“Hij wilde dat ik meeging naar de Albert Heijn om tien euro te pinnen
Toen schoot me iets Ghanees te binnen dat mijn moeder weleens zegt: ”Hu nipa mɔbɔ”. Heb compassie met mensen. Ik vroeg de man te wachten terwijl ik boodschappen deed. Buiten raakten we in discussie, want inmiddels wilde hij dat ik meeging naar de Albert Heijn om tien euro te pinnen. Behalve het brood had hij nu ook zeven euro nodig voor meds van de apotheek. Ik schakelde over naar het Nederlands en hij volgde zonder commentaar, alsof we afspraken elkaar niet meer voor te liegen. In de Albert Heijn liep ik langs de straatkrantverkoper naar de pinautomaat. De automaat had niets kleiners dan twintig euro en de drie-euro-man zag daar uiteraard geen probleem in. Op dit punt voelde mijn broederlijke daad als sullige toegeeflijkheid. Ik zei hem – assertiever dan ik normaal ben – dat ik iets in de winkel zou kopen om hem van het wisselgeld tien euro te geven.
“Moet je als huidskleurgenoot per se solidair zijn?
Móéten zwarte ‘broeders’ elkaar eerder en meer steunen dan andere mensen? Ik vind de Afro Nederlandse gemeenschappen te verschillend om zonder ongemak een narratief van zwart broederschap op me te laten projecteren. Hoe dan ook gaf ik de man het tientje en mijn chocoladereep. Hij bedankte me kortaf. Thuis zei mijn vriendin dat ik de verkeerde douchegel had gekocht.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand