Johan Fretz Beeld: Sanja Marusic
Essay

Hoe Johan Fretz vrienden verloor aan coronaconflicten

Schrijver Johan Fretz zag vrienden met wie hij jarenlang hetzelfde wereldbeeld deelde, in de ban raken van complottheorieën over corona en rechtse sympathieën. Hij trok een grens. ‘Ze liepen mee in een stoet mensen die mijn kind openlijk als ‘omvolking’ bestempelen.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
December, de radio staat aan: ‘A Hazy Shade of Winter’ van Paul Simon. Tot vorige week keek ik uit naar een kerst aan een lange dinertafel met al mijn dierbaren. Het zou weer bijna lijken op het oude normaal, dacht ik. Al sprak ik dat niet hardop uit. Misschien wist ik onbewust al dat het anders zou uitpakken, of ik hield de gedachte om een andere reden voor me: ‘Terug naar het oude normaal’ is tegenwoordig namelijk al een explosieve uitspraak om te doen. En of het ooit terugkeert, dat oude normaal, is nog maar de vraag. Want na ruim anderhalf jaar lockdowns, mondkapjesplichten, avondklokken, vaccinaties en QR-codes staat één ding vast: er vonden op ideologisch vlak ingrijpende en onverwachte verschuivingen plaats, die een ravage hebben aangericht.

Ik zie een wereld die worstelt om uit een pandemie te komen, zij zien een dictatuur

Zo ook onder degenen die ik dit jaar had willen uitnodigen aan de dinertafel. In mijn directe omgeving dreven de afgelopen twee jaar mensen die heel dicht bij mij stonden langzaam van me weg. Zij en ik: wij kijken naar dezelfde wereld, maar zien iets heel anders. Ik zie een wereld die zich door een donker woud ploegt om uit een pandemie te komen. Zij zien ‘medische apartheid’, segregatie, het begin van een dictatuur. Ga dan maar eens gezellig samen fonduen.

Dat tante Carla tijdens het hoofdgerecht begint over de ‘woke-dictatuur’ waar ze in De Telegraaf over las: dat viel te verwachten. Of dat oom Ronald klaagt over ‘cancel culture’, en dat mannen zoals hij en Johan Derksen ‘niks meer mogen zeggen’: versleten tradities in de lijn der verwachting. Zoiets als voor de honderdste keer Home Alone kijken op Kerstavond. Maar hoe beweeg je langs dat nieuwe mijnenveld van coronaconflicten? Hoe ga je ermee om als mensen die dicht bij je staan fundamenteel niet meer dezelfde taal spreken?

Toen Rutte op 12 maart 2020 vanuit het Torentje zei dat we een tijdje binnen moesten blijven, waren mijn vriendin en ik net vier maanden ouders van onze zoon. Wij zaten al weken in vrijwillige quarantaine. In de rest van Nederland ontstond er aanvankelijk een bijna onwerkelijke eensgezindheid. Klappen op het balkon voor de zorg (gratuit, maar ook aandoenlijk), boodschappen doen voor oudere buren, elkaar de ruimte geven op straat; de haast tastbare overtuiging dat wij, levend in zo’n nadrukkelijk individualistische samenleving, deze bizarre periode alleen met oog voor elkaar konden doorstaan.

Groeiende wanhoop

Maar zodra duidelijk werd dat het virus langer bleef dan velen hadden verwacht, ontstonden de eerste scheurtjes. Toen de besmettingen na de eerste zomer exponentieel stegen en de tweede lockdown volgde, sloeg de stemming in het land om. Misschien logisch, nu het water veel mensen – financieel, fysiek, mentaal – aan de lippen stond. De eensgezindheid maakte plaats voor groeiende wanhoop. Wie de controle kwijtraakt over alles wat vanzelfsprekend was, gaat op zoek naar houvast. Naar een kompas, om door de dichte mist heen te ploegen. Een diepe rouw om het verlies van het oude normaal, joeg iedereen een andere windrichting op. Het is bekend dat ontkenning een belangrijk stadium is in het rouwproces.

Ze pakte me stevig vast en zei: “Ik ben niet zo bang voor corona”

Een collega die ik niet kende als wantrouwend naar de overheid schreef op sociale media: “Corona zal blijven, we moeten ermee leven. Gooi de samenleving open, nu!” Een kennis met wie ik in 2017 nog woedend was geweest over de manier waarop Donald Trump feiten afdeed als fake news, zei nu: “Vraag je af waarom de overheid ons binnen wil hebben? Wat is het plan hierachter? Geloof jij alles wat je leest? Of ga je zelf op onderzoek uit?”

Getemde schapen

Ik bezocht een goede vriendin, die ik al twintig jaar ken en die me op zoveel bepalende momenten in mijn leven had gesteund, dat ze feitelijk familie was. Ze pakte me stevig vast. “Ik ben niet zo bang voor corona”, zei ze. De omhelzing vond ik aangenaam. Wij waren het er allebei over eens dat, ongeacht het verdere verloop van de pandemie, naast IC-cijfers ook andere waarden onder druk stonden. Waarden waar een regering net zo goed bij stil moest staan: wat doet isolatie met een mens? De nagenoeg volledige onthouding van sociaal contact, aanraking en nabijheid? Waar liggen de grenzen van de maakbaarheid bij de bestrijding van een virus?

Toch merkte ik een wezenlijk verschil van opvatting: de vriendin zei dat de redding sowieso niet van vaccins zou komen. “Mensen moeten gewoon wat gezonder gaan leven en op hun immuunsysteem vertrouwen”, zei ze. Dat laatste leek me nogal een pijnlijke opvatting voor kwetsbare mensen, en voor gezonde mensen die ook regelmatig op de IC belandden. ‘Sorry, maar jouw immuunsysteem doet het niet, pech gehad.’

Ik appte haar: ‘Waarom deel jij uitingen van die racistische partij?’

Op mijn Facebook-tijdlijn zag ik vrienden, kennissen en collega’s steeds vaker posts delen over de kwaadaardige bedoelingen van ‘The Great Reset’ en over de ‘Plandemie, en in hun woorden klonken nauwelijks verholen (antisemitische) complottheorieën door over boosaardige ‘globale elites’ die aan het werk waren om ons tot gehoorzame schapen te temmen. De vriendin van de omhelzing toog naar het Museumplein om te demonstreren tegen de coronamaatregelen. Ze vond het vreselijk om te zien wat die voortslepende isolatie deed met haar kinderen, met jonge mensen. Daar had ik begrip voor.

Maar de leuzen van mensen op die foto’s: Voor onze vrijheid! Tegen de dictatuur! NOS = Fake News. Vaccinatie = Genocide. Dat vond ik historisch misplaatste en zeer onsmakelijke hyperbolen. Waar kwamen die vandaan? Het was een rotsituatie, maar het was niet alsof we in een schuilkelder zaten, bezet door een vijandelijk leger. En ja, ik was ook kritisch op het overheidsbeleid, maar over de feiten waren we het eens… toch?

Slim frame

Als je zo lang met mensen dezelfde waarheid deelt, kun je je nauwelijks voorstellen dat het plotseling zo drastisch zal veranderen. Op een dag postte de goede vriendin een filmpje van Forum voor Democratie met een speech van Wybren van Haga. Ik was verbijsterd en appte haar: “Waarom deel jij uitingen van die extreemrechtse, racistische partij? Besef je wel dat je door zoiets te delen, hun gedachtegoed normaliseert en legitimeert?”
“Ik schrijf er toch bij dat ik het met al hun andere ideeën oneens ben?”
“Daar gaat het niet om. Door ze nu te delen, zeg je feitelijk: ik ben bereid over jullie racisme, antisemitisme en fascistische tendensen heen te stappen en ik versterk jullie geluid.”

Op Facebook had ze ook een quote van Martin Luther King gepost: ‘Uiteindelijk zullen we ons de woorden van onze vijanden niet herinneren, maar de stilte van onze vrienden.’ In die beroemde uitspraak sloeg ‘vrienden’ op de meerderheid van witte Amerikanen in de jaren zestig die zwegen toen hun zwarte landgenoten vanwege hun kleur werden vernederd en doodgeslagen tijdens bloederige marsen. Dr. King en zijn volgelingen streden om als volwaardig mens te worden behandeld. De vriendin daarentegen bedoelde met ‘vrienden’: de mensen die de coronamaatregelen ondergingen, die zich niet verzetten tegen de ‘aanstaande dictatuur’.

Droeg ik bij aan polarisatie? Ik mag toch echt wel morele grenzen stellen

Het werd me duidelijk dat de perceptie van wat er gaande was op een diep niveau uiteen begon te lopen. Natuurlijk waren er gradaties. De vriendin zou nooit op Forum stemmen, maar de moeder van een vriend deed dat wel, met de uitleg: “Eerst mijn vrijheid terug!”. Met andere woorden: de strijd tegen ontmenselijking van de ander kon wel even geparkeerd worden in het eigen belang. De nieuwe allianties werden omlijst met kreten als: voor de liefde! Voor de verbinding! Voor de vrijheid! Een slim frame, omdat daardoor elke kritiek bij voorbaat kon worden weggezet als aanval op alom erkende waarden. De activisten geloofden niets meer van de beelden uit Brazilië, waar de levenloze lichamen zich opstapelden omdat de extreemrechtse president Bolsonaro corona afdeed als een griepje. ‘Doe zelf onderzoek.’ We leefden in een parallel universum.

Uit liefde

In mijn columns begon ik me steeds feller uit te spreken tegen de ondermijning van de feiten, tegen het bagatelliseren van het virus, tegen vergelijkingen met de Holocaust, segregatie, apartheid en dictaturen. Maar dat werkte averechts. “Jij doet mee aan de polarisatie”, schreef de goede vriendin daar bijvoorbeeld onder. Deed ik dat? Ik ging aan mezelf twijfelen, maar concludeerde dat ik toch echt wel morele grenzen mocht stellen. Dat mijn teksten soms gepaard gingen met polemische felheid leek me niet ongegrond: een stevige steen in de vijver is soms nodig om een gesprek of debat te forceren over dingen die je aan het hart gaan, dat zouden juist de activisten tegen de maatregelen toch moeten begrijpen. Pas wanneer felheid wordt opgevolgd door de onbereidheid om met de andersdenkende in discussie te gaan, snijd je alle wegen tot toenadering af.

Mijn vrienden liepen mee in een stoet mensen die mijn kind openlijk als ‘omvolking’ bestempelen

Het stemde me domweg intens verdrietig dat ik maar niet kon uitleggen wat het betekende om vrienden tussen de wapperende FVD- en NSB-vlaggen te zien demonstreren. Voor mij was het geen whataboutism om daarover te beginnen, zij stonden tussen mensen die op vrije dagen rompertjes uitdeelden voor ‘meer inheemse Nederlandse baby’s. Hoezeer ik ook wist dat mijn vrienden die extreemrechtse ideeën even ferm afwezen, ik kon de gedachte dat ze mij in de steek lieten niet afschudden. Ze liepen in een stoet met mensen die openlijk heulden met symbolen en leiders die mijn eigen kind, met een zowel Surinaamse als Nederlandse achtergrond, als ‘omvolking’ en ‘homeopathische verdunning’ zien. Andersom werd me steeds duidelijker dat de vrienden andersom evengoed vonden dat ik hen in de steek liet. Ik sprak me weliswaar uit tegen de QR-codes en 2G-systemen, voor hun vrije keuze, maar deed dat volgens hen met mijn harde kritiek op een deel van hun beweging teniet.
Eén zin van de vriendin bleef me bij: “Ik wil jou en je gezin ook tegen dat vaccin beschermen.” Ik begreep dat zij in volle overtuiging en uit liefde handelde om haar dierbaren te beschermen. Net als ik. Uiteindelijk beloofde ze geen filmpjes meer te delen van FVD en Ongehoord Nederland, een handreiking die ik als zeer wezenlijk ervoer. Maar na weer een paar verbale botsingen verwijderde ik haar van mijn sociale media. Ik schreef haar: ‘Het lijkt me beter dat we dit onderwerp voorlopig ook even laten. Misschien over een tijdje. Live.’ Ik wilde dat ze wist dat mijn woede en felheid richting haar voortkwamen uit het feit dat ik om haar gaf. We stuurden elkaar een hartje.

Maar al gauw liep het alsnog op de klippen. We zullen het oneens zijn over de aanleiding: zij zal vermoedelijk zeggen dat het door een aantal snoeiharde stukken van mij komt over de nonvaxx-activisten. Ik zal wijzen op eerdergenoemde voor mij wezenlijke dingen. In zekere zin meenden wij allebei dat we op een bepalend moment in de geschiedenis, de ware kernidealen van de ander hadden gezien. En wat we hadden gezien, dat beviel ons niet, dat deed pijn en veroorzaakte een scheuring.

Herstellen van trauma

En toch: ik had een grens getrokken, maar bleef voortdurend zoeken en twijfelen. Immers: waar ligt de grens tussen wat waar is en niet? Ik was zelf ook kritisch over de QR-codes en de simplistische taal van het kabinet richting ongevaccineerden. Er lag een uitgestrekt schemergebied tussen kritisch zijn en kwaadaardige ontkenning van de werkelijkheid. Maar wie bepaalt waar het een in het ander overgaat? Complex.

Bij het ontginnen van dat schemergebied wens ik ons politieke leiders toe die de emotionele complexiteit van deze tijd erkennen. Leiders die een levensbeschouwelijk gesprek op gang brengen over de maakbare samenleving en de ware weg naar een menselijkere manier van leven. Ik mag me dan soms verbaal hebben laten gaan, maar wens nooit bij te dragen aan het eendimensionale frame over brave, solidaire burgers versus egoïstische wappies, omdat de er per definitie ruimte moet zijn voor dualiteit, voor botsende waarden, standpunten, zelfs of nee; juist binnen één mens zelf. Daarvoor hebben we leiders nodig die ons voorbij cijfers en getallen aansporen tot een werkelijk gesprek, om zo te helpen bij het helen van een samenleving die in zekere zin straks zal moeten herstellen van een collectief trauma.

Kunnen wij elkaar ooit weer door dezelfde ogen zien?

Ik ben haar niet vergeten: de vriendin die me aan het begin van de pandemie nog innig omhelsde, en van wie ik als puber juist leerde om me autonoom en eigenwijs door het leven te bewegen. Toch is de schade groot. Hebben wij elkaar ooit echt gekend? Of zijn er slechts zaken blootgelegd die er altijd al waren? Sluimerend onder de oppervlakte van algemeen geformuleerde idealen? Kunnen wij elkaar ooit weer door dezelfde ogen zien? Kunnen we nog helen wat stuk is, hervinden wat we zo lang samen hadden, in de wetenschap dat we uiteindelijk van elkaar houden en nu eenmaal allemaal zochten naar houvast in de dichte mist? Ik weet het niet. Ik hoop het, denk ik.

Toch bekruipt me het gevoel dat er iets blijvend is beschadigd. Als het al lukt, zal dat hoe dan ook veel tijd, moeite, geduld en wederzijdse zelfreflectie vergen. Op de radio zingt Paul Simon: Hang on to your hopes, my friend / That’s an easy thing to say / But if your hopes should pass away / Simply pretend that you can build them again.

Doen alsof het goed komt. De wens als vader van de gedachte? In de ware kerstgedachte is dat tenminste het proberen waard.

Een eerdere versie van dit essay verscheen in de winter van 2021 in OneWorld Magazine. Het werd geschreven in oktober, toen het er nog naar uitzag dat we de feestdagen met een groot gezelschap zouden kunnen vieren.

WHO-directeur: Elke boosterprik vergroot de ongelijkheid

Waarom doen 'coronacomplotten' het goed bij extreemrechts?

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons