Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft is gehalveerd, zegt de VN. Een nieuwe internationale middenklasse leidt echter tot meer ongelijkheid.
In 1990 hadden meer dan 2 miljard mensen 93 eurocent (of minder) per dag te besteden. Daarom werd dertien jaar geleden het volgende millenniumdoel opgesteld: in 2015 moet de extreme armoede gehalveerd zijn. Dit is volgens de VN gelukt: in 2010 leven 1,2 miljard mensen in extreme armoede, terwijl de wereldbevolking ondertussen fors is toegenomen.
Toename ongelijkheid
De allerarmsten zijn dan wel iets minder arm geworden, maar de middenklassen zijn tegelijkertijd veel rijker geworden. Hierdoor is de afstand tussen deze groepen veel groter dan voorheen, meldt de VN. China en Congo zijn hier goede voorbeelden van. In China ontstond in korte tijd veel welvaart, waardoor het aantal armen in de Chinese bevolkingsgroep sterk gedaald is. In de armste landen van de wereld, zoals Congo en Haïti, werden de armsten slechts minder arm. De ongelijkheid tussen de rijke Chinees en de arme Congolees neemt daardoor toe.
De groeiende middenklassen leiden ook tot meer sociale protesten, bijvoorbeeld in Brazilië en India. Armen kunnen makkelijker rondkomen dan voorheen en hebben nu meer middelen om hun onvrede over de politiek te uiten.
Lees meer over dit millenniumdoel op IPS.
Meer informatie over het millenniumdoel rond volksgezondheid vind je op OneWorld.
Informatie over de andere millenniumdoelen lees je op NCDO.
Foto: Flickr
