Ondanks een opvallend gebrek aan écht maatschappelijk debat over het onderwerp houden de TTIP-onderhandelingen de gemoederen net onder de oppervlakte behoorlijk bezig. TTIP moet, als Washington en Brussel hun zin krijgen, het grootste vrijhandelsverdrag uit de geschiedenis worden. Van 29 september tot 3 oktober 2014 zijn de onderhandelaars voor de zevende keer bijeen om te spreken over het verdrag. De inzet is extreem hoog, en dat brengt zowel enorme mogelijkheden als risico’s met zich mee, zo gaf minister Lilianne Ploumen voor Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking woensdagavond toe in de Amsterdamse Balie: “Bijna alle economieën hebben zwakkere sectoren die onder dit verdrag zullen gaan lijden. We moeten solidariteit tonen via bijvoorbeeld belastingen of scholing. Maar in specifieke sectoren zullen keuzes gemaakt moeten worden.”
Eerlijke handel
Woensdag 1 oktober bracht de Foundation Max van der Stoel van de PvdA een interessant panel aan gasten bij elkaar in het Amsterdamse debatcentrum De Balie om eens goed te discussiëren over het veelbesproken vrijhandelsverdrag. Naast minister Ploumen waren ook PvdA-parlementariër Jan Vos, Roelien Knottnerus van de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO), en Roeland van der Stappen van de European Roundtable for Industrialists (ERI) aanwezig. Zelfs Holly Lindquist Thomas van de Amerikaanse ambassade schoof aan om de stemming te peilen en de kritische PvdA-Europarlementariër Agnes Jongerius sprak de aanwezigen toe via een filmpje toe vanuit Brussel.
Wij zijn niet tegen handel. Maar wij verschillen van mening over wat je éérlijke handel zou moeten noemen.
Ondanks de stellige bewering van PvdA’er Vos dat de Tweede Kamer écht veel kritischer is over TTIP dan de regering zelf, blijkt Knottnerus de enige echt kritische stem vanavond. Een stem die bij tijd en wijlen op luide bijval uit de zaal kan rekenen. Ondanks het enthousiasme van de voorstanders van TTIP zijn de risico’s volgens Knottnerus legio: “Wij zijn niet tegen handel. Maar wij verschillen van mening over wat je éérlijke handel zou moeten noemen. Dit vrijhandelsverdrag gaat puur over economische belangen. Milieubelangen en arbeidsrechten worden niet genoeg in de gesprekken meegenomen. Sterker nog, zaken als arbeidswetgeving staan wel degelijk op de lijst van handelsbelemmeringen die de onderhandelaars nou net hopen te kunnen schrappen als dat verdrag er komt.”
Vrij handelen met de CanadezenVooruitlopend op TTIP is vorige week het vrijhandelsverdrag met Canada (CETA) officieel getekend – ondanks protesten van Duitsland op het laatste moment. Ook in CETA is de investeerdersbescherming een heet hangijzer.
CETA gaat er onder andere voor zorgen dat 98% van de importtarieven die de EU en Canada hanteren weggenomen worden. Ook mogen Europese bedrijven meedingen naar openbare aanbestedingen van Canadese overheden, op alle niveaus.
Dat CETA nu getekend is door politieke leiders betekent overigens niet dat het verdrag direct in werking treedt. Het ratificatieproces zal nog zeker een jaar in beslag nemen.
Bedrijfsleven
Het Europese bedrijfsleven is daarentegen vol verwachting over TTIP. Roeland van der Stappen en zijn European Roundtable of Industrialists (ERT) vertegenwoordigt vijftig ceo’s van grote multinationals als Heineken of Akzo Nobel. Toch is het volgens hem vooral het Europese midden- en kleinbedrijf dat zal gaan profiteren van TTIP. Vooral voor een open en exportgeoriënteerde economie als Nederland kan het schrappen of harmoniseren van allerlei regelgeving grote strategische voordelen opleveren, zegt ook minister Ploumen stellig: “De voordelen zullen voor burgers, consumenten en werkgevers zijn. TTIP gaat zorgen voor economische groei en voor banen.”
Toch komt er stevige kritiek uit de zaal over die misschien wel erg rooskleurig voorgestelde positieve effecten van TTIP. Ook wordt opgemerkt dat het grote Amerikaanse vrijhandelsverdrag van de VS, Canada en Mexico NAFTA, dat in 1994 van kracht werd, in veel Amerikaanse regio’s nou net heeft gezorgd voor het verdwijnen van banen. Van der Stappen: “Die cijfers ken ik niet. Veel studies tonen aan dat de effecten van TTIP wel degelijk positief zullen zijn. Zo zal de auto-industrie zeker gaan profiteren.”
Transparantie
Een heet hangijzer omtrent TTIP blijkt, ondanks de recente pogingen van de onderhandelaars om het Europese en Amerikaanse publiek te betrekken, toch nog steeds het gebrek aan transparantie van het onderhandelingsproces te zijn. Zorgen die alle vijf de sprekers vanavond zeggen te delen. Zo ook minister Ploumen: “Zeker aan Amerikaanse kant bestaat er tendens naar geheimzinnig doen. Dat is niet goed voor het onderlinge vertrouwen.” Diplomate Holly Lindquist probeert de transparantiekwestie enigszins te bagatelliseren. Volgens haar hebben de Verenigde Staten op dat vlak inmiddels grote stappen gezet: ‘De VS zijn nog nooit zo transparant geweest als nu. De huidige betrokkenheid van het publiek is een goede start. We moeten zo open zijn als we kunnen zonder meteen de onderhandelingsteksten op het internet vrij te geven.”
We doen ons best om te komen tot een zo goed mogelijk TTIP.
Administratie
Aan tafel zitten met de Europese Commissie betekent op een constructieve manier kunnen meepraten, zegt de minister: “Natuurlijk kun je als één van in totaal 28 lidstaten niet alles uit die gesprekken halen wat je zou willen. Maar we doen in elk geval ons best om te komen tot een zo goed mogelijk TTIP.” In een gesprek met de Amerikaanse onderhandelaar Michael Froman bracht Ploumen haar zorgen naar voren over de investeerdersbeschermingsclausule ISDS (Investor-State Dispute Settlement) in het verdrag, die multinationals in staat zou stellen regeringen van lidstaten voor het gerecht te dagen. Dat is winst, zegt de PvdA-bewindsvrouw: “Ik heb maar liefst 14 voorstellen ingediend ter verbetering van ISDS ingediend. Zo mogen bedrijven wat mij betreft niet meerdere claims tegelijkertijd indienen.”
Ondanks de constructieve rol die Ploumen voor zichzelf en voor Nederland ziet weggelegd binnen het onderhandelingsproces, lijkt zij het vrijhandelsverdrag zelf als een vaststaand gegeven aan te nemen. Toch blijft die ene vraag uit de kleine zaal van De Balie onbeantwoord: gaat TTIP wel reële economische voordelen opleveren, of gaat het uiteindelijk alleen over het harmoniseren van regels zodat bedrijven gemakkelijker handel kunnen drijven? Roelien Knottnerus van SOMO durft de vraag wel te stellen: “Waarom heb je eigenlijk zo’n vrijhandelsverdrag nodig als het eigenlijk alleen maar gaat over het beter regelen van je administratie als je met elkaar handel drijft?”