Armoede in Afrika daalt sneller dan we denken, beweerden de Amerikaanse economen Maxim Pinkovskiy en Xavier Sala-i-Martin onlangs. De economische groei die Afrika kent, zou, in tegenstelling tot wat de Wereldbank en de Verenigde Naties beweren, ook doorsijpelen naar de allerarmsten en niet alleen terechtkomen bij een geprivilegieerde kliek. Dit zou voor alle Afrikaanse landen gelden en niet alleen voor landen met olie en andere grondstoffen. Van 1995 tot 2006 is volgens Pinkovskiy en Sala-i-Martin de armoede in heel Afrika met 30 procent afgenomen, en in dit tempo zouden alle Afrikaanse landen, behalve DR Congo, de millenniumdoelen ruimschoots moeten halen.
Hotels en kantoren in Roggebaai, Kaapstad. Foto: Coda, CC |
RooskleurigGoed nieuws dus, maar hoe denken andere economen hierover? “Dat de economische groei in Afrika toeneemt is bekend en het is zeer waarschijnlijk dat de armoede in Afrika afneemt, maar dit is een wat al te rooskleurige inschatting”, denkt Jan Willem Gunning, hoogleraar ontwikkelingseconomie aan de VU in Amsterdam. “Dat Sala-i-Martin met deze boude beweringen komt, verbaast mij niet. Hij staat bekend als iemand die de bombarie niet schuwt.”
“Van veel Afrikaanse landen is de informatie die de twee auteurs gebruiken, sterk verouderd”, constateert Gunning na lezing van het artikel. “Om armoede te meten wordt onder andere gebruikgemaakt van zogenaamde household surveys, hierbij wordt een steekproef van de bevolking gevraagd naar hun inkomen en wordt ook gekeken of mensen zelf eten verbouwen. “Zo krijg je een beeld van hoeveel eten mensen hebben”, legt Gunning uit. “Deze surveys worden niet elk jaar gedaan en Pinkovskiy en Sala-i-Martin baseren hun berekeningen voor veel Afrikaanse landen op cijfers die nog stammen uit de jaren negentig.”
Rijken worden rijker
Daarnaast leunen de twee Amerikaanse economen te veel op het Bruto Nationaal Product (BNP) en andere macro-economische data vindt Michael Grimm, hoogleraar ontwikkelingseconomie aan het Institute of Social Studies in Den Haag. Het BNP is een gemiddelde dat opgekrikt kan worden door het inkomen van de rijken. “In Nigeria is het BNP de laatste jaren gestaag toegenomen, maar dat zien we niet terug in de inkomens van de huishoudens. Het lijkt erop dat alle winsten uit de olie toch bij één groep terechtkomen.”
Koorddansen Wie boude beweringen over economische groei in Afrika doet, moet altijd een beetje koorddansen denkt ontwikkelingseconoom Michael Grimm. “Veel regeringen en hulporganisaties zijn erbij gebaat als de groeicijfers hoger uitvallen dan ze werkelijk zijn. Ook verdienen mensen hun boterham in de verborgen economie en met kleinschalige landbouw. Het is een statistische uitdaging om met kloppende cijfers te komen. Het uiteindelijke groeicijfer is vaak het resultaat van een discussie tussen het IMF en het desbetreffende land.” |
“De inkomsten van veel Afrikaanse landen zijn nog steeds te veel toe te schrijven aan de export van ruwe grondstoffen”, weet Grimm. “Er is te weinig verwerkende industrie die voor werkgelegenheid kan zorgen. De twee economen negeren bovendien grote structurele problemen als oorlogen, hoge voedselprijzen en ziektes.”
Doordat veel Afrikaanse landen nog grotendeels leunen op de export, zal de wereldwijde recessie een grotere impact op Afrika hebben dan verwacht, denkt Gunning. “Er zijn steeds meer signalen dat de vooruitzichten voor Afrika tegenvallen. Zo is het investeringsklimaat minder gunstig en wordt het voor Afrikaanse landen steeds lastiger om leningen af te sluiten.”
Millenniumdoelen te ambitieus
Of Afrika de millenniumdoelen gaat halen is dan ook lastig te voorspellen denkt Gunning. Grimm verwacht dat Afrikaanse groeitijgers als Ghana, Mozambique, Namibië en Botswana wel in de buurt zullen komen van het voornemen om de armoede in 2015 te halveren. Maar voor het hele continent zijn de millenniumdoelen te ambitieus gesteld, denkt hij. “Het halveren van de armoede is veel moeilijker als 50 procent van de bevolking arm is dan 10 procent. Zelfs de snel groeiende economieën in Zuidoost-Azië zouden zo’n klus niet kunnen klaren.”
Afrika wordt dus wel erg streng de maat genomen. Over het algemeen denkt Grimm dan ook dat er best positiever over het continent zou mogen worden gesproken. “Maar als je zoals Pinkovskiy en Sala-i-Martin beweert dat er helemaal geen problemen zijn dan zullen rijke landen zeggen dat hulp aan Afrika niet nodig is. En Afrika kan bij het integreren van haar economie in de wereldeconomie en bij het bestrijden van de gevolgen van klimaatverandering nog steeds hulp gebruiken.”
Foto bovenaan: Volkswagenfabriek in Uitenhage, Zuid-Afrika, Foto: Nelson Mandela Bay.