broeien in de stad: mensen eisten dat de jongens terug naar hun families konden. Toen begon Atef Najieb, het hoofd van de politieke veiligheidsdienst, in de stad de druk op te voeren: hij veegde zelfs intellectuelen, bestuurders en stamhoofden de mantel uit. Maar dat viel volkomen fout bij de bevolking. Iedereen voelde dat er iets in de lucht hing en sprak daar openlijk over. Zo begonnen de demonstraties.”
““Op 18 maart 2011, ik herinner me dat het een vrijdag was, werd er in alle moskeeën gesproken over de spanningen die het regime had veroorzaakt bij de bovenlaag – terwijl het regime juist verwachtte dat deze mensen de rust in de stammengemeenschap zouden garanderen. De demonstranten trokken die dag allemaal naar de Al-Umry moskee, die van oudsher als verzamelpunt geldt voor mensen uit de hele provincie.”
Het regime zette meteen wapens in tegen de demonstranten, zonder enige reden. In de Syrische media werden deze burgers weggezet als militanten uit Saoedi-Arabië. Alle winkels moesten dicht, overheidsinstellingen werden gesloten, het regime vernielde winkels en stak die in brand.”
“Bashar al-Assad beloofde: Ik zal alle militair vertoon stopzetten als de situatie normaal is en families waarvan een lid is gedood zal ik compenseren
Toen ze terugkeerden naar het Hawraanplateau, waar Deraa ligt, lieten de militairen zich inderdaad niet meer zien, en daarom stopten de mensen met demonstreren. Maar na een paar dagen vermoordden de veiligheidsdiensten ineens vijf jongens, zonder enige aanleiding. Zodoende laaide de opstand weer op.
“We hebben maar één eis: haal Atef Najieb hier weg, hij vermoordt mensen en zet anderen onder druk.
Dat gesprek vond plaats op 28 maart 2011. Assad weigerde de eis in te willigen en liet in plaats daarvan steeds meer mensen vermoorden. Vervolgens werd de stad Deraa op 25 april 2011 belegerd. Ik was erbij toen het Syrische leger in vol ornaat binnentrok: heel veel tanks en heel veel militairen . Vanaf dat moment namen de burgers de wapens op om zichzelf te verdedigen. In die situatie zitten we nog steeds, tot op de dag van vandaag.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand